Brussel wil terrasverwarming aan banden leggen: ‘Nood aan steun, niet aan restricties’

In het Brussels parlement ligt een verbod voor de Brusselse horeca op tafel om vanaf juni terrasverwarming te gebruiken. Die maatregel maakt deel uit van een breder regionaal plan rond energie, klimaat en afval. Al snel rees evenwel de vraag of dat voorstel geen negatieve impact zou hebben op de sector. De Brusselse Horecafederatie hoopt alvast dat het verbod op de schop gaat.

De kwestie kwam woensdag ter sprake in de commissie Leefmilieu van het Brussels parlement. Bevoegd minister Alain Maron (Ecolo) lichtte er het ordonnantievoorstel toe dat aanpassingen aan de wet voorziet op vlak van energieverbruik, klimaat en afval.

In dat voorstel komen enkele energiebesparende maatregelen aan bod. Die werden in 2022 al eens tijdelijk toegepast in het licht van de energiecrisis. Doel is om die nu definitief in te voeren. Zo zouden winkels en kantoren de lichten moeten doven tussen 22 uur en 6 uur ’s morgens indien er niet gewerkt wordt en moeten verwarmde handelszaken verplicht hun deuren sluiten. Het was evenwel vooral het verbod op terrasverwarming voor horecazaken dat de gemoederen beroerde.

De Brusselse Horecafederatie ziet die maatregel alvast niet zitten. “Voor heel wat uitbaters vormen de terrasverwarmers een belangrijke bron van inkomsten tijdens de wintermaanden”, zegt voorzitter Mathieu Léonard aan BRUZZ. “Zonder kunnen ze wel wat besparen op de energiefactuur, maar dat weegt in geen geval op tegen het verlies van klanten en omzet.”

Extra beperkingen

Onder meer Mathias Vanden Borre (N-VA) en Aurélie Czekalski (MR) wezen op het aanzienlijke aantal faillissementen onder de Brusselse horecazaken. “De voorbije periode kreeg de sector het hard te verduren door opeenvolgende crisissen”, klonk het bij Czekalski. “Onze horeca heeft geen nood aan extra beperkingen.” Ze vroeg zich ook af of een regering in lopende zaken wel dergelijke beslissingen kan nemen.

Bij de PS klonk dat ze het ordonnantievoorstel globaal steunt. Wel pleit de partij voor een “soepelere maatregel” dan een verbod op terrasverwarming. “Tijdens de winter draaien zaken met buitenverwarming het beste”, zei Cécile Vainsel. “De impact van het verbod op het milieu is gering, maar voor de horeca maakt dit wel degelijk een verschil qua omzet.”

Les Engagés dienden alvast een amendement in om de inwerkingtreding van de maatregel met een jaar uit te stellen. Zo zou er meer tijd overblijven voor overleg met de sector en het federale niveau. Défi kantte zich daartegen. “Er zijn nu dringend maatregelen nodig”, zei Jonathan de Patoul daarover. Hij pleitte voor een ondersteuningsplan voor de Brusselse horeca op korte termijn.

Lees verder onder de foto.

Oneerlijke concurrentie

Dat er mogelijk sancties volgen voor horecazaken die zich niet aan het verbod houden, was ook onderwerp van discussie. Minister Maron verdedigde zich door te stellen dat “sancties de laatste optie zijn”, en hier sowieso sensibilisering aan vooraf zal gaan. “De invoer van het verbod zal geleidelijk aan gebeuren”, gaf hij nog mee.

De minister wees er ook op dat het verbod pas vanaf juni zou gelden. “Op het moment dat de maatregel in werking treedt, zal er geen terrasverwarming nodig zijn. De sector zal dus ongeveer een jaar hebben om zich aan te passen.”

Nog volgens Maron zorgt terrasverwarming voor oneerlijke concurrentie. “Het zijn vooral de grote spelers die terrasverwarming kunnen aanschaffen. Kleinere zaken hebben daar vaak de middelen niet voor.” Tot slot voegde hij toe dat de uitdagingen voor de horeca niet nieuw zijn, en het federale niveau op vlak van fiscaliteit en tewerkstelling ook een verantwoordelijkheid draagt.

Uitgesteld

Maron gaf in de commissie ook aan dat de Brusselse horecafederatie in 2022 net wel voorstander was van het ordonnantievoorstel. “De situatie was in 2022 anders dan nu”, reageert Mathieu Léonard van de Brusselse Horecafederatie. “Onder andere de loonkosten en kostprijs van onze producten zijn sindsdien alleen maar gestegen. En toen werd ons ook een financiële compensatie beloofd die achteraf ondermaats bleek. We hebben nood aan echte steun, niet aan extra restricties.”

Volgens Léonard zet Maron de horeca bovendien in om zijn beleid goed te praten. “Hoe willen we de mensen overtuigen dat ze moeten investeren in isolatie voor hun huis, terwijl de horeca zomaar de buitenlucht mag verwarmen? We moeten coherent blijven”, liet de minister immers vallen in het Brussels parlement.

De debatten in de commissie Leefmilieu namen meer tijd in beslag dan gepland. Daarom is de stemming uitgesteld naar volgende week woensdag. De Brusselse Horecafederatie hoopt dat het verbod alsnog op de schop gaat. “Zo niet dan ziet de toekomst er weinig rooskleurig uit”, besluit Léonard. “Heel wat jonge ondernemers zullen de sprong niet meer wagen.”