Abdeslam verliest kortgeding tegen opsluiting in isolatiecel

De administratieve rechtbank van Melun, de hoofdstad van het departement Seine-et-Marne, bij Parijs, heeft vrijdag de veroordeelde terrorist Salah Abdeslam in het ongelijk gesteld in de kortgedingprocedure die hij aangespannen had. Abdeslam, de enige overlevende van het terreurcommando dat de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs pleegde, verzet zich tegen zijn opsluiting in isolatie.

Abdeslam, die voor de feiten in Parijs veroordeeld werd tot een 'onsamendrukbare' levenslange gevangenisstraf, zit in de cel in de gevangenis van Réau, een gemeente in Seine-et-Marne, in een afdeling voor langgestraften. Begin februari was hij overgebracht vanuit ons land, waar hij ook schuldig bevonden werd voor de schietpartij in Vorst op 15 maart 2016 en de aanslagen een week later in Brussel en Zaventem.

Abdeslam spande een kort geding aan. Maar in de uitspraak vrijdag oordelen de kortgedingrechters dat "Abdeslam in zijn verzoek geen middelen aangebracht heeft die ernstige twijfels doen rijzen over de wettelijkheid van zijn opsluiting in isolatie". Wettelijk gezien is isolatie mogelijk "als beschermings- of veiligheidsmaatregel". Na het kort geding zal de zaak ten gronde op een latere datum behandeld worden.

Voor zijn processen zat Abdeslam in de cel in Fleury-Mérogis (Essonne) in een zeer strikt isolatieregime. Hij was de enige in Frankrijk die de klok rond onderworpen was aan videobewaking.

Vandaag zit Abdeslam niet meer in dat regime. Maar zijn verdediging is van mening dat isolatie niet langer gerechtvaardigd is. Zijn advocaten vroegen dat hij uit de cel werd gehaald voor de zitting, maar zelfs dat werd geweigerd.