De puppy charmeert, de Mechelse herder is een langblijver

Brusselse dierenasielen merken voorlopig nog geen stijging van het aantal achtergelaten huisdieren door impulsaankopen, al verwachten ze dat die er zeker nog komt. Wat afgelopen jaar wel groeide, was de vraag naar kleine raskatten en -honden, “maar die hebben we niet”.

“Als we communiceren over een nieuw binnengekomen jonge kat of puppy, moeten we opletten dat mensen niet meteen aan onze deur staan te drummen”, vertelt Ludivine Nolf van dierenasiel Veeweyde. Dagelijks krijgen ze 15 tot 20 aanvragen om kleine huisdieren te adopteren. “De vragen zijn ook heel specifiek: siamese katten, bordercollies, chihuahua’s... Mensen lijken te denken dat we een winkel zijn, en vragen naar onze ‘voorraad’.”

Het is een tendens die zich al het hele jaar voordoet, zo ook bij de Anderlechtse afdeling van Help Animals. “Kleine honden en katten blijven hier nog geen 24 uur, of ze zijn alweer geadopteerd”, zegt onthaalmedewerker Henry De Beir.

Ondertussen zien beide dierenasielen de grotere honden met complexere achtergrond ouder worden. “Onze Mechelse herders en Amerikaanse staffords zijn de langblijvers. Het zijn ook die honden die de meeste ruimte en tijd voor opvoeding vragen”, legt Nolf uit.

Tijd en geld

Tijd is dan ook de voornaamste reden om een huisdier terug naar het asiel te brengen. Tot nu toe merken De Beir en Nolf nog geen grotere terugkeer van geadopteerde dieren of meldingen van zwerfdieren. “De golf van achtergelaten dieren, die zich vooral tijdens de vakanties voordoet, is dit jaar uitgebleven doordat minder mensen reizen”, aldus Nolf. “Ik hoop dat de periode van lockdown en thuiswerk er net voor kan zorgen dat meer mensen de tijd hebben genomen om hun huisdier op te voeden en ermee te spelen.”

Dat zou ervoor kunnen zorgen dat eens het virus meer onder controle is, er geen grote terugkeer van huisdieren komt. “We verwachten het wel een beetje, dus we zijn op onze hoede”, geeft De Beir toe. Mensen die bij Help Animals adopteren, kunnen hun huisdier niet zomaar aan een vriend of familielid afstaan, maar moet dat terugbrengen naar het asiel. “Plaats hebben we voorlopig wel. En als dat niet het geval is, verwijzen we door naar andere asielcentra.”

Bij Veeweyde is ruimte momenteel wel een probleem. Afgelopen november startten ze met renovatiewerken, die niet voor 2022 klaar zullen zijn. “Daardoor moesten we al heel wat dieren weigeren. Vroeger namen we ook alle dieren aan, maar nu hebben we beslist geen exemplaren meer te accepteren die niet uit het Brussels Gewest komen. Andere regio’s moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen”, stelt Nolf.

Niet de cijfers, maar wel de redenen waarom enkele mensen hun huisdieren tegenwoordig terugbrengen, zijn volgens De Beir opvallend. “Dat heeft nu al met corona te maken. Zo ken ik een ouder koppel dat ziek werd en naar het ziekenhuis moest en ons hun kat teruggaven. Ook financiële redenen spelen mee: mensen die hun job verloren tijdens de crisis kunnen zich de zorgen voor een huisdier niet meer veroorloven.”

Normale adoptiecijfers

Over het algemeen zag Help Animals de adoptiecijfers niet stijgen het afgelopen jaar. “In het begin van de eerste lockdown was er wel een piek, maar over het gehele jaar hebben we een vergelijkbaar aantal adopties als in 2019”, verklaart De Beir.

Bij Veeweyde gaat het om zo’n tien adopties per twee weken, al benadrukt Nolf dat de cijfers niet representatief zijn door de renovatiewerken. “We kunnen gewoonweg niet alle dieren opvangen, en aan de specifieke vragen naar kleine katjes en honden kunnen we niet voldoen.”