Interview

Jean-Paul Van Bendegem: 'Neem eens een bijbel ter hand'

Danny Vileyn
© BRUZZ
06/09/2018

| Jean-Paul Van Bendegem, professor Logica en Wetenschapsfilosofie.

“Mocht het waar zijn dat het niveau van de studenten jaar na jaar achteruitgaat, dan zou de VUB bevolkt worden door bavianen, ik verzeker u dat dat niet zo is.” Professor Logica en Wetenschapsfilosofie Jean Paul Van Bendegem gaat na 33 jaar VUB met emeritaat, maar hij heeft aan spitsheid nog niets verloren.

Als pendelaar heeft Van Bendegem duizenden keren de gang tussen de metro en het treinstation Brussel-Centraal afgelopen. Eén avond was hij echt bang. “Het was hartje winter, na een avondcollege en toen ik van de metro naar de trein stapte, was er net voedselbedeling. Er weerklonk een hels kabaal, ik had de indruk dat niet alleen de honden blaften, er werd druk gegesticuleerd en er was chaos. Ik dacht: hier stap ik niet door, moet ik de politie bellen? Maar toen zei ik tot mezelf: ‘Denk eens goed na Jean Paul, die mensen zijn bezig met eten te bemachtigen en te verorberen, die interesseren zich niet voor jou, dit is de veiligst mogelijke situatie.’ Dit is een van de ervaringen die me geleerd hebben goed te kijken en situaties in te schatten. Waarmee ik niet gezegd wil hebben dat er geen onveilige situaties zijn. We moeten niet flauw doen.”Van Bendegem mag dan een hoogleraar zijn met een staat van dienst om u tegen te zeggen, hij beseft, zo vertelt hij, hoe precair dat is. “In diezelfde gang van het Centraal Station heb ik een paar keer aan een medereiziger gevraagd: ‘Hoe groot is de afstand tussen u en die mens daar, denkt ge?’ Die mens was een van de vele bedelaars, de zogenaamde vierdewereldmensen. Ik kreeg een verbaasde blik als antwoord. Ik heb toen gezegd: zoveel (laat een afstand van dertig centimeter zien, red.). Ik kan daar over zes maanden ook zitten te bedelen. Ik heb het in mijn eigen omgeving meegemaakt.”

    U bent een volbloed Gentenaar, maar hebt 33 jaar in Brussel gewerkt. Hoe goed kent u Brussel?
    Jean-Paul Van Bendegem: Om uw vraag te beantwoorden moet ik u eerst vertellen welke kranten ik lees. We zijn geabonneerd op De Morgen en De Standaard. Ons abonnement op De Morgen heeft wortels in het verleden, ik heb er ooit een aandeel van gekocht toen de krant bijna failliet was en ik ben zo vriendelijk geweest om mijn geld niet terug te vragen toen de krant verkocht werd aan Christian Van Thillo. Ik vind het nog altijd een sympathieke krant. De Standaard is heel erg geëvolueerd in de goede zin, ze steekt De Morgen regelmatig langs centrumlinks voorbij. Sinds een aantal jaren hebben we ook een abonnement op Le Soir. Als Jambon & Co een uitspraak doen over Molenbeek wil ik ook een andere klok horen. In Le Soir leer ik Brussel ook maatschappelijk kennen, als ik De Morgen en De Standaard lees, heb ik de indruk dat er in Brussel alleen maar politici en ambtenaren rondlopen. Ook ik heb lang zo gedacht.

      Van Bendegem 3 BRUZZ ACTUA 1628

      | Jean-Paul Van Bendegem, professor-emeritus.

      Wanneer is de kentering gekomen?
      Van Bendegem: Tussen 2004 en 2009 was ik decaan van Letteren en Wijsbegeerte en als ik na een dag vergaderen om 17 uur de deur van mijn kantoor achter me dichttrok, zat het me soms heel hoog. Als ik dan de trein had genomen naar huis was de avond van mijn vrouw om zeep geweest, want ik zou uren aan een stuk gezaagd hebben. Daarom liep ik de Waversesteenweg af tot Matonge en dan de Kleine Ring over naar het Centraal Station. Zo heb ik verschillende buurten leren kennen. Als de afstand korter dan vijf kilometer is, dan stap ik. Dat lukt gelukkig nog.

