Zeven studenten van de Vrije Universiteit Brussel komen deze maand in actie op de Olympische Spelen in Rio, in vier verschillende disciplines. De universiteit is behoorlijk fier op haar poulains: “Al die jongens krijgen een begeleiding op maat”, zegt Jos Verschueren, directeur sportmanagement bij de VUB.
Louis Croenen en Glenn Surgeloose (zwemmen), Yannick Lefèbvre (zeilen), Dirk Van Tichelt (judo), en Florent Van Aubel, Loïck Luypaert en Jérôme Truyens (hockey): alle zeven studeren ze aan de VUB of hebben ze er hun studies afgerond, en alle zeven vertoeven ze momenteel in Brazilië om zich voor te bereiden op de Olympische Spelen, die vrijdag van start gaan.
“Het zijn stuk voor stuk talenten die voor de VUB hebben gekozen, omdat ze op basis van hun talenten begeleid worden op studievlak, ongeacht de richting die ze kiezen”, legt Jos Verschueren uit. “Vroeger studeerden topsporters bijna altijd lichamelijke opvoeding, nu kan dat ook iets helemaal anders zijn, zoals archeologie.”
Het hele studietraject van de atleet staat in het teken van de sportcarrière, vervolgt Verschueren: “Alles is zo geregeld dat de carrière op één staat. Het lessenpakket wordt gespreid en indien nodig aangepast, examens en praktijklessen of labosessies worden ingepland in functie van de sportkalender. Ze hebben ook één aanspreekpunt binnen de universiteit, dat zich dag en nacht bezighoudt met hun educatieve loopbaan.”
Geen salto’s in de gymnastieklessen
En er wordt natuurlijk voorzichtig omgesprongen met de sporters: “We gaan hen natuurlijk geen salto’s laten doen in de gymnastieklessen”, aldus Verschueren. Van een voorkeursbehandeling is evenwel geen sprake: “Ze moeten alles even goed kennen en doen dan een gewone student.”
Het is geen eenvoudig leven voor de sporters, want naast de sport en de studies blijft er maar weinig tijd over. “Eventueel nog voor hun lief, maar voor hobby’s is er nauwelijks ruimte. Toch zijn er maar weinig die afvallen: we zijn erg flexibel, en als we merken dat ze het moeilijk krijgen passen we het programma aan.”
Er zijn wel meer Olympische atleten die hun sport combineren met hogere studies. Dat staat in schril contrast met de voetbalwereld, waar het aantal hoger opgeleiden op één hand te tellen is. Dat is makkelijk te verklaren, aldus Verschueren: “Zij krijgen op piepjonge leeftijd al duizelingwekkende bedragen voorgeschoteld. Soms maken ze nog wel hun middelbare schoolcarrière af, maar daarna stellen ze zich de vraag waarom ze in godsnaam die lastige combinatie zouden moeten aangaan. Bij sporters in andere disciplines mag je de komma op hun loonbriefje gerust een paar cijfers opschuiven.”
‘Voorloper op Europees vlak’
De VUB is niet de enige universiteit in België die aan begeleiding van topsporters doet. “Maar we doen het wel al het langste, en we zijn een voorloper op Europees vlak”, aldus Verschueren. Eén van de grondleggers van het topsportprogramma van de VUB, Paul Wylleman, is zelfs mee naar Rio als prestatiemanager van de Nederlandse delegatie.
Ook in het verleden leverde de Brusselse universiteit al Olympische atleten af: zo won zeiler Sébastien Godefroid als VUB-student in 1996 zilver in Atlanta. Judoka Ann Simons pakte op Sydney 2000 de bronzen plak.
Of er dit jaar opnieuw één van de VUB-groep een medaille kan halen, wil Verschueren niet gezegd hebben: “Gokken op medailles is even moeilijk als het voorspellen van de lottocijfers. Maar de hockeyploeg zou wel eens kunnen verrassen. Of neem nu judoka Dirk Van Tichelt: met hem is het meestal alles of niets, ofwel staat hij op het podium, ofwel ligt hij er in de eerste ronde uit."
Lees meer over: BRUZZ 24
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.