Het rommelt in Neder-Over-Heembeek. Het plan voor een nieuwe tramlijn is niet naar de zin van duizenden inwoners, die een waslijst aan argumenten tegen tram 10 verzamelden. Maar achter de tramangst schuilt ook een diepere onvrede over de abrupte verstedelijking van wat ooit een landelijk dorp was. “Een paar jaar geleden waren hier nog velden zo ver je kon kijken.”
| Neder-Over-Heembeek bij nacht door de lens van Ivan Put.
"We gaan er alles aan doen om de tram tegen te houden. En als ze toch aan de werken beginnen, ga ik 's nacht persoonlijk de putten weer toegooien die ze overdag hebben gegraven.” Even verschijnt er een grijns op het gezicht van Xavier Daems (55). “Grapje.” Maar dat de man pisnijdig is over die tramplannen, dat is duidelijk geen grap.
Daems is uitbater van een brommer- en motorenwinkel in de Frans Vekemansstraat, een smalle handelsas die het hart van Neder-Over-Heembeek doorkruist. Voor zijn etalage moet over enkele jaren tram 10 rijden. “Daarvoor moeten een pak parkeerplaatsen weg. Waar zullen mijn klanten dan parkeren? En wat met de leveringen die ik tot vijf keer per dag krijg? Als die bestelwagens de tram blokkeren, krijgen ze een boete en zullen ze niet meer willen komen.”
De winkeluitbater wijst naar zijn brede etalageraam, mét de antitram- en probusaffiche die hier welig tiert. “Dat is een overspanning van acht meter, met veel druk op de muren. Toen er onlangs werken waren verderop, had ik al scheuren door de trillingen van de vrachtwagens. Wat wordt dat met een loodzware tram voor de deur? Hetzelfde voor al die oude huisjes hier, daarvan blijft er niet één overeind!”
De flamboyante Daems is maar één van de 2.500 ondertekenaars van een petitie tegen tram 10. Die moet in 2024 van Rogier tot aan het Militair Hospitaal rijden, onder meer via de Heembeekstraat, de Frans Vekemansstraat en het centrale Peter Benoitplein. De nieuwe tramlijn maakt zowel deel uit van het meerderheidsakkoord in Brussel-Stad als van het gewestelijke regeerakkoord. Tram 10 zal grotendeels het traject van bus 47 volgen, die tot de jaren 1960 ... een tram was.
Waarom ruim 50 miljoen euro uittrekken voor een tram naar deze uithoek van het gewest, die gekneld zit tussen het kanaal, het koninklijk domein en de Vlaamse gewestgrens? Vervoersmaatschappij MIVB en de Stad wijzen erop dat Neder-Over-Heembeek steeds minder een verlaten uithoek is. Alleen al sinds de aankondiging van het tramproject in 2019 kwamen er 1.000 nieuwe woningen bij. Maar de voorbije jaren schoten ook tal van nieuwe scholen uit de grond. En met kleppers als bpost – 1.500 werknemers in 's lands grootste postsorteercentrum – groeide ook de economische bedrijvigheid als kool. En het einde van de groei is nog niet in zicht.
Zoveel nieuwe stadsgebruikers kan je enkel met een tram efficiënt vervoeren, betoogt de MIVB. Een gewone bus vervoert 65 passagiers, een tram tot 250. De tegenstanders pleiten voor een dubbelgelede bus, maar daarvoor zou de MIVB bijna evenveel infrastructuur moeten aanpassen als voor een tram, voor een capaciteit die nog steeds kleiner is, zo laat de maatschappij weten.
Zieltogend
Tram- en bushalte Heembeek op de Van Praetlaan, de plek waar de nieuwe tram zal afbuigen naar het centrum van de deelgemeente. We hebben afgesproken met Claude Carpent (51) en Marie Cornelis (58), twee fervente tegenstanders van het tramproject, met wie we een deel van het gekozen traject afwandelen.
Al stappend vervolledigt het duo de lijst van argumenten tegen de tram: te gevaarlijk wegens een grote remafstand en de nabijheid van scholen, te luid, onflexibel bij dubbelparkeerders en de doodsteek voor een handelsstraat die vandaag al zieltogend is. Onderweg passeren we steeds weer zaken die de boeken hebben gesloten, soms al een hele tijd. In wolspeciaalzaak Mary-laines bijvoorbeeld blijkt de tijd al stil te staan sinds 2014, lezen we op de volledig verkleurde tijdschriften in de etalage.