      In de loop der jaren heb ik in en rond Brussel ook mensen leren kennen en ik word weleens gevraagd om een tentoonstelling te openen. Dat zijn gedroomde gelegenheden om Brusselaars en cultureel Brussel te leren kennen. Ik ben blij dat ik 33 jaar in Brussel heb mogen werken, anders had ik de stad nooit gekend. Net zoals veel Fransen en Britten Parijs en Londen niet kennen. Vlamingen zijn hierop geen uitzondering.

      Ik vind dat Brussel in de loop der jaren stukken tweetaliger is geworden. Onlangs stapte ik een café binnen en bestelde un café, omdat ik ervan uitging dat er geen Nederlands werd gesproken, maar de kelner, duidelijk een Franstalige riep naar zijn collega achter de toog: ‘een koffie’.Mijn Frans is trouwens niet zo goed als ik zou willen, maar dat heeft alles te maken met mijn werkomgeving. In instellingen als de VUB is de tweede taal Engels. Maar Frans is wel degelijk de tweede landstaal en bovendien een heel mooie taal. En dan moet ik me ook nog eens verontschuldigen tegenover onze Duitstalige landgenoten.

        Gent en Antwerpen hebben hun stadsdichters, waarom hebben we geen stadsfilosofen?"

        Jean-Paul Van Bendegem, professor Logica en Wetenschapsfilosofie

        Jean-Paul Van Bendegem, professor Logica en Wetenschapsfilosofie

        U bent, net zoals Etienne Vermeersch, filosoof én een publiek figuur. Maar wat is dat eigenlijk een filosoof? Na 33 jaar moet het lukken om een sluitende definitie te geven.
        Van Bendegem: (moet heel erg lachen) Eerst en vooral leeft een filosoof net zoals alle mensen in een bepaald tijdvak. Ik ga ervan uit dat filosofen over vijftig jaar zullen zeggen: aan het begin van de 21ste eeuw stelden filosofen zich die en die vragen, hadden ze die en die projecten, maar dat is nu niet meer aan de orde. Filosofen moeten volgens mij niet op zoek naar eeuwige waarheden, de geschiedenis van de filosofie is een slagveld van mislukte pogingen daartoe.

        De academische filosofie is ondertussen heel gespecialiseerd geworden, terwijl de nood aan filosofen die in de maatschappij staan heel groot is. Als ik een lezing geef in Vlaanderen, dan hebben mijn toehoorders er geen idee van dat mijn werk aan de universiteit van een heel andere aard is dan mijn lezingen. Aan de universiteit ben ik bezig met nadenken over de vraag of er een geschikte logica te bedenken is voor het ontwerpen van eindige modellen van oneindigheid. Ik maak deel uit van een internationaal netwerk, ik publiceer in academische tijdschriften. Er wordt van vakfilosofen een academische stijl verwacht en je moet je houden aan formats, anders kom je er niet in.

          Gelukkig hebben we ondertussen publieke filosofen, zelfstandige denkers zoals Tinneke Beeckman, Maarten Boudry en Alicja Gescinska. Gent en Antwerpen hebben hun stadsdichters, waarom hebben we geen stadsfilosofen? Het probleem is dat we geen mecenassen hebben om die mensen te betalen. Dat idee van stadsfilosofen is niet zo gek, het zou het oppakken zijn van een verloren gegaan gebruik van dorpsfilosofen. De dorpsfilosoof werd door sommigen weliswaar beschouwd als iemand die er niet helemaal bij was, maar voor anderen was hij wel degelijk een referentiepunt. Vandaag zijn het filosofen als Beeckman, Boudry en Gescinska die columns schrijven en debatten animeren.

          U bent wiskundige én filosoof. Valt dat te verzoenen?
          Van Bendegem: Boven de ingang van de Academie van Plato stond gebeiteld: wie geen meetkunde kent, heeft hier niets te zoeken. Mag ik met een bon mot antwoorden? Ik hou van filosofie voor de vragen en van wiskunde voor de antwoorden. Het is pas recentelijk dat de wiskunde en de filosofie hun eigen weg zijn gegaan.

            Van Bendegem BRUZZ ACTUA 1628

            | Jean-Paul Van Bendegem: "Ik hou van filosofie voor de vragen en van wiskunde voor de antwoorden."

