Pesterijen en intimidatie zijn in het Europees Parlement erg aanwezig, maar moeilijk te melden. Dat zegt de Brusselse journaliste Barbara Moens na uitgebreid onderzoek voor nieuwssite Politico.
'Patroon van hoge werkdruk en kleineren in Europees Parlement'
U sprak met 37 medewerkers. Allemaal slachtoffers van intimidatie?
Barbara Moens: Ongeveer de helft van hen had vermeend misbruik meegemaakt of was er getuige van. Het gaat om vaak patronen van hoge werkdruk en kleineren. Altijd meer vragen, ook midden in de nacht, beloftes op vaste contracten of loonopslag niet nakomen, medewerkers opzadelen met je eigen privéproblemen … De assistenten worden dan halve vrienden, halve psychologen. Het gevolg is vaak angst om te komen werken, slapeloosheid, burn-out en depressie. We spraken negen mensen die al een procedure hebben opgestart. Niet alle slachtoffers doen dat.
De klachtenprocedure is nog lang en onbekend.
Moens: Ja, niet iedereen weet dat ze bestaat. En wie opstapt, kan van buitenaf geen klacht meer indienen. Parlementsvoorzitter Roberta Metsola overweegt nu externe bemiddeling voor je aan zo’n officiële procedure begint. Ze denkt ook aan strakkere tijdslijnen voor de klachtenbehandeling. Intussen gaan wij ervan uit dat veel situaties nooit tot een formele klacht leiden. Omdat het zwaar is om de situatie te herbeleven als slachtoffer. En omdat het een kleine wereld blijft: je wil niet dat je klacht lekt naar de politieke groep of het parlementslid in kwestie.
"In die kleine teams doen ze alles voor de politicus in kwestie. Dat kan machtsmisbruik in de hand werken"
Wat maakt het Europees Parlement zo kwetsbaar voor misbruik?
Moens: Het zijn erg kleine teams, meestal van drie à vier medewerkers, die alles voor de politicus in kwestie doen. Ze werken vaak laat, gaan samen uit … Allemaal factoren die machtsmisbruik in de hand kunnen werken. In de Belgische parlementen is er meer sociale controle vanuit de politieke fractie. Veel Europese medewerkers komen ook speciaal naar Brussel voor de job. Hun werk is bijna gelijk aan hun sociaal leven, ze zijn jong en hebben hier geen sociaal vangnet. Zo kunnen minder mensen rond je op tijd aan de alarmbel trekken.
Is het probleem even groot in andere Europese instellingen, zoals de Commissie?
Moens: Dat kan zeker, alleen is het daar misschien nog moeilijker te melden omdat de teams niet elke vijf jaar roteren. Dat vergroot de angst voor repercussies. Wij zijn nu begonnen met het Europees Parlement omdat dat zelf een controlerende functie heeft. Dan mag je toch verwachten dat ze ook misbruik in eigen huis controleren?
Lees meer over: Brussel , actua , Politico , Europees Parlement , Barbara Moens , roberta metsola