Van Istendael: 'Een standbeeld weghalen betekent ook het verleden uitwissen'

Nadat extreemrechtse groepen in het Amerikaanse Charlottesville een grootschalige manifestatie hielden rond het standbeeld van de omstreden generaal Robert Lee, laait ook in België het debat over gevoelige historische figuren weer op. Volgens schrijver Geert van Istendael hoeven standbeelden niet uit het straatbeeld te verdwijnen.

Van Istendael legt het standbeeld van een in zijn ogen omstreden historisch figuur onder de loep. "Rouppe is burgemeester van Brussel geweest onder wat ik noem de 'Franse bezetting'. Veel mensen zullen zeggen dat dat geen bezetting was, maar een aanhechting aan het grote vaderland Frankrijk. Maar de troepen kwamen wel binnen en Rouppe deed heel enthousiast mee aan dingen die in de ogen van zijn katholieke tijdgenoten een schande waren."

Een veel bekender voorbeeld zijn de straatnamen en standbeelden die verwijzen naar Leopold II. "Leopold II werd in zijn tijd uitgescholden in de pers," duidt Van Istendael de tijd waarin de standbeelden werden geplaatst. "Met name Britten hadden geen goed woord voor hem over, en toch kreeg hij al die standbeelden. Tegenwoordig zegt men vooral dat hij een vreselijke bloedhond was. Wat hij ook was! Maar hij was ook een genie. Moeten we daarom al die beelden en straatnamen weghalen? Ik weet het niet. Daarmee zou je ook het verleden uitwissen."