            Als het van sommige werkgevers­federaties afhangt moet ook de universiteit meer en meer voor­bereiden op de arbeidsmarkt.
            Van Bendegem: Dat is gevaarlijk. Niet weinig jonge mensen die universitair geschoold zijn, komen later in een leidinggevende positie terecht. Dat betekent dat zij de maatschappij mee zullen vorm geven. Van zulke mensen mogen we verwachten dat zij breed gevormd zijn, dat zij nadenken over thema’s die niet tot hun vakgebied behoren. De universiteit moet volwaardige leden van de maatschappij afleveren. Trouwens wie breed gevormd is, kan zich later gemakkelijker specialiseren dan de omgekeerde weg.De universiteit levert trouwens diploma’s af die rechtstreeks toegang geven tot de arbeidsmarkt, zoals een diploma rechten, geneeskunde of ingenieur. Maar een filosoof die klaar is voor de arbeidsmarkt?
            Ik moet u zeggen dat er wel degelijk werkgevers zijn die zich interesseren voor filosofie. Zo ben ik door Jef Colruyt uitgenodigd om voor de kaderleden van Colruyt te spreken. Het paste niet in een opleidingsprogramma en ik mocht praten over ‘waarmee ik bezig was’. Jef Colruyt wou zijn mensen meer bieden dan direct bruikbare kennis. Hulde in deze aan Jef Colruyt.

              Vergelijkt u eens de student van dertig jaar geleden met die vandaag.
              Van Bendegem: Als ik sommigen mag geloven gaat het niveau van de eerstejaars er jaar na jaar op achteruit. Als dat zo was, dan was de VUB anno 2018 bevolkt door bavianen, ik kan u verzekeren dat dat niet zo is. Het gemiddelde niveau van de studenten is hetzelfde gebleven, maar de spreiding van de gausscurve is groter. Dat heeft te maken met de democratisering van het hoger onderwijs, vroeger kwamen de studenten beter voorbereid naar de universiteit. Nu is de instroom breder.Ik zie twee duidelijke trends, Twintig jaar geleden zakten de meeste allochtone studenten voor hun examens, niet omdat ze dom waren, maar omdat ze zich niet konden uitdrukken in het Nederlands zoals het hoort op een examen aan de universiteit. Zoveel jaar later stel ik vast dat veel allochtone studenten een veel verzorgder taalgebruik hebben dan autochtone, ze beseffen hoe belangrijk goed en verzorgd spreken is. Ten tweede stel ik vast dat er een overwicht is aan vrouwelijke studenten. Dat verheugt mij oprecht. Dat betekent dat er generaties zelfstandige vrouwen aankomen die een culturele omslag zullen bewerkstelligen die niet van bovenuit opgelegd wordt.

                "Het gemiddelde niveau van de studenten is hetzelfde gebleven, maar de spreiding van de gauscurve is groter"

                Jean-Paul Van Bendegem, professor Logica en Wetenschapsfilosofie

                Jean-Paul Van Bendegem, professor Logica en Wetenschapsfilosofie

                U werkt 33 jaar aan de VUB en bent 35 jaar logebroeder. In die periode is Vlaanderen ontzuild. U gaf dit jaar de Sint-Thomaslezing aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van de KU Leuven.
                Van Bendegem: Ik kom uit een tijd waarin verzuiling troef was, je wist waar je stond en je had duidelijke vijanden, en dat had zeker zijn voordelen. Maar de schaduwen van de verzuiling zijn er nog en die kunnen zwaar wegen. Ik heb zestien jaar in commissies van het Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek (FWO) gezeten.Voor de vergadering stonden wij als filosofen van Gent, Leuven, Antwerpen en Brussel gezellig onder elkaar te keuvelen. Soms waren er zelfs hoogstaande filosofische discussie, en ik vind dat zeer goed. Maar als we de vergaderzaal binnengingen en er lag 100 euro op tafel moest ik er mijn vinger op leggen, anders was dat geld al weg. Ook de vergaderingen van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) voor de verdeling van de fondsen van het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) van de Vlaamse regering lieten duidelijk zien dat, als het op geld aankomt, de verzuiling niet voorbij is. Daar was het de grote twee, Leuven en Gent, tegen de middelgrote twee, Brussel en Antwerpen.

                  Maar u mocht wel de Sint-Thomaslezing geven.
                  Van Bendegem: Ja, ik heb het mogen meemaken dat ik gevraagd was voor de Thomaslezing aan de KU Leuven, voor KU Leuven de Heilige Thomas. Het waren de studenten die me voorgesteld hadden en van de academische overheid heb ik carte blanche gekregen. Ik heb dat naar goed vermogen gedaan en het is ook goed overgekomen.Als oude vrijzinnigen mij zeggen: we hebben strijd geleverd tegen het Vaticaan en nu die achter de rug is, komt de islam eraan, dan is mijn antwoord: ‘Dacht je nu echt dat er aan die strijd een einde zou komen?’ Ook binnen het christelijke kondigen zich nieuwe tendenzen aan. Had je mij twintig jaar geleden op het creationisme gewezen, dan had ik gezegd dat dat een typisch Amerikaanse ziekte was met een paar extreme protestanten in een paar dorpen in Nederland. Maar er is dus meer. Ik ben ervan overtuigd dat de verschillende levensbeschouwingen elkaar zullen blijven aftasten.

                    Van Bendegem 2 BRUZZ ACTUA 1628

                    | Jean-Paul Van Bendegem: "Ik merk dat eerstejaars niet meer in staat zijn een middeleeuws schilderij te lezen omdat ze de Bijbel niet kennen"

                    U ben zelf gelovig opgevoed. Dat helpt om de evolutie te begrijpen.
                    Van Bendegem: Ik heb een ongelooflijk cadeau gekregen, ik ben opgevoed in twee levensbeschouwingen. Langs vaders kant was de familie protestants gereformeerd, langs moeders kant diep katholiek. Thuis werd ik gereformeerd opgevoed. In principe ging het over dezelfde God, maar bijwijlen stonden ze lijnrecht tegenover elkaar. Voor mijn grootmoeder langs moeders kant was Maria Hemelvaart een hoogdag, langs vaders kant was Maria gewoon een vrouw die niet op te stijgen had. Wij gingen op 15 augustus dan maar naar Sluis om inkopen te doen, want daar waren de winkels open. Ik ben dus nooit opgevoed met dé waarheid.Ik heb me een breuk gelachen met het incident rond de brief van Paulus aan de Efeziërs (die onlangs tijdens een misviering op tv was te horen, red.). Mijn eerste reactie was: allez, er is nog eens een bijbel vastgepakt, opengeslagen en ze zijn verwonderd over wat erin staat. Als protestant ben ik opgevoed met de Bijbel, dat was een studieboek. Ik ben van kindsbeen af aan opgegroeid met de ambiguïteiten, de tegenspraken en de soms duidelijke zaken die in de Bijbel staan. De brief van Paulus aan de Efeziërs kan je niet verkeerd lezen: de vrouw moet onderdanig zijn aan de man.

                      Is het geen verlies dat jonge mensen de Bijbel niet meer kennen?
                      Van Bendegem: Ik vind dat een verlies, ik merk dat eerstejaars niet meer in staat zijn om een middeleeuws schilderij te lezen, heel de iconografie is verloren. Ik heb jarenlang in het eerste college logica een quiz georganiseerd. Ik las een mooi erotisch tekstfragment voor en de eerstejaars moesten raden waaruit het kwam. Meest gegeven antwoord: de Kamasutra. Ik zei: dat is helemaal niet slecht, maar dit is de Bijbel. Het Hooglied is een van die prachtige gezangen waar de bruidegom de bruid bezingt.

                      Er is een groot contrast tussen de Bijbel en de Koran. De Koran is uniform, de Bijbel is een stilistisch groots boek met poëzie, gezangen, spreuken, verhalen. En al die prachtige beelden die wij vandaag niet meer kunnen gebruiken. Ja ik vind het jammer. Net zoals studenten vandaag ook zouden moeten kennismaken, weliswaar onder dichte begeleiding, met het fragment over Entartete Kunst in Mein Kampf. Het is complete waanzin die daar staat, het is geraas. Hoe kan dat boek zoveel mensen beïnvloed hebben?

                        "Ik heb Brussel leren kennen door heel veel te stappen: van de VUB via Matonge tot aan het Centraal Station"

                        Jean-Paul Van Bendegem, professor Logica en Wetenschapsfilosofie

                        Jean-Paul Van Bendegem, professor Logica en Wetenschapsfilosofie

                        We moeten ook teksten blijven lezen waar we niets willen mee te maken hebben.
                        Ik heb altijd gezegd: je zit weliswaar aan de VUB, een vrijzinnige universiteit, maar bekijk ook eens de Bijbel, het is een sleutelboek van onze cultuur. Als je wil weten waar we vandaan komen, moet je het boek kennen. En voor alle duidelijkheid: ik heb het niet over het christendom als de wortels van onze beschaving, en dat het christendom zou moeten vermeld worden in de Europese Grondwet en blablabla. Foert daarmee.

                          U bent ook logebroeder.
                          Van Bendegem: Wat ik waardeer in de loge is de toegenomen openheid, het kan nog beter, maar er is een evolutie. Ik ben nu 35 jaar bij de loge, de redenen waarom het een discreet genootschap geweest is, zijn volledig legitiem zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog, en er is een generatie die daar terecht op wijst. Maar in navolging van mensen als Leo Apostel pleit ik ervoor dat mensen die het zich kunnen permitteren zich outen als logebroeder. Ik geef lezingen voor een breed publiek over wat vrijmetselarij is en heel vaak is er op het einde van de avond een toehoorder die rechtstaat en zegt: ‘Is het dat maar ?’ Ja dus, het zijn mensen die om de week of om de twee weken samenkomen, zotte kleren aantrekken en afspreken om op een waanzinnige manier met elkaar om te gaan en altijd in rechte hoeken lopen. En als er dan wordt gevraagd of dat geen tijdverlies is, dan zeg ik ja, maar het is toch fantastisch dat dat anno 2018 kan. Natuurlijk is het niet nutteloos, ik ben er voor een deel gevormd. Ik ben een diplomaat tot in de kist, in de loge heb ik geleerd voor mijn mening uit te komen.

                            Hoe kijkt u aan tegen het rechts populisme dat steeds meer terrein wint?
                            Van Bendegem: Met een groeiende bezorgdheid. Hier lokaal zitten we nog goed, en ik hoop oprecht dat in mijn thuisstad Gent met de gemeenteraadsverkiezingen het samenspelen tussen rood en groen standhoudt. En als Groen de grootste wordt met een groene burgemeester is dat voor mij ook geen probleem. Tot nog toe is N-VA nog geen succes geweest in Gent. Ook Vlaams Belang is nooit een succes geweest. Hoe dat komt, weet ik niet. Ik weet alleen dat vanaf de komst van de socialisten, Gilbert Temmerman gevolgd door Frank Beke en Daniel Termont, er altijd ingezet is op ‘de zwakkeren eerst’. Als de zwakkeren eerst aan bod komen, dan wordt het geheel, de samenleving of de stad er beter van.

                            Uw studenten van lang geleden praten nog altijd over het raadsel van de bus: er stappen vijf mensen in een lege bus, drie haltes verder stappen er zeven uit.
                            Van Bendegem: Eigenlijk is het een mop: er komt een lege bus aan, er stappen vijf reizigers in. Drie haltes verder stappen er zeven uit. Nog eens een halte verder stappen er twee reizigers in zodat de bus opnieuw leeg is. Het is het verhaal van een vader die aan zijn zoontje probeert uit te leggen wat negatieve getallen zijn, maar de man gebruikt de verkeerde vergelijking. Ieder normaal mens vraagt zich af: hoe is het mogelijk dat er zeven mensen afstappen als er maar vijf in zitten en terecht. Ik gebruikte de mop om studenten wiskunde uit te leggen dat ze, als ze later voor de klas staan, heel goed moeten opletten met vergelijkingen en analogieën. Negatieve getallen leg je best uit aan de hand van een lift: je vertrekt op de gelijkvloerse verdieping (0), je duwt op het knopje van de vijfde verdieping (plus 5), je duwt op min twee (min zeven), om het gebouw te verlaten moet je twee verdiepingen naar omhoog (plus 2).

                              Jean Paul Van Bendegem

                              • Geboren op 28 maart 1953 in Gent
                              • in 1976 licenciaat in de wiskunde aan de Rijksuniversiteit Gent
                              • in 1979 licenciaat in de wijsbegeerte in Gent
                              • is logebroeder sinds 35 jaar
                              • is stichtend lid van SKEPP
                              • is sinds 1983 doctor in de wijsbegeerte en doceert in Gent, Antwerpen en de VUB
                              • publiceert in 1997 ‘Tot in der eindigheid’, zijn jongste uit 2017 heet ‘Verdwaalde stad’

                              Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

                              Lees meer over: Etterbeek , Wetenschap , Jean-Paul Van Bendegem , VUB , Logica , Wetenschapsfilosofie , emiritaat

                              Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

                              Site by wieni