“De MIVB spreekt over twee jaar werkzaamheden, maar zoiets loopt altijd uit,” zegt Carpent, die zelf in de Vekemansstraat woont. “De voorbije jaren zijn er al verschillende handelszaken gesloten en het tramplan maakt dat vandaag al erger. Want wie wil nu een winkel of restaurant overnemen als er straks jaren van werken voor de deur staan?” Marie wijst ons ondertussen op de parkeerplaatsen aan beide zijden van de straat. “Voor veel boodschappen moet je toch een auto hebben? Hoe moet dat straks als de helft van de plaatsen verdwijnt?”
De lijst van bezwaren is lang, maar één argument ligt Carpent duidelijk het zwaarst op de maag. “Dit hele tramproject past bij een stadsvisie die ons gewoon wordt opgelegd. Een visie waarin Neder-Over-Heembeek maar blijft verdichten en er steeds meer bewoners en infrastructuur bijkomen, zoals dat ook de voorbije jaren al ging. De Stad heeft onze mening daarover niet gevraagd en doet dat nu opnieuw niet met het tramproject. De zogenaamde participatie was cosmetisch. En die verbinding met het centrum is een echte obsessie van het stadsbestuur.”
We zijn ondertussen aan het eind van onze wandeling aangekomen en kijken uit op de nog hagelwitte nieuwe verkaveling aan de Groenweg. Carpent wijst naar een vergezicht dat er niet meer is. “Toen ik zeven jaar geleden in Neder-Over-Heembeek kwam wonen, zag je hier nog velden en bomen zo ver je kon kijken.”
De woorden van Carpent tonen dat het protest meer is dan een discussie over een vervoersmiddel. Heel wat tegenstanders ventileren er ook hun onbehagen mee over een stadsdeel dat de voorbije jaren razendsnel veranderde. Dat is niet enkel buikgevoel. Een blik op de kaarten van de Brusselse wijkmonitoring leert dat Heembeek de voorbije decennia steevast bij de wijken zat met de grootste bevolkingsgroei. En dat dan nog in een gewest waar ook de totale bevolking al erg snel aanzwol.
De vuilnisbak van Brussel
Het Peter Benoitplein, het kloppende hart van Neder-Over-Heembeek. Op de banken vangen enkele dames op leeftijd zonnestralen. Aan de rand van het plein stappen groepjes kinderen, vaak van Afrikaanse afkomst, van de bus. De Afrikaanse gemeenschap is hier de voorbije jaren flink gegroeid, we horen het verschillende keren. Tegenover de markante kerk uit de jaren 1930 stappen we Lendrik binnen, sinds vier jaar de thuisbasis voor zowel gemeenschapscentrum Nohva, de Nederlandstalige bib als het lokale dienstencentrum.
“Als je dit deel van de stad echt wil laten functioneren, is die tram broodnodig. De bussen zitten nu soms zo vol dat mijn kinderen er 's ochtends verschillende laten passeren.” Liesbet Vanmechelen, centrumverantwoordelijke van Nohva en zelf ook Heembeekse, laat er geen twijfel over bestaan: ze is protram.
“Het probleem is dat veel mensen hier nog steeds geen verstedelijkte mentaliteit hebben en bijvoorbeeld nog alles met de auto willen doen. Je voelt hoe achter het tramprotest nostalgie steekt naar het oude dorp, met veel open ruimte en waar iedereen elkaar kent.” Voor Nederlandstaligen komt daar dan nog een extra verlieservaring bij, weet Vanmechelen. “Ooit was het Nederlands hier dominant, maar ook dat is helemaal veranderd.”
De weerstand tegen de tram is in die zin een verre echo van de gebeurtenissen van 1921. Toen gingen de lokale bewoners als Heembekenaars slapen om als Brusselaars wakker te worden, na een abrupte aanhechting bij de hoofdstad.
“Tot op vandaag wordt hier over de annexatie gesproken,” zegt Vanmechelen. “Dat gevoel van minachting voor dit stadsdeel zit diep, ook omdat Heembeek later nog als de vuilnisbak van Brussel is behandeld. Letterlijk. Zo moest het Begijnendalbos in de jaren 1980 een vuilnisbelt worden. En hoelang heeft het niet geduurd voor er filters kwamen op de schoorsteen van de verbrandingsoven?” De sluiting van de laatste bankautomaat in Heembeek, in 2019, versterkte dat gevoel van verwaarlozing alleen maar. “Sommige oudere mensen hebben toen echt geweend.”
De laatste jaren is er nochtans veel positieve aandacht, merkt Vanmechelen ook: “Er wordt nieuw groen aangelegd, er is een wijkraad met een fors budget en er zit een nieuwe bankautomaat in de pijplijn. “Toch overheerst vaak dat negatieve gevoel.”
