Europees Hof geeft reclamereus JCDecaux ongelijk in zaak rond onwettige steun Stad Brussel

Het Europees Hof van Justitie heeft het beroep van JCDecaux België verworpen en bevestigt daarmee een eerdere veroordeling door de Europese Commissie. Die oordeelde in juni 2019 dat het reclamebedrijf bevoordeeld was door illegale staatssteun vanwege Stad Brussel, en dit van 2001 tot 2010.

In 2015 startte de Commissie namelijk een grondig onderzoek naar opeenvolgende contracten die waren afgesloten tussen de Stad Brussel en de Belgische dochteronderneming van de Franse reclamegigant. De Commissie concludeerde in 2019 dat er sprake was van staatssteun “onverenigbaar met de interne markt”.

De zaak kwam aan het licht door een melding van concurrent Clear Channel. JCDecaux was namelijk in de jaren 2000 blijven opereren in Brussel-Stad, terwijl de periode van vijftien jaar die was vastgelegd in een eerste contract uit 1984 was afgelopen. JCDecaux kreeg daarin de toelating om te afficheren op reclamepanelen in bushokjes en op ander straatmeubilair, zonder daarvoor huur of belasting te betalen aan de Stad Brussel. En dat bleeft het bedrijf ook doen na afloop van de termijn.

Voor andere reclamepanelen in Brussel betaalde JCDecaux wel huur. Maar die waren opgenomen in een nieuw contract uit 1999, waar wel een openbare aanbesteding was voor uitgeschreven.

Illegale staatssteun door Brussel-Stad

De Commissie besloot in juni 2019 dat er voor die periode tussen september 2001 en augustus 2010 wel degelijk sprake was van illegale staatssteun ten gunste van JCDecaux. En ze gaf België de opdracht om de steun terug te vorderen.

JCDecaux vocht die beslissing aan bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg, dat het verzoek in september 2022 heeft afgewezen. Het bedrijf ging vervolgens in beroep tegen dit vonnis. Het is dat verzoek waar het Hof vandaag een uitspraak over heeft gedaan: het beroep wordt in zijn geheel afgewezen.