Nederlandstalige comedians zoeken publiek en podia in Brussel

Michaël Bellon
© BRUZZ
29/01/2025

Albert Loos

Terwijl de jongste generatie comedians op kleine Brusselse podia alle moed bijeenschraapt om een carrière uit te bouwen, laten stand-upsterren als Alex Agnew en Xander De Rycke de hoofdstad gewoon links liggen. Waarom is Nederlandstalige comedy in Brussel zo moeilijk? “Een grap valt anders in Buizingen dan in Brussel.”

Stand-up comedy is booming in Brussel. En toch ook weer niet. Franstalige en Engelstalige comedy is overal, Nederlandstalige comedy in cafés en kleinere zalen is in opmars. Alleen de comedians die in Vlaanderen zowat alle zalen platspelen, laten Brussel vaak links liggen.

De Nederlandse cabaretier Hans Teeuwen stond recent nog in het Koninklijk Circus, net als Wouter Deprez of Lieven Scheire. Voorts is Wim Helsen weleens in de KVS gesignaleerd. Toch dringt de hausse op het gebied van de Nederlandstalige comedy in Vlaanderen nauwelijks door tot in Brussel. Comedians als Alex Agnew en Xander De Rycke verkopen meermaals het Antwerpse Sportpaleis uit, en de meeste van hun collega’s doen zowat alle culturele centra in Vlaanderen en Nederland aan. Maar niet onze hoofdstad. Hoe komt dat?

Dure huur

Eind vorig jaar speelde comedian Jeroen Leenders – sinds zijn succesvolle aantreden in De slimste mens ter wereld bijzonder populair – zowaar twee keer in Brussel: in gemeenschapscentrum De Markten en in Vlaams-Nederlands Huis deBuren. Leenders is een buitenbeentje, omdat hij de meeste van zijn optredens, die moeiteloos uitverkopen, zelf regelt. Hij werkt zelden met een promotor of boekingskantoor, en dat hij na lang zoeken toch in Brussel optrad, is eerder dankzij dan ondanks dat eigengereide parcours.
“Eigenlijk is de Vlaamse comedy afwezig in Brussel,” zegt Leenders met veel aplomb. “En dat is toch bijzonder, want Brussel is een logische en bereikbare plek om aanwezig te zijn. Ik blijf daar dus naar streven, maar het is waanzinnig moeilijk.”

BRZ_20250129_1920_COMEDY_Jeroen Leenders_cartoon_(c)_Photonews.jpg

photonews

| Jeroen Leenders

"Voor mij is Brussel eerder een prestigeproject, geen financiële vetpot. "

Jeroen Leenders

De hoofdoorzaak ligt volgens Leenders bij het gebrek aan zalen om te spelen. Of je wordt geprogrammeerd door theaters, die je dan boeken tegen een uitkoopsom en zelf de promotie en ticketverkoop verzorgen. Of je huurt als comedian, manager, booker of promotor zelf een zaal, regelt zelf de promotie en ticketverkoop, en incasseert zelf de recette. “Mijn zoektocht naar een zaal in Brussel heeft zo twee jaar geduurd,” zegt Leenders. “Zelf lijken de theaters namelijk niet erg geïnteresseerd. Zij hebben hun eigen programma, hun eigen missie en maken hun eigen keuzes, wat ik deels kan begrijpen. Maar dat ik in die stad van een miljoen inwoners ook maar twee zalen vond om tegen een min of meer haalbare prijs te huren, is toch bizar? In Antwerpen kan je als groep beginnende comedians weleens een risico nemen met kleinere zaaltjes voor 150 tot 300 euro. Maar in Brussel wordt de marge heel klein. Bij een Brussels theater had ik een zaal voor 100 toeschouwers kunnen huren voor 1.500 euro. Dan moet je al minstens 20 euro voor een ticket vragen om iets over te houden, als je zelf geen overheadkosten hebt. Anders moet je naar 25 euro per ticket gaan voor een solo-optreden. Een line-up met een grote naam, zou dan al 50 euro moeten kosten.”

Toch wil Leenders volgend jaar opnieuw in Brussel spelen. “Voor mij is dat eerder een prestigeproject, geen financiële vetpot. Maar comedians met minder bekendheid lopen hierop vast. Als je gratis speelt, kan je natuurlijk makkelijk succesvol zijn, maar de middenklasse van Nederlandstalige comedians komt op die manier niet aan de bak. Zo bouw je ook geen lokaal publiek op.”

Burn-out voor beginners

Dat wat Leenders ervaart breed gedeeld wordt, bevestigt Chris Verhaeghe van boekingskantoor 5to9, dat comedians als Gunter Lamoot, Guga Baúl, Jade Mintjens, Lukas Lelie, Amelie Albrecht en Arnout Van den Bossche vertegenwoordigt. “Ik ben al zestien jaar actief in de comedy en ben me bewust van het probleem. Het gros van onze comedians speelt véél in Vlaanderen en in de rand rond Brussel – van Asse tot Overijse en van Tervuren tot Wemmel –, maar binnen de ring hebben wij bijna geen shows. Niet dat we niet willen. Integendeel, als we aanvragen krijgen, gaan we daar graag op in. Onze tournees worden ook alleen maar groter, met meer comedians en meer shows in grotere zalen. Zalen voor 2.000 toeschouwers, zoals de Capitole in Gent of de Stadsschouwburg in Antwerpen, vulde een bekende comedian vroeger twee keer, en nu tien. Maar de meeste Brusselse cultuurinstellingen zijn Franstalig, en de Vlaamse zijn toch eerder op Brussel dan op een breed Vlaams publiek gericht. Een huis als de Ancienne Belgique is wél breed bekend bij Vlamingen, en wij hebben daar ook al eens gepolst, maar ik begrijp ook dat zij waken over hun profiel als muziekhuis. Het Koninklijk Circus is dan weer heel mooi, maar bij de gemiddelde Vlaming minder bekend, waardoor die minder snel de stap zet. Dat Arnout Van den Bossche er nu toch speelt, is niet omdat hij daar geprogrammeerd werd, maar omdat wij huren en het commerciële risico nemen.”

BRZ_20250129_1920_COMEDY_Coach_2_Arnout_Cartoon.jpg

Arnout Van den Bossche staat in februari niet alleen met zijn huidige Nederlandstalige show Coach in het Koninklijk Circus, maar zal in het Théâtre de la Toison d’Or ook met een tweetalige versie van zijn vorige show Burn-out voor beginners/Burn-out pour les débutants staan.

Waarom dan toch net als Jeroen Leenders dat risico nemen? “Misschien uit een soort eergevoel,” zegt Verhaeghe. “Toen Wouter Deprez en Lieven Scheire in het Koninklijk Circus stonden, heb ik daarover wel gepraat met hun entourage. Ik vergelijk het een beetje met naar het buitenland gaan. Je wilt graag, al vertrek je opnieuw van nul. Omdat de Brusselse ring toch samenvalt met een scheidingslijn tussen medialandschappen en communicatiekanalen.”

Aardig is dat 5to9 de scheidslijn ook overschrijdt met een opmerkelijk initiatief. Arnout Van den Bossche staat in februari niet alleen met zijn huidige Nederlandstalige show Coach in het Koninklijk Circus, maar zal in het Théâtre de la Toison d’Or ook met een tweetalige versie van zijn vorige show Burn-out voor beginners/Burn-out pour les débutants staan. Verhaeghe: “Arnout speelde de show al zo vaak in het Engels en het Frans dat de tweetalige Olivier Vanhuysse de show in het Frans nu overneemt als ‘Arnaud Dubois’. Maar de twee spelen de show ook zij aan zij in een tweetalige versie.”

Humus onder de toplaag

De toplaag van Vlaamse comedians komt dus maar mondjesmaat naar Brussel. De tussenlaag ontbreekt in grote mate. Maar met de humuslaag van jonge comedians die aan de weg timmeren in cafés en kleinere zaaltjes, gaat het wel goed. Brusselaar Yannick Joos treedt op in het Frans bij What The Fun en Yourire, én in het Engels, waardoor hij ook organisaties kent als Comedy Brussels, Brussels Comedy, Insecure & Dangereux, Countdown Comedy Club, Belgian Comedy Network en Side Splitters Comedy. In 2018 pionierde hij samen met Iwein Segers met Nederlandstalige comedy in Les Brasseurs. Vervolgens organiseerde hij samen met Austin Shale Engelstalige comedy onder de naam Punch Drunk Comedy in KFK Hope Bar. Door dat algemene succes kwam hij nagenoeg gelijktijdig met zijn goede vriendin, schrijfster en comedian Laurien Vereecken op het idee om in KFK Hope ook Nederlandstalige comedy te programmeren.