De spanning tussen het oude en het nieuwe Heembeek merkt de centrumverantwoordelijke niet alleen in de tramdiscussie, maar ook in het verenigingsleven. “Nohva heeft zich de voorbije jaren vooral op nieuwkomers in de gemeente gericht, terwijl 't Hiembeiks Kotteer, de plek waar het gemeenschapscentrum vroeger zat, de stek blijft voor de traditionele Vlaamse verenigingen. Sinds de verhuizing zijn we wat uit elkaar gegroeid. De volgende jaren willen we daaraan werken.”
"De participatie was misschien goedbedoeld, maar onvoldoende."
Brutaal
Er mogen dan geen protramaffiches in het straatbeeld hangen, Vanmechelen is duidelijk niet de enige die voor de tram is. De uitbaters van taverne De Achtste Hemel aan het Benoitplein tonen zich pro. Net als bekende Heembekenaar Bert Anciaux, die we opzoeken in het Nederlandstalige woonzorgcentrum De Overbron, waar hij gedelegeerd bestuurder is. Voor het gekozen tracé en het participatietraject van de Stad kan Anciaux dan weer weinig begrip opbrengen. “Die participatierondes waren misschien goed bedoeld, maar onvoldoende. Als je dat goed wil doen, moet je echt luisteren, ook het verenigingsleven en zelforganisaties erbij betrekken, dat vraagt veel meer tijd.”
Anciaux deelt ook de analyse van Vanmechelen over de onderliggende onvrede. “De veranderingen in Heembeek zijn vaak brutaal en zonder begeleiding gebeurd, in een stadsdeel dat politiek maar weinig vertegenwoordigers had. Dan is het niet vreemd dat mensen vooral willen dat alles bij het oude blijft.”
Angst voor de stad
Het Heembeekse tramprotest is geen unicum. Een buitenwijk die protesteert tegen de aanleg van een tramlijn omdat die alle kwalen van de stad dreigt te importeren, het fenomeen wordt weleens tramangst genoemd. “Angst voor de tram is vaak angst voor de stad,” verklaart socioloog Pascal De Decker (KU Leuven/UGent). “Je zag dat ook in Brasschaat tegen de tram uit Antwerpen of in Lochristi tegen de tram uit Gent. Mensen vrezen meer criminaliteit, anonimiteit en een verdichting die een ander stadsbeeld met zich meebrengt, met appartementsblokken.” De voorbije jaren kwam de bezorgdheid om verdwijnend groen en open ruimte daar steeds nadrukkelijker bij, merkte De Decker. “Het beleid lijkt dat laatste vaak te onderschatten.”
De keuze voor de tram en het traject werd gemaakt in samenwerking met burgerpanels. Hoe kan er dan zo'n grote golf van protest door de gemeente rollen? De Decker is alvast niet verbaasd. “Klassieke participatiemechanismen bereiken dikwijls dezelfde soort mensen. Ik denk soms dat je met een uitgebreide bevraging een veel representatiever beeld krijgt van wat leeft. Klassiek sociologisch onderzoek, maar ik ben dan ook een socioloog.”
“De stad groeit nu eenmaal. Het is maar redelijk om die bewonersdruk op een evenwaardige manier te verdelen”
Het Heembeekse participatieproces worstelt nog met een ander kwestie: de beslissing over een nieuwe openbaarvervoerslijn is niet alleen een lokale zaak, maar volgt ook een logica op gewestniveau. “De stad groeit nu eenmaal. Het is maar redelijk om die bewonersdruk op een evenwaardige manier te verdelen,” vindt Brussels bouwmeester Kristiaan Borret. “In veel buitengemeenten wordt dat nu tegengehouden, kijk maar naar Watermaal-Bosvoorde. Maar we moeten echt werken aan de verdichting van die tweede kroon. Dat besef dat er een breder belang speelt, ontbreekt vaak bij lokale actievoerders, die wat in het verleden blijven steken. Vaak is zoiets ook een generatiekwestie. Veel jongeren zijn wellicht blij met die tram.”
Borret benadrukt tegelijk dat er een groot verschil is tussen verdichten en gewoon volbouwen. “Wat we vooral niet moeten doen, is perceel na perceel toebetonneren, zoals in het verleden vaak gebeurde. In de plaats moeten we beginnen bij de open ruimte die we echt willen behouden en in functie daarvan dan kijken hoe de stad op een intelligente manier kan groeien: met de juiste waterhuishouding, met groen, met veel plaats voor voetgangers, fietsers en het openbaar vervoer. Maar gewoon tegenhouden gaat niet. De stad zal blijven groeien.”
Lees meer over: Neder-Over-Heembeek , Stedenbouw , Mobiliteit , tram 10 , dorpsgevoel , verstedelijking , groene ruimte , Xavier Daems , Claude Carpent , Marie Cornelis
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.