Hobo biedt dak- en thuisloze kinderen een uitlaatklep: ‘Gewoon spelen kan al helpen’

“Een kind is maar een kind als je het een kind laat zijn.” Onder dat motto biedt de Brusselse vzw Hobo zo’n 200 kinderen die dak- of thuisloos zijn een uitlaatklep. Volgens de laatste tellingen bevinden er zich ruim 600 kinderen met hun ouders op straat, in kraakpanden of in de officiële daklozenopvang. “We kunnen niet alles oplossen, maar met de juiste ondersteuning kan er nog een weg uitgestippeld worden voor deze kinderen.”

Hobo is een dagcentrum voor dak- en thuisloze mensen. Tijdens de winter houdt de vzw zich ook bezig met activiteiten te organiseren voor kinderen die in opvangcentra zitten of erger: op straat. Hobo haalt per winter tussen 150 en 200 kinderen eventjes uit hun moeilijke omgeving, met bijvoorbeeld op woensdagnamiddag en zaterdag spelactiviteiten of een bezoekje aan de kookmarkt Cultureghem op Abattoir.

“We weten wat onze rol is: we kunnen niet alles oplossen, maar we kunnen wel luisteren, erkenning geven, niet oordelen en er zijn voor hen", zegt begeleider Axelle François.

Volgens directeur Daan Vinck is het effect van dak- of thuisloos zijn bij kinderen niet te onderschatten. “Stress, concentratiestoornissen, problemen met relaties... Gewoon spelen kan al helpen. Een kind is maar een kind als je het een kind laat zijn.”

Ook Vinck ondervindt dagelijks dat het fenomeen in stijgende lijn zit. “Er is bovendien een harde kern van kinderen die we steeds terugzien wiens situatie maar niet verandert.” Toch behoudt hij de hoop dat voor de kinderen nog een mooie toekomst weggelegd kan zijn. “Als ze de juiste ondersteuning krijgen, kan er nog een weg uitgestippeld worden. We moeten niet pessimistisch zijn: ze kunnen nog dokter of ingenieur worden.”