Tussen het slachthuis van Anderlecht en de Ninoofsepoort ligt het mekka van tweedehandswagens. De Heyvaertwijk is een begrip in Afrika, maar in Brussel heeft de autohandel weinig supporters. De sector is nochtans goed voor 1.200 laaggeschoolde jobs.
Tussen het slachthuis van Anderlecht en de Ninoofsepoort ligt het mekka van tweedehandswagens. De Heyvaertwijk is een begrip in Afrika, maar in Brussel heeft de autohandel weinig supporters. De sector is nochtans goed voor 1.200 laaggeschoolde jobs.
De Heyvaertstraat, op de grens van Anderlecht (Kuregem) en Molenbeek, is amper 800 meter lang, maar elk jaar worden er 150.000 tweedehandswagens verkocht. Niet aan Brusselaars, wel aan handelaars uit Afrika. De handel bloeit er al sinds de jaren zeventig en is in handen van enkele Libanese Brusselaars.
De verkochte wagens gaan per vrachtwagen naar de haven van Antwerpen. Dankzij de Brusselse autohandel staat Antwerpen aan de wereldtop in de verscheping van tweedehandswagens.
Maar de sector krijgt ook kritiek. Europa voert z'n rommel uit naar Afrika, klinkt het soms. Klopt niet, zegt Paul Plomteux van de beroepsvereniging goederenverschepers. "Wij noemen dat afval omdat het uit de mode is geraakt, of de reparatie te duur uitvalt. Maar in Afrika is het werk veel goedkoper en steekt men dus wel tijd in het herstellen van dingen die daarna nog jaren kunnen meegaan."
Ander probleem zijn de betalingen. Die gebeuren altijd cash. Met 50.000 euro op zak door de Heyvaertstraat lopen is de normaalste zaak van de wereld. Maar de Belgische overheid wil dat niet meer. Cashbetalingen zijn sinds enige tijd geplafonneerd op 3.000 euro. Dat is een groot probleem, want de Afrikaanse handelaars hebben geen bankkaart.
"Afrikanen hebben geen vertrouwen in Afrikaanse banken en daar hebben ze gelijk in", zegt Greta Beudeker van rederij Sallaun. "Ze brengen hun geld dus cash binnen, maar ze geven dat ook aan. Wat is dan het probleem? Ik denk dat er meer werk is met de grote foefelaars en hun Zwitserse bankrekeningen."
De hele sector, van Antwerpen tot Brussel, luidt de alarmklok. Want als het cashplafond behouden blijft op 3.000 euro, riskeert Brussel de autohandel te zien verdwijnen, naar de buurlanden waar er geen limieten staan op cashbetalingen.
Overlast
Tot slot is er ook het probleem van de overlast voor buurtbewoners. Die klagen regelmatig over de aan- en afrijdende vrachtwagens vol aftandse auto's. Maar volgens de handelaars is het vooral een imagoprobleem. "Mensen denken misschien dat het hier vol vluchtelingen loopt, maar het zijn handelaars", zegt Fadia Farhat van autohandel Facar. "Die komen tientallen auto's kopen, overnachten hier en doen Brussels Airlines draaien. Ze hebben een economische waarde."
De Heyvaertwijk stelt 1.200 mensen te werk. Allemaal laag- en zelfs ongeschoolden. In piekperiodes komen daar de langdurig werklozen bij, via het OCMW.
Hoe dan ook wil het Gewest de autohandel graag verplaatsen richting Voorhaven. Daar moet een nieuwe ro-roterminal komen zodat de voertuigen per binnenschip naar Antwerpen kunnen. De sector staat er naar eigen zeggen voor open en ziet mogelijk brood in de reconversie van de Heyvaertstraat tot woningen.
Lees meer over: BRUZZ 24 , Anderlecht
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.