Corruptieproces ex-politiebaas: uitstel nadat verdediging samenstelling rechtbank aanvalt

De zaak rond ex-politiebaas Glenn Audenaert, die zich moet verantwoorden voor onder meer het aannemen van smeergeld bij de aankoop van het voormalig Rijksadministratief Centrum in Brussel, wordt voor onbepaalde tijd uitgesteld. De advocaat van de beklaagde probeert de rechtbank te wraken, het hof van beroep moet zich daar nu over uitspreken.

Audenaert staat terecht voor de correctionele rechtbank van Dendermonde voor passieve corruptie, witwassen, schending van het beroepsgeheim, valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken, wordt dinsdagnamiddag effectief gepleit.

"Ik kan de rechten van mijn cliënt niet uitoefenen als ik niet weet wie de twee nieuwe bijzitters zijn", stelde advocaat Hans Rieder, maar de rechtbank oordeelde aanvankelijk dat er geen sprake is van een verdelingsincident. Daar kwam hij later op terug.

Het onderzoek, dat al in 2010 startte, draait vooral rond de verhuizing van de federale politie naar het voormalige Rijksadministratief Centrum aan de Koningsstraat in het centrum van Brussel. Audenaert, de voormalige directeur van de federale gerechtelijke politie van Brussel, zou smeergeld gekregen hebben om de verhuis te helpen doordrukken.

Corruptieschandaal

Hij werd in 2012 door de onderzoeksrechter in Dendermonde in verdenking gesteld van schending van het beroepsgeheim en valsheid in geschrifte, en in september 2015 werd hij ook in verdenking gesteld van passieve corruptie en witwassen. Hij werd toen vrijgelaten onder strikte voorwaarden en ging later met pensioen.

In het onderzoek werd ook de Nederlandse vastgoedmagnaat Frank Zweegers opgepakt, wiens vastgoedbedrijf Breevast mede-eigenaar was van het gebouw.

In maart 2017 werd vervolgens ook de lobbyist Koen Blijweert opgepakt, maar hij werd kort daarna vrijgelaten onder voorwaarden om gezondheidsredenen. In 2019 bleek nog uit een audit van Financiën dat het gebouw meer dan 40 miljoen euro te veel had gekost aan de belastingbetaler. Blijweert overleed in februari 2021 en voor Zweegers waren de feiten verjaard.

Het openbaar ministerie wou Glenn Audenaert voor de correctionele rechtbank brengen voor omkoping, witwassen, schending van het beroepsgeheim en valsheid in geschrifte. Volgens het onderzoek zou Audenaert een bedrag van meer dan 100.000 euro gekregen hebben van Blijweert en zijn zakenpartner, maar Audenaert stelde eerder dat het om een lening ging.

Het onderzoek sleepte jaren aan en in 2019 geleden oordeelde de Gentse Kamer van Inbeschuldigingstelling dat alle onderzoekshandelingen van de toenmalige onderzoeksrechter in Dendermonde nietig waren.

*lees verder onder foto

Moeizaam proces

Het parket had pas na jaren onderzoek ontdekt dat onderzoeksrechter Emmanuel Böting in zijn vorige functie als openbaar aanklager was opgetreden in de zaak. De strafvordering zelf werd toen niet onontvankelijk verklaard, zodat het onderzoek wel voortgezet kon worden. De raadkamer in Dendermonde besliste eind 2022 uiteindelijk dat Audenaert zich voor de correctionele rechtbank moet verantwoorden.

De zaak werd in maart 2023 ingeleid en werd voor behandeling geplaatst in september vorig jaar, maar er kwam uitstel omdat de verdediging dvd's van afgeluisterde gesprekken niet kon afspelen. De rechtbank besliste daarna om de zaak pas te pleiten in mei 2024, maar ook die datum werd niet gehaald. Omdat het dossier niet volledig consulteerbaar was, werd de zaak toen zes maanden uitgesteld.

'Verdelingsincident'

Dinsdagnamiddag zou de zaak eindelijk gepleit worden, maar Rieder riep zijn intussen bekende verdelingsincident op. Dat betekent dat hij de samenstelling van de rechtbank aanvecht. "Ik zie dat er een nieuwe samenstelling van de rechtbank is en ik weet niet wie uw bijzitters zijn", zei Rieder bij de start van de zaak. De rechtbankvoorzitter antwoordde dat een wijziging van rechters normaal is in een zaak die al verschillende keren uitgesteld is, maar Rieder nam daar geen genoegen mee.

"De dienstregeling van de rechters is niet gepubliceerd en de voorzitter (van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen) weigert om dat te doen. Dat kan niet. Ik kan de rechten van mijn cliënt niet uitoefenen als ik niet weet wie de twee nieuwe bijzitters zijn. Is dat de zoon van iemand die tegen mijn cliënt is, ik kan het niet weten. Ik vraag uitstel naar latere datum om kennis te nemen van het zittingsblad en mijn cliënt daarvan op de hoogte te brengen", pleitte Rieder voor een afwezige Audenaert.

'Ongehoord'

Rieder stelde dat de rechtbank geen andere mogelijkheid dan de de zaak onbepaald uit te stellen, maar de rechtbankvoorzitter verwees naar rechtspraak van het Hof van Cassatie en besliste dat het niet om een verdelingsincident gaat. De advocaat reageerde verbaasd en verliet tijdens de vordering van het parket de zaal, en toen hij terugkwam onderbrak hij de zitting. "Ik heb proberen beroep aan te tekenen op de griffie en ze weigeren dat te doen. Dat is ongehoord", zei Rieder.

"Er moet eerst een beslissing zijn om beroep aan te kunnen tekenen", antwoordde de aanklager. "U moet mijn pleidooi niet proberen dwarsbomen."

De voorzitter wilde de zaak verderzetten, maar Rieder verliet daarna boos de zittingszaal. Het is nog niet duidelijk of hij zijn cliënt nog wil verdedigen in eerste aanleg. Nadat in de zaak van Schild & Vrienden zijn verdelingsincident en wrakingen niets uithaalden, besloot Rieder om niet te pleiten voor de correctionele rechtbank en enkel voor het hof van beroep te willen pleiten.

Procedureslag

Het openbaar ministerie had al uitgelegd hoe de zaak was gestart en waarom Audenaert schuldig is aan alle tenlasteleggingen. "Hij heeft zijn invloed aangewend bij de beslissing rond de verhuis van de federale politie en hij is ervoor betaald. (..) Er was veel geld mee gemoeid en hij heeft bewust zijn diensten aangeboden."

De aanklager verwees onder meer naar een bedrag van 100.000 euro waarvan Audenaert zou toegegeven hebben dat hij het van Zwegers kreeg, en stelde dat het bewijs van de omkoping geleverd werd via telefoontaps en nota's op de computer van Audenaert. Maar nog voor het openbaar ministerie een straf kon vorderen, werd de zaak echter opnieuw stilgelegd.

Na een korte schorsing kwam de rechtbankvoorzitter buiten met de mededeling dat de zaak toch voor onbepaalde tijd uitgesteld moest worden. Rieder is er blijkbaar nu wel in geslaagd beroep aan te tekenen tegen de beslissing rond het verdelingsincident, waardoor het Gentse hof van beroep eerst moet oordelen over dat deel van de zaak. Als het hof oordeelt dat het toch om een verdelingsincident gaat, moet de afdelingsvoorzitter beslissen of hij de zaak toewijst aan andere rechters of dat ze bij dezelfde drie rechters blijft.