De politie heeft te weinig zicht op wat er misloopt in de eigen korpsen. Er zijn geen betrouwbare cijfers over illegitiem geweld, racisme en discriminatie door de politie, en er is te weinig transparantie. Dat is de conclusie na een grondig onderzoek door de Algemene Inspectie die toeziet op de lokale en federale politiediensten.
Te weinig transparantie over politiegeweld en racisme
Er bestaan geen duidelijke, betrouwbare cijfers, blijkt uit het lijvige document dat de krant De Tijd kon inkijken. Dat werd opgesteld door de toezichthouder na een reeks incidenten. Zo bleek er een Facebookgroep te zijn waarin politiemensen racistische taal gebruikten, er was de dood van Jozef Chovanec na een politie-interventie, en in Brussel recent nog het overlijden van Ibrahima B.
Uit het onderzoek blijkt dat zelfs een intern rapport van de federale politie over het aantal mensen dat stierf nadat een vuurwapen werd gebruikt niet volledig betrouwbaar is. Dat is omdat niet alle gevallen worden gesignaleerd aan de interne preventiedienst van de federale politie. De formulieren met meldingen van wapenincidenten vermelden niet altijd de gevolgen voor derden en sommige politiemensen zijn meer gefocust op de gewonden in eigen rangen.
Er moet daarom een transparante databank gecreëerd worden van geweldfeiten door de politie, maar ook tegen de politie, vindt de Inspectie.
De Inspectie stelt ook vast dat er bij de politie geen uniform en coherent beleid is rond integriteit. Politiechefs die optreden als tuchtoverheid hebben geen zekerheid dat ze correct worden ingelicht als een van hun medewerkers strafrechtelijk veroordeeld is.
Er is ook een gebrek aan screening van politiemensen tijdens hun loopbaan, of zelfs al tijdens hun opleiding. Zo'n screening zou op geregelde tijdstippen moeten gebeuren voor gevoelige functies. Behalve beïnvloeding door criminele bendes moet dat extremisme bij de politie aan het licht brengen.
Lees meer over: Brussel , Veiligheid , politiegeweld , politie , racisme