Brussels minister Elke Van den Brandt (Groen) vindt de veiligheid in en rond het Zuidstation "van wezenlijk belang voor de toekomst van Brussel". Daarmee pareert zij in ons interviewprogramma A La Carte de kritiek dat Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) in het dossier uitblinkt door afwezigheid en de Brusselse regering intussen is ingehaald door de premier en de minister van Binnenlandse Zaken.
Toch is Van den Brandt ook beducht voor gemakkelijke oplossingen zoals een eenmalige opruiming of de fusie van de zes politiezones: "Het zal een werk worden van lange adem."
Good Move
In haar rentree-interview noemt Van den Brandt verder het - bijwijlen agressieve - protest in Kuregem en Schaarbeek tegen hét paradepaardje van haar partij Groen, namelijk Good Move, een "historische vergissing". De plaatselijke Groen-schepenen hebben er hun plannen schoorvoetend ingetrokken.
"Het is uitgerekend in die wijken dat het particuliere autobezit erg laag is en de luchtkwaliteit erg slecht", betoogt Van den Brandt. Zij vindt ook dat het uiterst linkse PVDA de bal misslaat door de privé-auto te blijven verdedigen.
Kennis van het Nederlands
De kennis van het Nederlands bij de aanwerving van ambtenaren, zeker in de plaatselijkse besturen in Brussel, is al jaren een heikele kwestie. Als de vice-gouverneur de aanstelling van een kandidaat schorst omdat die geen Nederlands kent, schuift minister-president Vervoort die schorsing doorgaans van tafel. Op de vraag waarom de Nederlandstalige ministers in de Brusselse regering daar dan geen punt van maken, pleit Van den Brandt voor de pragmatische aanpak. "Dikwijls worden helemaal geen kandidaten gevonden die Nederlands kennen. Maar dan bieden we hun bij het Huis van het Nederlands taallessen aan." Toch geeft de minister ook toe dat "ze daar misschien actiever moet optreden".
Inzake het door de regering beloofde begrotingsevenwicht tegen 2024 geeft de Groen-minister toe dat "Brussel tegen volgend jaar weliswaar nog stappen kan zetten, maar niet veel". En ook dat "de kosten voor de metro essentieel zijn, maar te groot voor het Brussels gewest alleen".
