Brusselse Nocturnes klimmen met 10.000 bezoekers voor het eerst weer uit coronadal

De 42 museuminstellingen die deelnamen aan de 23ste editie van de Brusselse Nocturnes hebben 10.000 bezoekers over de vloer gekregen. Vooral de Plantentuin Meise, Villa Empain en het Belgische stripmuseum vielen daarbij in trek. Met 10.000 bezoekers klimmen de nocturnes uit het coronadal.

De meest bezochte musea van de nocturnes, die plaatsvonden van 11 april tot en met 23 mei, waren Plantentuin Meise, waar ook de gekende reuzenaronskelk in bloei stond. Ook de art-decovilla Villa Empain aan de Franklin Rooseveltlaan trok heel wat bezoekers.

Verder waren ook het Belgisch stripmuseum, Belgian Beer World in het Beursgebouw en de art nouveau-huizen, zoals het Maison Autrique in Schaarbeek, Hotel van Eetvelde in Stad Brussel en Maison Hannon in Sint-Gillis, erg in trek.

Een derde van de nocturnebezoekers was jonger dan 26 jaar oud, een derde tussen de 26 en 35 jaar oud en het laatste derde deel waren bezoekers ouder dan 35.

Meeste bezoekers zijn Brusselaars

Vooral Franstaligen en Engelstaligen bezochten de Brusselse musea (43 en 40 procent), Nederlandstalige bezoekers maakten slechts 10 procent van het bezoekersaantal uit. 70 procent van het binnenlandse publiek, goed voor 86 procent van het totale aantal bezoekers, is Brusselaar. 14 procent van de bezoekers waren afkomstig uit het buitenland.

"Het was, ondanks het wisselvallige weer, een succesvolle editie. Vooral tijdens de twee zonnige donderdagen waren de nocturnes populair", meent Brussels Museums, de organisator van de nocturnes.

Met de 10.000 bezoekers klimmen de nocturnes uit het coronadal. Voor 2019 konden ze op om en bij de 20.000 bezoekers rekenen. Dat cijfer daalde zienderorgen op het moment dat corona losbarst, waarbij de bezoekersaantallen een stevige deuk kregen en onder de 10.000 bezoekers zakten. "We zien dat we voor het eerst sinds corona stilletjes aan weer aan het opklimmen zijn"