Oorspronkelijk telde het Brussels parlement - in 1989 nog Brusselse Hoofdstedelijke Raad genoemd - 75 leden en was er geen vast aantal zetels bepaald per taalgroep.
Jouw vraag
JOUW VRAAG. Waarom telt het Brussels parlement 89 leden?
VRAAG VAN THIERRY UIT ZAVENTEM
De eerste verkiezingen in juni 1989 leverden 64 Franstalige en 11 Nederlandstalige zitjes op, zes jaar later waren dat er 10 en nog eens vijf jaar later opnieuw 11. Dat geringe aantal verkozenen baarde de Vlaams-Brusselse politici grote zorgen en toen het Vlaams Blok met de verkiezingen van 1999 met de populaire ex-politiecommissaris Johan Demol zijn zetelaantal verdubbelde, sloeg de paniek in heel politiek Brussel toe. Het Blok moest met alle middelen verhinderd worden de instellingen plat te leggen, zo heette het. Dus werden er institutionele wijzigingen gestemd.
Met de Lambermont- en Lombardakkoorden van 2001 werd het aantal zetels opgetrokken naar 89 en werd voor elke taalgroep een vast aantal zetels voorzien, 72 voor de Franstalige lijsten en 17 voor de Nederlandstalige lijsten - wat de uitslag van de verkiezingen ook mag zijn. Maar daar bleef het niet bij. Aanvankelijk waren er zes Nederlandstalige verkozenen die ook in het Vlaams parlement zaten, met de Lambermont-Lombardakkoorden werden die zes rechtstreeks verkozen en zitten ze alleen nog in het Vlaams parlement voor onderwijs, cultuur en gezondheid. Met territoriale Vlaamse bevoegdheden mogen ze zich niet moeien.
Ook kwam er financiële steun aan de gemeenten van het Brussels Gewest die een Vlaamse schepen of OCMW-voorzitter aanstellen. Een van de (vreemde) argumenten die door de Franstalige onderhandelaars naar voren geschoven werd om dat te verkrijgen, is dat de vertaling van het Frans naar het Nederlands een dure aangelegenheid was. Alsof Nederlandstalige inwoners geen Brusselse burgers zoals de Franstaligen zijn.
En last but not least werden er maatregelen uitgedokterd om te verhinderen dat het Vlaams Blok door een meerderheidspositie in de Nederlandse taalgroep de werking van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad zou verlammen. Tot dan moest er voor de installatie van de regering een meerderheid in elke taalgroep gevonden worden en dat gold ook voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC): een maatregel die in beide richtingen werkt, maar vooral een beschermingsmaatregel was voor de Nederlandstaligen. De wet moest verhinderen dat er maatregelen genomen werden tegen de Nederlandstaligen. Nu geldt dat er na een maand een tweede keer mag gestemd worden en dan is die regel flink afgezwakt. Toen de wet gewijzigd werd, stelde de GGC als instelling niet zoveel voor - ze was noch bij de Nederlandstaligen noch bij de Franstaligen geliefd - en was het budget eerder beperkt. Met de overheveling van de kinderbijslag naar de gewesten is ze een instelling met een serieuze omvang geworden waarover de Nederlandstaligen dus veel minder te zeggen hebben.
VOLGENDE WEEK: Wat zijn de concrete plannen voor de nieuwe wijk in Anderlecht aan het Kanaal?
Met de Lambermont- en Lombardakkoorden van 2001 werd het aantal zetels opgetrokken naar 89 en werd voor elke taalgroep een vast aantal zetels voorzien, 72 voor de Franstalige lijsten en 17 voor de Nederlandstalige lijsten - wat de uitslag van de verkiezingen ook mag zijn. Maar daar bleef het niet bij. Aanvankelijk waren er zes Nederlandstalige verkozenen die ook in het Vlaams parlement zaten, met de Lambermont-Lombardakkoorden werden die zes rechtstreeks verkozen en zitten ze alleen nog in het Vlaams parlement voor onderwijs, cultuur en gezondheid. Met territoriale Vlaamse bevoegdheden mogen ze zich niet moeien.
Ook kwam er financiële steun aan de gemeenten van het Brussels Gewest die een Vlaamse schepen of OCMW-voorzitter aanstellen. Een van de (vreemde) argumenten die door de Franstalige onderhandelaars naar voren geschoven werd om dat te verkrijgen, is dat de vertaling van het Frans naar het Nederlands een dure aangelegenheid was. Alsof Nederlandstalige inwoners geen Brusselse burgers zoals de Franstaligen zijn.
En last but not least werden er maatregelen uitgedokterd om te verhinderen dat het Vlaams Blok door een meerderheidspositie in de Nederlandse taalgroep de werking van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad zou verlammen. Tot dan moest er voor de installatie van de regering een meerderheid in elke taalgroep gevonden worden en dat gold ook voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC): een maatregel die in beide richtingen werkt, maar vooral een beschermingsmaatregel was voor de Nederlandstaligen. De wet moest verhinderen dat er maatregelen genomen werden tegen de Nederlandstaligen. Nu geldt dat er na een maand een tweede keer mag gestemd worden en dan is die regel flink afgezwakt. Toen de wet gewijzigd werd, stelde de GGC als instelling niet zoveel voor - ze was noch bij de Nederlandstaligen noch bij de Franstaligen geliefd - en was het budget eerder beperkt. Met de overheveling van de kinderbijslag naar de gewesten is ze een instelling met een serieuze omvang geworden waarover de Nederlandstaligen dus veel minder te zeggen hebben.
VOLGENDE WEEK: Wat zijn de concrete plannen voor de nieuwe wijk in Anderlecht aan het Kanaal?
BIG CITY: stel zelf je vraag
Elke week gaat BRUZZ met Big City op zoek naar antwoorden op jouw vragen over Brussel. Vragen allerhande over jouw stad stel je online aan de redactie via het formulier hiernaast. De vraag met de meeste voorkeuren wordt onderzocht en beantwoord.
Ook een vraag over Brussel? Zet onze journalisten aan het werk en stel je vraag in Big City.
Big City
Zet onze journalisten aan het werk en stel ons jouw vraag over Brussel. De populairste vragen van de BRUZZ-gebruikers worden beantwoord in een reportage op een of meerdere BRUZZ-kanalen.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.