BRZ_20250129_1920_COMEDY_Yannick Joos_2_cartoon_(c)_Morgane Verstraeten.jpg

Morgane Verstraeten

| Yannick Joos

"Voor mezelf is het ook handiger om met de fiets naar een optreden te kunnen gaan, in plaats van anderhalf uur in de auto naar Antwerpen of Gent te zitten.”

Yannick Joos

Net als de eerste drie edities van Choux Choux Comedy is ook de vierde op 13 februari na een simpele Instagram-story alweer volzet. De avonden zijn gratis maar crowd-funded. Door een publiek dat weet dat ook comedians graag wat betaald worden, en dus gerust tien tot vijftien euro willen afstaan. Al kan een student met een klein budget ook met een beperktere bijdrage comedians ontdekken die niet per se de televisie halen.

“Ik wist dat Choux Choux zou aanslaan,” zegt Joos, “want we hadden al een visie, een mooi logo van Jango Jim, een goede zaal en een netwerk om te zorgen voor line-ups met gevarieerde vormen van humor. Voor onszelf is het ook handiger om met de fiets naar een optreden te kunnen gaan, in plaats van anderhalf uur in de auto naar Antwerpen of Gent te zitten.”

Vereecken: “Er zijn genoeg jonge Nederlandstaligen in Brussel die ook van comedy willen genieten, en we hebben hier ook talent zoals Kathleen Peters, Quinten Leon, Dena Vahdani of Serine Ayari. Daarbij zijn ook Vlaamse comedians als Tim Loobuyck, Seppe Toremans, Thomas Smith, Bert Gabriëls en Roosje Pertz enthousiast om hier een progressief publiek te vinden waarvoor zij de perfecte comedy maken.”

Veilig of uitdagend

Staat Brussel misschien voor een bepaald soort comedy? Daar kan Arbi el Ayachi wel iets over zeggen. De comedian, die ondertussen in Rotterdam woont maar familie heeft in Brussel en hier ook regelmatig optreedt in het Engels, geeft momenteel een workshop stand-upcomedy voor Nederlandstaligen in Zinnema. “Diep in Vlaanderen mag je als comedian uit de grote stad toch vaak uitleggen waarom jij zo ‘raar’ bent. Als je in een Vlaams dorp zegt dat je je broodjes haalt bij Mustafa de bakker, dan is ‘Mustafa de bakker’ een grap, terwijl dat in Brussel gewoon een herkenbare context is. Hier hoef je je niet bezig te houden met het verklaren of verantwoorden van jezelf.”

BRZ_20250129_19020_Comedy_Arbi el Ayachi_Cartoon_(c)_Albert Loos.jpg

Albert Loos

| Arbi el Ayachi

"Als je in een Vlaams dorp zegt dat je je broodjes haalt bij Mustafa de bakker, dan is ‘Mustafa de bakker’ een grap, terwijl dat in Brussel gewoon een herkenbare context is."

Arbi el Ayachi

Vereecken: “Yannick en ik maken ook weleens comedy over de slechte naam die Brussel soms heeft, en hoe onnozel dat is als je bekijkt wat hier allemaal te doen is. Onze mantra bij Choux Choux is in ieder geval ‘alles liefde’. We willen dat comedians zich gesteund en veilig voelen, en ook het publiek weet dat het niet voor schut wordt gezet. Al is de comedyscene sowieso heel supportive. Er wordt veel aan community building gedaan via gezamenlijke schrijfsessies en workshops. En die is ook welkom. Want comedy is eigenlijk waanzinnig, omdat je er in het begin helemaal niet goed in bent. Nu ik drie, vier jaar bezig ben, begint het eindelijk te lukken. Je moet blijven voortdoen om beter te worden, maar je leert en plein public, en dat maakt de stiel hard.”

