NIEUW SEIZOEN (1): RWDM staat na twee titels voor de echte test

Nu de sportseizoenen opnieuw op gang komen dringt er zich een uitgebreide analyse van de Brusselse topclubs op. In ‘NIEUW SEIZOEN’ legt BRUZZ telkens een clublid en een prominente supporter van een grote Brusselse club op de rooster. Vandaag is het de beurt aan RWDM: kersvers voorzitter Thierry Dailly en levenslange supporter ‘Trikke’ werpen hun licht op het reilen en zeilen bij de ploeg van hun hart.

Na twee makkelijke titels wordt het toch wat aanpassen in de eerste amateurliga, voornamelijk gedomineerd door Vlaamse clubs met sterke infrastructuur. Dat bleek uit de pandoering (0-6) die RWDM in de beker kreeg van reeksgenoot Deinze.

Thierry Dailly stond als manager mee aan de basis van het herboren RWDM. Twee jaar later ziet hij zijn inspanningen beloond worden met een benoeming als voorzitter. Patrick, ‘Opa Trikke’ voor de vrienden, maakt al sinds 1973 deel uit van de RWDM-familie. Als geen ander beleefde hij de gloriemomenten en dieptepunten van de Molenbeekse club. Beiden staan ze al vroeg op post in het Edmond Machtensstadion, waar we vanop de middenstip en aan de hand van vijf vragen hun analyse voor het nieuwe seizoen delen.

Is RWDM er structureel en sportief op vooruitgegaan in vergelijking met vorig seizoen?

Dailly: Het is natuurlijk te vroeg om de sportieve prestaties te evalueren. Dat doen we beter over een maand of drie. Ik kan je wel zeggen dat de club op structureel niveau enorm veel vooruitgang heeft geboekt in de afgelopen vier maanden. Zo zijn er LED-reclamepanelen geïnstalleerd voor de sponsors. Daarnaast zijn alle kantines gerenoveerd, zodat ook de hospitality erop vooruit is gegaan.

Trikke: Ik vind van wel, zeker als je kijkt naar van hoever we komen. Het budget is niet groot, waardoor we ons niet veel misstappen kunnen permitteren. Om te groeien hebben we nog meer sponsors nodig. Op die manier kunnen we het team versterken. Maar ik heb vertrouwen in het bestuur en vind dat ze op de juiste weg zijn.

Hoe bewaak je de identiteit van een traditieclub als RWDM?

Dailly: Voor een club als RWDM is de geschiedenis van enorm belang. Zonder onze voorgangers stonden we hier nu niet. Mensen zeggen wel eens dat nostalgie je niet vooruit helpt. Wel, ik vind nostalgie wel degelijk belangrijk. Daarom moeten we onze traditie in stand houden. De geschiedenis van onze club trekt natuurlijk ook sponsors aan.

Trikke: Op sportief vlak denk ik dat we moeten inzetten op Brusselse spelers uit de eigen jeugdacademie. Zij dragen het embleem van RWDM en kunnen onze identiteit bewaken. Anderzijds hebben ook de supporters hun taak daarin. Toen RWDM ‘FC Brussels’ werd, kwamen er steeds minder supporters kijken. Nu zijn er echter steeds meer jonge supporters die een abonnement kopen. Het is aan ons om hen warm te ontvangen en hen te tonen dat dit de leukste club is en dat er hier goed gezwanzed en gezieverd kan worden (lacht).

Hoe kan RWDM zich dit seizoen bij de top van de eerste amateurklasse voetballen?

Trikke: We hebben natuurlijk twee uitzonderlijk goede seizoenen achter de rug. Dit jaar wordt het moeilijker. We zitten in een reeks met Vlaamse ploegen. Op gebied van budget en infrastructuur staan die clubs vaak verder. Dat mag ons natuurlijk niet afschrikken. We moeten uitgaan van onze eigen sterkte en niet te veel naar de andere teams kijken. Vorig jaar hebben we slechts twee wedstrijden verloren. Dit jaar gaan we opnieuw moeten leren verliezen. Wij supporters zijn trouwens niet zo streng hoor. Het maakt niet uit of we nu de top vijf of de top zeven halen, zolang we maar plezier kunnen maken.

Dailly: We zijn nu drie jaar bezig en hebben twee topseizoenen gekend. Dat is al een mirakel op zich. We hebben ambitie, maar dat is gezonde ambitie. We moeten eerst en vooral opbouwen. Dit seizoen willen we de top vijf halen. Ik denk dat we daar de ploeg voor hebben. Nog eens kampioen worden lijkt me wat te ambitieus.

Moet er meer doorstroming zijn van de jeugdacademie naar het eerste elftal?

Dailly: Er is nu al sprake van doorstroming. Kijk naar Samuel (Kaponda, dit seizoen uitgeleend aan SK Pepingen Halle, nvdr.) of Bagaoui die nu hun kansen krijgen. Het is natuurlijk de bedoeling dat er op termijn meer jeugdspelers in het eerste elftal spelen, maar zoiets vraagt tijd. We zijn nog steeds maar twee jaar bezig met de jeugdacademie en er zitten nu al een viertal spelers in de A-selectie. Dat vind ik al een mooie prestatie.

Trikke: De jeugdacademie is in de juiste richting aan het evalueren. Je kan natuurlijk niet te veel jeugdspelers in je eerste elftal zetten want dan mis je ervaring. Maar we moeten hen zeker de nodige kansen geven. Dan is het natuurlijk aan hen om te tonen of ze het eerste elftal waardig zijn. Ik denk dat onze coach (Drazen Brncic, nvdr.) de juiste man is om hen de kansen te geven.

Naar welke speler kijk je uit dit seizoen?

Trikke: Naar alle spelers! Iedereen die het blazoen draagt van RWDM moet ervoor zorgen dat zijn shirt bezweet is na de wedstrijd. Maar goed, als dan toch iemand moet noemen, dan kies ik Sindou Cissé. Toen hij bij RWDM begon kreeg hij veel kritiek. Ik zie dat hij ieder jaar beter speelt. Nu ontmoeten we in onze reeks sterk voetballende ploegen. Ik denk dat hij tegen zulke teams beter tot zijn recht komt. Dit seizoen zou hij zich wel eens tot een van de sterkhouders kunnen ontpoppen.

Dailly: De mensen die mij kennen weten dat het tegen mijn principes ingaat om één specifieke speler naar voren te schuiven. De ploeggeest is primordiaal in het succes van RWDM. Onze prestaties zijn steeds de verdienste van de ganse spelersgroep, maar even goed van de technische staf en de supporters. Mbuba heeft die 24 doelpunten van vorig seizoen immers niet op zijn eentje gemaakt. Als ik dan toch iemand naar voren moet schuiven, dan kijk ik naar de transfers. Nico Binst (transfervrij overgekomen van Lierse, nvdr.) heeft al getoond dat hij makkelijk de weg naar doel vindt. Gilles Ruyssen (transfervrij overgekomen van Lommel SK, nvdr.) is dan weer een beloftevolle verdediger.