Tom Peeters geeft Nederlandse les aan gedetineerden in de nieuwe gevangenis van Haren. Tweewekelijks schrijft hij over het leven achter de muur en in de klas.
'Gebrek aan stilte vinden gevangenen psychologisch belastend'
Buiten vult de koer zich met wandelaars. Een speelplaats, volle klaslokalen, stille gangen: het is weer het tijdstip van de dag waarop het gevangenisdorp het sterkst doet denken aan een schoolgebouw. In de pauze komt student P. uitgelaten de keuken binnen. “Jongens, kijk.” In zijn handpalm rust een broodje, keurig gepresenteerd op een servet. Hij heeft het voor de les in zijn cel bereid en verdeelt het zodat iedereen een stuk krijgt. Het verkruimelen gebeurt manueel - een normale gang van zaken in een keuken waar om veiligheidsredenen geen messen voorhanden zijn.
Ook de leraar krijgt een stuk. De sla en tomaten voelen warm in mijn mond. “Opgewarmd in het bewakerslokaal naast de klas,” zegt mijn student terwijl hij de broodkruimels afveegt van zijn wit met zwart voetbaljasje - voor kenners van het Italiaanse voetbal: La Vecchia Signora.
“Gebrek aan stilte vinden gevangenen psychologisch belastend”
Een broodje van een gedetineerde dat in de microgolfoven van de bewakers mag? Dat is vriendelijk van de dienstdoende cipier. “In Sint-Gillis was het niet waar geweest,” zegt hij. “De relatie met de bewakers was daar veel ingewikkelder. Had ik zoiets nog maar durven vragen, dan was de kans op discussie groot geweest.”
Waaraan dat ligt? Hij wijst naar zijn bovenkamer. In Sint-Gillis was de hectiek intenser. Haren zorgt voor mentale rust bij de bewoners. Het heeft onder andere te maken met het licht en de infrastructuur. Het is stiller, de deuren sluiten zachter in hun scharnieren. Vooral dat laatste vindt P., die zoals al mijn studenten met zijn eigen badge en zonder begeleiding naar de les komt, een verademing. “Constant klapperende deuren, dat is psychologisch zeer belastend,” zegt hij in het Frans. “Het lijkt niet altijd op een gevangenis, eerder op une institution.”
Het betekent niet dat alles op wieltjes loopt in de grootste gevangenis van het land, die haar bewoners een moderne en menswaardige benadering van vrijheidsbeperking voorspiegelde. “Het regime is minder vrij dan beloofd was. In Sint-Gillis mocht ik vaker mijn cel uit. Ik heb dat al met directeur Van Poecke besproken. Een vriendelijke man. Ik hoop dat hij er iets aan doet.”
P. realiseert zich dat het behalen van een diploma bij zijn vrijlating zijn kansen op een stabiele toekomst vergroot. Wie een opleiding volgt in de gevangenis, heeft volgens studies de helft minder kans op recidive. In afwachting van zijn vrijlating blijft hij de lessen volgen, met uitzondering van die paar keer dat hij de gevangenis één of anderhalve dag mocht verlaten. De altijd kalm blijvende cursist houdt het meest van de lessen waarin de focus op spreekvaardigheid ligt. Hij verwacht dat de rollenspelen over de weg vragen, naar de dokter of supermarkt gaan of in een snackbar een broodje bestellen van nut zullen zijn wanneer hij, na terugkeer naar zijn oude wijk in Laken, zijn loopbaan in de transportsector hervat.
Voorlopig blijft dat een droom, en bevindt P. zich niet in de koninklijke gemeente met haar lanen, pleinen en paleizen, maar in een naburig dorp, waar hij vanachter hoge muren hard werkt om de Nederlandse taal onder de knie te krijgen.
“Meneer, hoe zeg je pour l'instant?”
“Op dit moment.”
“Ik woon op dit moment in Haren.”
Lees meer over: Haren , Column , BRUZZ Columnisten , gevangenis van haren , Nederlands leren , gedetineerden
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.