Smet vraagt mening Brusselaar over nieuw mobiliteitsplan

Minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) lanceert 'Good Move', een grote consultatieronde voor het nieuwe Gewestelijke Mobiliteitsplan voor 2018-2028. Smet wil in het komende halfjaar niet alleen de mening van mobiliteitsexperts horen, maar ook van de inwoners, gemeenten, verenigingen, bedrijven, openbaar vervoersmaatschappijen en administraties.

Het Gewestelijk Mobiliteitsplan wordt aangestuurd door Smet en minister-president Rudi Vervoort (PS). Smet herinnerde er op de persconferentie aan dat het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling, dat momenteel in openbaar onderzoek is, ook al een mobiliteitsluik heeft.

"We gaan die cijfers zeker niet tegenspreken, dit is er een uitbreiding en concrete uitwerking van", zegt Smet. "Het mobiliteitsplan moet coherent zijn en realistische doelen bevatten. Er zijn natuurlijk ook al een aantal uitgangspunten, zoals de investering van 5,2 miljard euro in het openbaar vervoer of de aanleg van 80 kilometer fietspaden. "

"Een participatiecharter zal de krijtlijnen uitzetten. Er komt een website waar iedereen vanaf 22 februari zijn mening zal kunnen geven", zegt Smet op de persconferentie. "We zullen ook actief zijn op de sociale media. Er zullen verder ateliers worden gehouden voor institutionele spelers als de gemeenten, de MIVB, BECI of Brussel Mobiliteit."

Om de discussie te structureren, is al een uitgebreide analyse gebeurd, waarin de Brusselse mobiliteitssituatie is vergeleken met die in zes Europese steden met ongeveer dezelfde grootte: Barcelona, Bordeaux, Helsinki, Genève, Kopenhagen en München.

Generatie-Erasmus
Het plan moet een zo breed mogelijk draagvlak krijgen, zegt Smet. Daarom lanceert hij nu een verdere consultatiefase. Daarbij richt hij zich ook expliciet naar de jongere generaties. "Die zijn minder geïnteresseerd in auto's en zien een rijbewijs niet langer als een doel. Ze gebruiken meer het openbaar vervoer en de fiets. De generatie-Erasmus heeft ook veel andere steden gezien, en kan dus vergelijken. Ik hoop dat ze massaal hun mening zullen geven."

"De Brusselaars zijn veranderd sinds ik in 2003 hier in de politiek arriveerde. Ze zijn meer bereid dan vroeger levenskwaliteit op de eerste plaats te zetten. Zo kon ik het Reyersviaduct laten afbreken zonder in een instelling opgesloten te worden, maar werd dat integendeel met enthousiasme onthaald."

Smet hoopt ook de oppositie achter zijn toekomstige plan te kunnen scharen. "Dat gaat niet makkelijk zijn, maar we gaan het toch proberen. Een stad als Kopenhagen fietsvriendelijk herinrichten kon enkel omdat meerdere stadsbesturen, over de partijen heen, dezelfde coherente visie hanteerden. Als wij hier een mobiliteitsplan tot en met 2028 stemmen, dan moet dat later ook waargemaakt worden op het terrein."

'Geen Iris 3'
Smet noemt dat een 'nieuwe manier van werken'. "Vroeger drukte men er een beslissing door, en vervolgens kwam er niks van. Ik wil geen Iris 3-plan. Op het moment dat Iris 2 werd goedgekeurd, wist iedereen eigenlijk al dat het nooit zou uitgevoerd worden. Het was eerder een catalogus van goede bedoelingen."

Het nog door de vorige regering goedgekeurde Iris 2-plan zou maar liefst 19 keer op tafel hebben gelegen, en werd meermaals uitgesteld. Centraal in Iris 2 stond de doelstelling om het autoverkeer met 20 procent te verminderen, maar er stonden weinig afdwingbare maatregelen in om mensen uit hun auto te krijgen. Een stadstol en kilometerheffing werden op de lange baan geschoven.

Voor het opstellen van het mobiliteitsplan gaat Smet gebruikmaken van 'big data', informatie die (anoniem) wordt opgeslagen via ieders gsm. "De bedoeling is dat deze data in de toekomst permanent worden geanalyseerd. Zo kunnen we de vraag voor verplaatsingen veel beter inschatten."