De Haven van Brussel is het kloppende economische hart van de stad en het kanaal de hoofdslagader. Zo'n 350 havenbedrijven creëren er jaarlijks een meerwaarde van één miljard euro. In de toekomst wil de Brusselse havengemeenschap dat cijfer graag de hoogte injagen. Maar dat kan enkel als het Gewest zorgt voor vlotte toegangswegen en het aantal woonzones langs het water geen prioriteit krijgt op de ontwikkeling van de havenindustrie.
Brusselse havenbedrijven willen uitbreiden: 'We hebben een toplocatie'
De bedrijven in de Brusselse haven hebben de ambitie om uit te breiden. Dan moet het evenwicht tussen wonen en industrie wel bewaard blijven, waarschuwen ze. “Vroeger was er een heel grote druk van de woonfunctie. Sinds covid is die druk weg. Er is nu een plaats voor wonen,” zegt Gert Van Der Eeken, directeur-generaal Brusselse Haven. “Maar dat is in de havenzone eigenlijk bijkomstig.”
Een moeilijker punt is mobiliteit. “Je kan een schip laden en lossen, maar de inhoud moet per vrachtwagen vervoerd worden. Geraken ze echter niet meer tot hier, dan vallen we stil,” zegt Alphonse Stevens, eigenaar van recyclage- en recuperatiebedrijf Stevens Recycling.
Precies dat zou volgens de Brusselse Havengemeenschap gebeuren indien de herinrichting van de Van Praetlaan en de Vuurkruisenlaan niet herbekeken wordt. Door de huidige werken zijn slechts drie rijstroken beschikbaar: twee stadsuitwaarts, en één om Brussel binnen te rijden.
Een studie loopt naar een oplossing met ‘slimme baanvakken’, klinkt het bij Brussels minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen). Maar die wordt volgens Michel de Bièvre, voorzitter van de Brusselse Havengemeenschap, steeds uitgesteld. “Volgt er geen vooruitgang, dan zullen bedrijven Brussel op termijn verlaten.”
Lees meer over: Economie , brusselse haven , Havengemeenschap , Elke Van den Brandt