Vijf vragen over een nieuwe Brusselse regering

De bewoners van onze stad hebben gestemd voor nieuwe Brusselse parlementsleden. De partij Mouvement Réformateur, in het kort MR, werd de grootste bij de Franstalige partijen. De partij Groen werd de grootste bij de Nederlandstalige partijen. Wanneer komt er een nieuwe regering? En hoe gebeurt dat precies? Vijf vragen en antwoorden.

1. Wie komt er in de volgende regering?

Dat is nog niet bekend. Wel weten we wie genoeg stemmen kreeg voor een zetel in het parlement en welke partijen de grootste zijn geworden. Op basis daarvan gaan de Franstalige en Nederlandstalige partijen allebei op zoek naar een meerderheid. Een meerderheid is een samenwerking tussen partijen die gaan regeren. Ze moeten daarvoor meer dan de helft van de zetels in het Brussels parlement bezetten.

De partijen die in de meerderheid zitten, mogen regeren. De andere partijen niet. Zij zitten dus in de oppositie en ze controleren het werk van de meerderheid.

Er zijn in het Brussels parlement in totaal 89 zetels. Zetels zijn zitjes, of stoelen in het Brussels parlement. Van die zetels zijn er 72 gereserveerd voor de Franstalige partijen. Zij hebben dus 37 zetels nodig om een meerderheid te halen. Daarnaast zijn er in totaal 17 zetels gereserveerd voor Nederlandstalige partijen. Zij hebben 9 zetels nodig voor een meerderheid.

2. Wie kiest wie er in de regering komt?

De komende maanden wordt duidelijk welke partijen in de nieuwe meerderheid komt, en wie in de oppositie. De winnaar bij de Franstalige partijen is MR, een liberale partij. Die partij gaat zelf op zoek naar Franstalige partners voor de nieuwe meerderheid. De winnaar bij de Nederlandstalige partijen is Groen. Ook die partij zoekt zelf partners bij de Nederlandstalige partijen en maakt ook een nieuwe meerderheid.

Wanneer de Franstalige en Nederlandstalige partijen apart hebben beslist met wie ze willen samenwerken in de nieuwe regering, gaan ze samen kijken of ze een regeerakkoord kunnen maken tussen de Nederlandstalige en Franstalige partijen. Het regeerakkoord legt de belangrijkste afspraken vast voor de volgende regering.

3. Wanneer komt de nieuwe regering?

Dat weten we nog niet precies. Dat hangt af van hoeveel tijd de voorzitters van Groen en MR nodig hebben om een meerderheid te zoeken. Daar zullen ze de komende weken hard aan werken.

Zowel aan Franstalige als aan Nederlandstalige kant is dat niet gemakkelijk. De partijen zijn het niet eens over verschillende onderwerpen. Toch hoopt de voorzitter van MR dat we in oktober een nieuwe regering hebben.

4. Maar wie bestuurt Brussel als er geen regering is?

De oude regering blijft regeren tot de nieuwe regering start. Dat betekent dat de Franstalige socialistische partij PS van minister-president Rudi Vervoort onze hoofdstad zal besturen zo lang als nodig is. Hij mag in deze periode geen nieuwe beslissingen nemen. Hij mag dus alleen uitvoeren wat eerder al beslist is.

5. Hoeveel ministers komen er in de regering?

De baas van de Brusselse regering wordt de minister-president genoemd. Wie dat zal worden, moeten we nog afwachten. Brussel heeft één minister-president, twee Nederlandstalige ministers, twee Franstalige ministers en drie staatssecretarissen (waarvan één Nederlandstalige). Een minister krijgt een staatssecretaris wanneer die minister zeer veel onderwerpen moet leiden. De staatssecretaris wordt dan verantwoordelijk voor één of meerdere specifieke onderwerpen, zoals sport of erfgoed.

De ministers zijn verantwoordelijk voor grotere onderwerpen, zoals economie, toerisme of gezondheid. Als er een regering is gevormd, worden de onderwerpen verdeeld onder de ministers.

Dit artikel kadert in een samenwerking met het Huis van het Nederlands rond Eenvoudig Nederlands. Meer over dit project vind je hier terug. Lees het originele artikel hier.