Dat laatste herkent ook comedian Kelia Kaniki Masengo, een van de namen op de affiche van Lachen met deBuren op 7 februari. Die avond treden zes Belgische en Nederlandse comedians aan, onder wie ook BRUZZ-columniste Kathleen Peters en de Nederlandse comedian Bas Keemink – die de avond cureert en ook zelf initieerde bij deBuren, omdat “de magische aantrekkingskracht die Brussel op mij uitoefende omgekeerd evenredig bleek te zijn met de speelgelegenheden hier.” Kaniki Masengo deelt haar ervaringen als beginnende comedian met haar studenten communicatie aan de Odisee Hogeschool, en met de luisteraars van Culture club op Radio 1. Zelfs met haar beperkte ervaring – “zestien optredens, waarvan er twee een beetje goed gingen” – weet zij ook hoe een publiek kan verschillen. “Als ik vertel dat mijn mama wit is, mijn papa zwart, en dat mijn eigen kleur ‘in de war’ is, dan valt die grap anders in Brussel dan in Buizingen. Tegelijk kan en wil ik zo’n onderwerp ook niet onbesproken laten, en wil ik niet ‘cateren’ op maat van een bepaald publiek. Door in uitdagende contexten te spelen, ga je harder aan je materiaal werken.”

Identiteit en intimiteit

Wat zouden tot slot verklaringen kunnen zijn voor de groeiende populariteit van comedy? Yannick Joos wijst op de vaste waarde van humor als copingmechanisme, als manier om maatschappelijke kwesties en taboes te belichten of gewoon je zorgen te vergeten. “Er is zoveel in de wereld dat je aan het lachen of huilen kan brengen, en het is jouw keuze welk van de twee je kiest. Er zitten in ons publiek zowel diehard stand-upcomedyfans als mensen die voor het eerst een liveshow bijwonen. Ik voel dat we hier iets waardevols aan het opbouwen zijn.”

BRZ_20250129_1920_COMEDY_Kelia Kaniki Masengo_cartoon_2.jpg

Kelia Kaniki Masengo

“Als ik vertel dat mijn mama wit is, mijn papa zwart, en dat mijn eigen kleur ‘in de war’ is, dan valt die grap anders in Brussel dan in Buizingen."

Kelia Kaniki Masengo

Kaniki Masengo: “Ik ben zoals velen comedian geworden omdat vrienden en familie mijn dwangmatige grappen op een gegeven moment beu werden. Maar ook omdat ik een midlifecrisis en problemen heb. (Lacht) Toen ik bij deBuren deelnam aan het traject voor jonge opiniemakers ‘Nieuw geluid’, werd Dalilla Hermans net publiek gebasht, en vond ik opinie maken te onveilig. Met humor kan ik ook mijn stem laten horen, en tegelijk ongelofelijk veel energie terugkrijgen van het publiek.”

El Ayachi kan daarop inpikken, maar wil de hausse in de comedy eerst nog even nuanceren. “Sinds corona zijn veel comedyavonden eigenlijk veranderd in open mic-avonden, die voor organisatoren meer een manier zijn om goedkoop comedy aan te bieden en comedians minder te betalen. Dat zorgt ervoor dat de grote namen wegblijven en dat beginnende comedians een professionele set proberen te spelen, terwijl ze daar nog niet klaar voor zijn.”

Als lid van het comedycollectief Hakims of Comedy zag Al Ayachi de inclusie in de mainstream wel toenemen. Hij merkt nu vooral een grote behoefte aan inclusiviteit en diversiteit in het geven van workshops, met een aanpak die breder gaat dan afkomst en kleur, maar ook aandacht heeft voor gender, seksuele geaardheid en beperkingen. En zoals comedians hard moeten werken aan hun identiteit, heeft een comedy-scene in een stad als Brussel ook tijd nodig om te groeien. “Het idee dat je de identiteit van een Nederlandstalige in Brussel ook via comedy kan uitdrukken, bestaat nog maar pas. En beginnende comedians hebben toch ook best al iets meegemaakt in hun leven, waardoor ze een verhaal te vertellen hebben. Het is dat verhaal dat bepaalt hoe groot de zaal moet zijn. Een populair verhaal dat veel mensen raakt, kan in grote zalen en op verschillende plekken. Maar we hebben ook behoefte aan intieme verhalen, die gebaat zijn bij de samenhorigheid in kleine undergroundzaaltjes.”

  • Op 7/2 kan je Lachen met deBuren, deburen.eu
  • Arbi el Ayachi geeft tot 25/2 stand-up-workshops bij Zinnema, zinnema.be
  • Choux Choux Comedy in KFK Hope Bar op 13/2
  • Arnout Van den Bossche in het Koninklijk Circus op 28/2
  • Arnout Van den Bossche & Arnaud Dubois in het Théâtre de la Toison d’Or op 13/2
  • Maandelijks is er ook een Nederlandstalige Comedy Open Mic in Ganshoren, 28/2, café In den Hemel

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni