Portret

Einde van een tijdperk: Brusselse schoenenwinkel Hatshoe stopt ermee

Bettina Hubo
© BRUZZ
10/01/2025

Saskia Vanderstichele

33 jaar lang verkocht Lieve Buyse designerschoenen in de Dansaertstraat. Ze zag hoe sneakers en e-commerce de schoenenwereld inpalmden, maar hield zelf stevig stand. Nu sluit ze haar boetiek.

Hoewel het nooit haar bedoeling was om een winkel te openen, stond Lieve Buyse in augustus 1991 plots schoenen te verkopen in een pandje in de Dansaertstraat. Buyse werkte als diëtiste, maar besloot op een gegeven moment om te switchen naar de modewereld, haar grote passie. Het werden schoenen, ze had sinds haar kindertijd al een zwak voor schoeisel.

Buyse werd agent voor enkele Franse luxe schoenenmerken, maar al snel bleek dat het in Brussel ontbrak aan winkels waar die verkocht konden worden. “Daarom ben ik het maar zelf gaan doen,” vertelt ze. Ze kon terecht in een minuscuul winkeltje – zonder toilet – in de Dansaertstraat.

Die wijk had nog maar net de sluier van die grauwe jaren tachtig afgelegd. “Hier in het middendeel van de Dansaertstraat was er helemaal niets van winkels, op een zaak in blikgroenten na. Je voelde wel dat er iets op til was. Modepionier Jenny Meirens was naar de buurt gekomen met haar Japanse modelabels en in het eerste deel van de straat zat Stijl, dat de jonge Belgische ontwerpers vertegenwoordigde.”

Ik heb altijd goede zaken kunnen doen en alle facturen kunnen betalen. Ik kan eindigen in schoonheid.

Lieve Buyse

Eigenaar Hatshoe

Met haar aanbod van designerschoenen paste Buyse goed in die omgeving. Toen vier jaar later vlakbij een iets grotere ruimte vrijkwam, kocht ze die en verhuisde ze naar nummer 89, waar haar zaak, Hatshoe, nog altijd zit. Rond die tijd, halverwege jaren negentig, verhuisde ook Stijl naar het middenstuk. In de hele straat vestigden zich steeds meer ontwerpers en multimerkenzaken. Stilaan werd Dansaert synoniem voor mode.

In de begindagen verkocht Hatshoe ook hoeden, vandaar de naam. “Grote sjaalhoeden. Mensen vonden het leuk om die te passen, maar kochten ze niet.” Daarom besloot Buyse alleen nog schoenen en een enkele tas te verkopen. Verschillende merken passeerden de revue. Vandaag werkt ze onder meer met Dries Van Noten, Jil Sander, Marni en Maison Margiela. Van dat laatste merk heeft ze elk jaar weer de Tabi-schoenen, het iconische ontwerp met de gespleten teen dat al 35 jaar meegaat.

In de loop der tijd zag Buyse een en ander veranderen in schoenenwereld. Het aantal kleine ontwerpersmerken nam af en steeds meer designers trokken voor de productie naar landen als Portugal, Spanje of China. “De tijd dat schoenen bijna exclusief in Italië werden gemaakt, is voorbij. De onze komen er meestal wel vandaan.”

Ook heeft Buyse de indruk dat er iets minder originaliteit in de ontwerpen zit. “De signatuur van sommige designers is minder helder,” zegt ze. “Er is in het algemeen iets minder durf, bij de ontwerpers, maar ook bij de consument. De gretigheid om originele schoenen te vinden lijkt wat minder groot.”

Vermaledijde sneakers

Buyse wijt het onder meer aan de komst van de vermaledijde sneakers. “Het is een fenomeen waar je niet omheen kan, maar ik word er niet blij van,” zegt ze. “Ik vind het onelegant, een beetje saai ook. Veel mensen dragen sneakers voor het gemak, maar ik heb lederen schoenen die net zo makkelijk zijn en waarin je voeten bovendien kunnen ademen.” Ondertussen heeft ze zelf ook sneakers, ze geeft het toe, en staan er bij Hatshoe enkele paren in het rek. “Niet veel, dit is geen sneakerwinkel.”

Gelukkig waren er al die tijd genoeg klanten die zich wilden onderscheiden met bijzondere, lederen schoenen. En die het apprecieerden dat Buyse in het enorme schoenenaanbod een eerste selectie maakte. “Ik heb mijn winkel altijd bewust klein gehouden. Dus moest ik bij het inkopen in de showrooms in Parijs en Milaan strenge keuzes maken. Het voordeel is dat ik me kon beperken tot die modellen waar ik honderd procent achterstond en zo een eigen identiteit kon opbouwen. Nadeel van klein zijn is dat niet alle merken met je willen werken. Soms moet je voor een minimumbedrag inkopen. Dat heb ik nooit gewild.”

BRZ 20250108 1917 Hatshoe Lieve Buysse 2

Saskia Vanderstichele

| Lieve Buyse: "Ik heb mijn winkel altijd bewust klein gehouden."

Bij de selectie die ze maakte, stond draagbaarheid altijd voorop. “Ik hou van creatieve, schoenen, iets aparts,” zegt Buyse, die zich voor haar laatste seizoen op een paar knalrode haklaarsjes trakteerde. “Maar het moet niet te gek zijn, want dat is commercieel niet interessant.” Hakken van meer dan acht cm of extreem extravagante schoenen zitten niet in de collectie, lacht ze. “Op een leuke uitzondering na, die het goed doet in de vitrine.” Ze neemt uit de etalage een paar grappige muiltjes, gemaakt van koperkleurige glittersprietjes. “Apart, maar het verkoopt niet.”

Schoenen kosten bij Hatshoe doorgaans tussen de vier- en achthonderd euro, met uitschieters tot boven de duizend. “Het duurdere middensegment,” noemt Buyse het. “Voor velen is het een investering,” beseft ze. “Ik heb klanten die zich pijn doen om toch maar die schoenen te kunnen kopen. Sommigen betalen in twee keer. Maar ik heb er ook die in één klap drie paar schoenen meenemen.”

Dat de e-commerce ook de schoenenhandel inpalmde, vindt ze jammer. “Er gaat zoveel verloren als je online koopt: de beleving, het plezier om rond te kijken en te passen, en de dienst na verkoop.” Toch begon ook zij tijdens corona met een webwinkel. “We moesten wel. Alles was dicht.”
Van de concurrentie van het internet heeft ze al bij al niet heel veel last gehad in haar niche. “Ik heb altijd goede zaken kunnen doen en alle facturen kunnen betalen. Ik kan eindigen in schoonheid.”

Minder exclusief

Want ja, eind januari sluit Hatshoe. “Ik heb de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en wilde graag op een hoogtepunt stoppen,” legt ze uit. In haar winkelpand komt straks een zaak in sjaals en handtassen. Jana Phlips, jarenlang Buyses rechterhand, blijft er werken.

Dat Hatshoe verdwijnt, is ongetwijfeld een verlies voor de Dansaertstraat, die de laatste jaren al meerdere van haar pluimen verloor. Ook Buyse, die tien jaar lang de lokale handelaarsvereniging mee leidde, zag hoe er veel multimerkenwinkels verdwenen en hoe de buurt wat minder exclusief werd. Toch blijft ze geloven in het potentieel van de straat. “Er zijn nog heel mooie winkels, zoals Stijl, Icon en Underwear, en in de buurt zijn er fijne restaurants bijgekomen.”

Het zal lastig worden om nog een schoenwinkel te vinden van het kaliber van Hatshoe. “Mijn klanten vragen er dagelijks naar. Maar, eerlijk, ik ken in Brussel geen enkele winkel met een vergelijkbaar aanbod. Het toont wel dat we iets betekend hebben. We zijn hier niet voor niets geweest.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni