Architecte Nele Aernouts van de VUB-onderzoeksgroep Cosmopolis ziet een oplossing in alternatieve woonvormen zoals cohousing en Community Land Trust.
‘Experimenteer met collectieve woonvormen’
“Historisch gezien hebben de Belgische en de Brusselse overheid er altijd voor gekozen om individuele woningbouw te stimuleren boven de bouw van sociale huisvesting en die tendens zet zich nog steeds voort,” zegt Aernouts. “Men spreekt nu al verschillende jaren van een wooncrisis, en toch gaat het grootste deel van het woonbudget nog steeds naar het stimuleren van woningeigendom. Bovendien trekt Brussel als ‘hoofdstad’ van de Europese Unie veel kapitaal en mensen aan. Daardoor zijn de grondprijzen sterk gestegen. Voor lage inkomens is het heel moeilijk om nog een fatsoenlijke woning te vinden tegen een betaalbare prijs.”
Groeit het probleem nog?
Nele Arnouts: Ja. Via plannen zoals de Alliantie Wonen en het Gewestelijk Huisvestingsplan zijn verschillende beloftes gemaakt om het aantal sociale woningen aanzienlijk te doen stijgen, maar het blijkt moeilijk om dat waar te maken. Men moet allerlei procedures doorlopen om sociale huisvesting te bouwen, en dat vraagt tijd. Bovendien hecht men veel belang aan het aantrekken van middeninkomens in de stad. Zeker de huidige regering stelt openlijk dat ze sterk wil inzetten op de middenklasse en het aantrekken van hogere inkomens via woonbeleid.
Hoe moet Brussel de wooncrisis aanpakken?
Nele Arnouts: Nog meer inzetten op sociale woningbouw, maar ook tijdelijke bezettingen stimuleren. Op korte termijn kan dat gezinnen in nood onderdak verschaffen. Een andere vorm die zeker nog sterker ondersteund kan worden, is de verhuur van privéwoningen via sociale verhuurkantoren. Men had eigenlijk nooit verwacht dat zij op korte termijn zoveel woningen tegen sociaal tarief zouden kunnen verhuren. Het omkaderen van de huurprijzen op de privémarkt via fiscale maatregelen is een ander cruciaal instrument om de wooncrisis aan te pakken.Community Land Trust is een andere optie (waarbij je eigenaar wordt zonder grond, red). Die formule zit natuurlijk nog maar in de beginfase, maar heeft een erg belangrijke voorbeeldfunctie. Niet alleen voor de creatie van betaalbare woningen voor lage inkomens, maar ook op het vlak van sociale inclusie, empowerment, het betrekken van bewoners bij de vormgeving van hun woonomgeving en grondbeheer. Het loskoppelen van de eigendom van de grond en de woning en de sterke restricties op de meerwaarde bij verkoop: dat zijn aspecten die ook door andere woonactoren toegepast kunnen worden.
Groeit het probleem nog?
Nele Arnouts: Ja. Via plannen zoals de Alliantie Wonen en het Gewestelijk Huisvestingsplan zijn verschillende beloftes gemaakt om het aantal sociale woningen aanzienlijk te doen stijgen, maar het blijkt moeilijk om dat waar te maken. Men moet allerlei procedures doorlopen om sociale huisvesting te bouwen, en dat vraagt tijd. Bovendien hecht men veel belang aan het aantrekken van middeninkomens in de stad. Zeker de huidige regering stelt openlijk dat ze sterk wil inzetten op de middenklasse en het aantrekken van hogere inkomens via woonbeleid.
Hoe moet Brussel de wooncrisis aanpakken?
Nele Arnouts: Nog meer inzetten op sociale woningbouw, maar ook tijdelijke bezettingen stimuleren. Op korte termijn kan dat gezinnen in nood onderdak verschaffen. Een andere vorm die zeker nog sterker ondersteund kan worden, is de verhuur van privéwoningen via sociale verhuurkantoren. Men had eigenlijk nooit verwacht dat zij op korte termijn zoveel woningen tegen sociaal tarief zouden kunnen verhuren. Het omkaderen van de huurprijzen op de privémarkt via fiscale maatregelen is een ander cruciaal instrument om de wooncrisis aan te pakken.Community Land Trust is een andere optie (waarbij je eigenaar wordt zonder grond, red). Die formule zit natuurlijk nog maar in de beginfase, maar heeft een erg belangrijke voorbeeldfunctie. Niet alleen voor de creatie van betaalbare woningen voor lage inkomens, maar ook op het vlak van sociale inclusie, empowerment, het betrekken van bewoners bij de vormgeving van hun woonomgeving en grondbeheer. Het loskoppelen van de eigendom van de grond en de woning en de sterke restricties op de meerwaarde bij verkoop: dat zijn aspecten die ook door andere woonactoren toegepast kunnen worden.
Ook voor tweeverdieners lijkt het moeilijker te worden om een betaalbare degelijke woning te vinden in Brussel. Slaagt het Gewest erin die trend te keren?
Nele Arnouts: Een groot deel van de begroting gaat nu naar deze tweeverdieners via de Citydev-koopwoningen, de woonbonus en de sociale leningen van het Woningfonds. Onderzoek wijst uit dat een aanzienlijk aandeel van het publiek dat hiervan gebruikmaakt die steun eigenlijk niet nodig heeft om eigenaar te worden. Bovendien komen die publieke investeringen bij herverkoop weer op de privémarkt terecht. Dat zijn dus geen duurzame investeringen op lange termijn. Een deel van het gerenoveerde en nieuwe sociale woonpatrimonium wordt nu ook opengesteld voor middeninkomens, zo’n veertig procent. Gezien het grote tekort aan sociale woningen is dat volgens mij geen goede zaak. Wat bedoelt men met middeninkomens? Er is nog een tussencategorie: de bescheiden inkomens. Die hebben het moeilijker dan de tweeverdieners om aan een betaalbare woning te geraken. En we moeten ons ook afvragen of we wel willen blijven inzetten op individueel grond- en woningbezit. Of willen we alternatieven stimuleren zoals vormen van erfpacht, coöperatieve woonprojecten, cohousing en groepstuinen zodat men ook voor de middeninkomens betaalbaar wonen en een duurzaam ruimtegebruik kan organiseren? Sowieso is er een grote nood aan woningen in Brussel, en is de ruimte beperkt. Bij de bestaande grondreserves die nog beschikbaar zijn in Brussel, kan je het echt niet meer maken om de ontwikkeling ervan over te laten aan privébouwpromotoren.
Nele Arnouts: Een groot deel van de begroting gaat nu naar deze tweeverdieners via de Citydev-koopwoningen, de woonbonus en de sociale leningen van het Woningfonds. Onderzoek wijst uit dat een aanzienlijk aandeel van het publiek dat hiervan gebruikmaakt die steun eigenlijk niet nodig heeft om eigenaar te worden. Bovendien komen die publieke investeringen bij herverkoop weer op de privémarkt terecht. Dat zijn dus geen duurzame investeringen op lange termijn. Een deel van het gerenoveerde en nieuwe sociale woonpatrimonium wordt nu ook opengesteld voor middeninkomens, zo’n veertig procent. Gezien het grote tekort aan sociale woningen is dat volgens mij geen goede zaak. Wat bedoelt men met middeninkomens? Er is nog een tussencategorie: de bescheiden inkomens. Die hebben het moeilijker dan de tweeverdieners om aan een betaalbare woning te geraken. En we moeten ons ook afvragen of we wel willen blijven inzetten op individueel grond- en woningbezit. Of willen we alternatieven stimuleren zoals vormen van erfpacht, coöperatieve woonprojecten, cohousing en groepstuinen zodat men ook voor de middeninkomens betaalbaar wonen en een duurzaam ruimtegebruik kan organiseren? Sowieso is er een grote nood aan woningen in Brussel, en is de ruimte beperkt. Bij de bestaande grondreserves die nog beschikbaar zijn in Brussel, kan je het echt niet meer maken om de ontwikkeling ervan over te laten aan privébouwpromotoren.
Lees meer over: actua
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.