Gewestelijk crisiscentrum ingehuldigd: ‘In een crisis telt elke seconde’

Twee schermwanden die straks de beelden van ruim 4.000 camera’s kunnen tonen, 1.000 vierkante meter hightech en 15 miljoen geïnvesteerde euro’s. Het nieuwe gewestelijke crisiscentrum mag gezien worden. Nu nog de twee resterende politiezones overtuigen om ook hun beelden ter beschikking te stellen.

Het gloednieuwe, nog naar verf ruikende crisiscentrum van het Gewest werd dinsdag ingehuldigd door een hele rij van betrokkenen die er van dichtbij of veraf een rol zullen spelen: minister-president Rudi Vervoort (PS) uiteraard, die er in het kader van de zesde staatshervorming de bevoegdheid over de coördinatie van het veiligheidsbeleid bijkreeg. Maar ook de hoge ambtenaar Viviane Scholliers tekende present, net als de verantwoordelijken van de gewestelijke instelling Brussel Veiligheid en Preventie (BVP) dat voor het centrum instaat, vertegenwoordigers van de lokale en federale politie, OCAD-topman Paul Van Tigchelt en Hervé Doyen als vertegenwoordiger van de Brusselse burgemeesters.

Crisissen en geplande evenementen

De lange rij van vertegenwoordigers illustreert meteen de functie die het gewestelijke crisiscentrum moet uitoefenen: alle beschikbare informatie bijeenbrengen bij het beheer van grote evenementen - (zoals een oudejaarsavond of een Europese top) of crisissen (zoals een aanslag), die meteen ook kunnen gecoördineerd worden uit het nagelnieuwe centrum.

“Bij een aanslag bijvoorbeeld telt elke seconde,” zei minister-president Vervoort. Een goede werking van het centrum moet bijvoorbeeld vermijden dat de beslissing om de metro af te sluiten na de aanslag op de luchthaven in 2016 slechts langzaam doorsijpelt naar het terrein. In het centrum is dan ook veel ruimte voor verbindingsofficieren van verschillende partners, zoals de inlichtingendiensten, de brandweer of het leger.

Slimme beeldanalyse

De materiële uitrusting om die taken uit te voeren mag er alvast zijn. Over een ruimte van 1.000 vierkante meter bevinden zich allerlei snufjes, gaande van grote schermwanden tot beeldanalyseprogramma’s. Een verantwoordelijke van Brussel Veiligheid en Preventie toont er hoe 4 uur opnames van een bewakingscamera, met 5.000 bewegende objecten, aan de hand van een beschrijving van een verdachte en een vermoedelijk traject van die persoon kan herleid worden tot de enkele seconden waarop de persoon in kwestie te zien is.

Het crisiscentrum moet in totaal toegang krijgen tot 4.400 beveiligingscamera’s in heel het gewest. 2.300 daarvan behoren toe aan de MIVB, 1.500 aan de politiezones en 500 aan Brussel Mobiliteit dat de gewestwegen monitort. En ook in de haven staan nog een honderdtal camera’s.

Twee politiezones delen nog geen beelden

We schrijven ‘moet’ omdat twee Brusselse politiezones hun beelden vandaag nog steeds niet delen met het centrum: de zone Noord en de zone Montgomery. Waarom ze dat niet doen werd dinsdag niet helemaal duidelijk. Een betrokkene had het over een technische vertraging, een andere over juridische discussies over privacy, terwijl nog een derde verantwoordelijke liet verstaan dat de zones daarmee hun autonomie willen bewaken. Schaarbeeks burgemeester Cécile Jodogne (Défi) liet eerder al verstaan dat de overeenkomsten voor het delen van de info juridisch nog niet waterdicht waren.

Minister-president Vervoort beseft dat het crisiscentrum door sommigen gezien wordt als een stap richting een eengemaakte politiezone. Het is een visie die hij niet meteen deelt. De Brusselse regeringsleider wil eerder “alle partners en actoren die op het terrein actief zijn ondersteunen en versterken.”

Het Goovaertscentrum

Veel partners samenbrengen is natuurlijk mooi, maar op momenten van crisis moet er ook nog beslist worden. "Dat gebeurt nu al, legt korpschef Michel Goovaerts uit. "Er bestaat een protocol dat bepaalt wie de coördinatie overneemt bij grote gebeurtenissen. In 90 procent van de gevallen ben ikzelf dat, omdat de meeste grote evenementen op ons grondgebied plaatsvinden."

In de marge van de persconferentie viel dan ook te horen dat het nieuwe centrum er in de eerste plaats is voor de lokale politie Brussel Hoofdstad Elsene. "Men noemt het wel eens het Goovaertscentrum", zegt een goed ingelichte bron. De betrokkene zelf toont zich in elk geval enthousiast over de nieuwe infrastructuur. "Onze eigen crisiscel aan de Heizel was maar 90 vierkante meter groot, dit is een enorme stap vooruit. Ik heb ook alle functies gekregen die ik gevraagd heb."

Boven het crisiscentrum wordt binnenkort ook het gewestelijke communicatiecentrum in gebruik genomen. Dat coördineert de dagelijkse communicatie van hulpdiensten zoals brandweer en politie. De discussies met de brandweer over die integratie van de verschillende dispatchings zijn nog niet afgerond.

Samen met het crisiscentrum zal het communicatiecentrum 15 miljoen euro gekost hebben.