Eerste vaccinatiecentrum van Brussel geopend

Het vaccinatiepunt Pacheco heeft dinsdagochtend de eerste mensen ontvangen voor een vaccinatie tegen het coronavirus. Het gaat om eerstelijnsmedewerkers zoals tandartsen, huisartsen en kinesisten. In een volgende fase is het meer kwetsbare personeel, ouder dan vijftig jaar, aan de beurt. In de loop van februari openen ook de vaccinatiecentra aan de Heizel en in Vorst. "Wij staan klaar, maar het is nu wachten op de leveringen", aldus hoofd van de Brusselse Gezondheidsinspectie Inge Neven.

Vandaag is in Brussel het allereerste vaccinatiecentrum geopend. Het gaat om het Pachecocentrum op de gelijknamige laan, niet ver van metrohalte Kruidtuin. De eerstelijnszorgmedewerkers die dinsdag naar het centrum komen, zijn ouder dan vijftig jaar. "We zijn begonnen met de vaccinatie van de prioritaire groep in de eerstelijnszorg. Het gaat in de eerste plaats om de meest kwetsbare groep binnen die groep", legt Inge Neven uit.

Wie vandaag een eerste prik krijgt in vaccinatiecentrum Pacheco, krijgt het Moderna-vaccin toegediend. "Dat is in functie van de beschikbare vaccins", aldus Kenneth Coenye, hoofdarts van Kliniek Sint-Jan, dat dit vaccinatiecentrum beheert. In een later stadium volgen ook vaccins van andere fabrikanten. Voor deze week liggen er 700 dosissen klaar. "We gaan naar een dagelijkse capaciteit van 600 vaccins waarbij we 8 uur open zijn, in een later stadium willen we 12 uur open zijn." De capaciteit zou dan 900 vaccins per dag bedragen. Wie vandaag een eerste prik krijgt, mag vier weken later terugkomen voor een tweede prik. Er werken zo'n twintig medewerkers in het centrum.

Rusthuizen

We bevinden ons nog in de eerste fase van het vaccineren. In januari en februari worden de bewoners en het personeel van woonzorgcentra gevaccineerd. Dat loopt volgens Neven op schema. "Tegen het einde van deze week zijn alle rusthuisbewoners een tweede keer gevaccineerd. Al het rusthuispersoneel dat gevaccineerd wil worden, moet tegen eind februari een tweede keer aan de beurt zijn geweest."

Hoeveel personeelsleden van de woonzorgcentra tegen het einde van de maand gevaccineerd zullen zijn, is nog onduidelijk. De vaccinatiebereidheid bij het personeel van de Brusselse woonzorgcentra ligt laag. Ongeveer zestig procent van de personeelsleden zou zich willen laten vaccineren. "Dat aantal is nu wel aan het stijgen, omdat die personeelsleden zien dat de vaccins geen problemen opleveren bij hun collega's die al een prik hebben gekregen", zegt Brussels gezondheidsminister Alain Maron (Ecolo). Volgens hem zet Brussel wel degelijk in op sensibilisering onder het zorgpersoneel, onder meer via webinars.

Voor een verklaring voor de lage vaccinatiebereidheid onder het rusthuispersoneel, wijst Neven zelf naar fake news op sociale media. "Op sociale media circuleren heel wat boodschappen, zeker binnen bepaalde nationaliteiten - en Brussel heeft een heel internationaal publiek. Het gaat om zaken die binnen bepaalde gemeenschappen circuleren die je moeilijk kan weerleggen."

CEO van het UZ Brussel Marc Noppen ziet daarom een mogelijke oplossing in een vaccinatieverplichting. Dat is voorlopig niet aan de orde, aldus Maron. "Voorlopig houden we vast aan de vaccinatiestrategie waarover maanden geleden beslist is."

Vertragingen

Na de woonzorgcentra volgen collectieve zorginstellingen en hun vrijwilligers, zorgmedewerkers van de ziekenhuizen en de eerstelijnsgezondheidszorg en niet-medische personeel van ziekenhuizen en zorginstellingen. Vervolgens begint fase 1B, met 65+'ers, risicopatiënten en mensen in essentiële beroepen. Tot slot volgen mensen met een kritische functie in een essentiële sector en vervolgens de rest van de bevolking.

Maar het zal afhangen van de farmabedrijven wanneer dit lukt. Alle fases na de woonzorgcentra lopen nu al vertraging op. "Wij staan klaar, maar het is wachten op de vaccins", gaat Inge Neven verder. "We zien nu al dat alle fases na de woonzorgcentra vertraging oplopen, waardoor elke fase een beetje opschuift."

"Iedereen vaccineren voor de zomer lukt alleen als Pfizer inderdaad, zoals beloofd, meer en versneld vaccins levert," zei Inge Neven van de Brusselse gezondheidsinspectie eerder. "Anders zal het eerder augustus of september zijn, afhankelijk van de beschikbare dosissen."

Vijf vaccinatiecentra klaar

De vertraging in de levering van vaccins zorgt er ook voor dat de andere vaccinatiecentra vandaag nog niet openen. "In totaal zijn vijf vaccinatiecentra er al helemaal klaar voor. We hadden gehoopt dat die vandaag ook zouden kunnen openen", aldus Neven nog.

De centra aan de Heizel en Albert in Vorst gaan in de loop van deze maand nog open. In maart volgen vervolgens het Militair Hospitaal in Neder-Over-Heembeek, het centrum in Molenbeek en in Crossingstadion in Schaarbeek. De overige vaccinatiecentra zouden in april inentingen moeten kunnen uitvoeren.

Voor de eerste vijf vaccinatiecentra is er overigens al voldoende personeel, maar dat is nog niet het geval voor de andere vaccinatiecentra. "We zijn de ploegen volop aan het samenstellen en rekenen ook op vrijwilligers. Die kunnen zich momenteel inschrijven", doet Neven een warme oproep.

Tien, maximaal elf centra

Over het aantal vaccinatiecentra bestond door miscommunicatie onduidelijkheid. Minister Maron kondigde afgelopen weekend aan dat er twaalf zouden zijn voor het Gewest, maar dat klopt niet. "Op dit moment zijn er tien bevestigd. Mogelijks komt er daar de komende dagen nog een elfde bij", bevestigt Anna Mellone van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC).

Maandag nog werd aan onze redactie bevestigd dat er een centrum komt in Sint-Lambrechts-Woluwe in sportcentrum Poseidon. Daarmee zijn negen van de tien centra gekend (zie kaart). Aanvankelijk was er nog een voorzien in het Parlamentarium van de EU, maar dat is uit de lijst geschrapt. Ter vervanging wordt nog gekeken naar een elfde.

En dan is er nog het tiende centrum, dat een groter aantal van 50.000 prikjes per maand zou moeten kunnen zetten. "We zijn op zoek naar een locatie in het zuiden van Brussel", aldus Neven. "De moeilijkheid is om een centrum te vinden dat groot genoeg is en vlot bereikbaar is met het openbaar vervoer. Dat blijkt moeilijker te zijn in het zuiden van Brussel."