Stropers beschikken vandaag over gesofisticeerd materiaal om te jagen, tot en met warmtebeeldcamera’s voor nachtelijke strooptochten. Boswachters zijn minder goed uitgerust: zij trekken ten strijde met in het beste geval hun verrekijker. “Meestal zijn de stropers al gevlucht als de politie aankomt."
Stroperij in Zoniënwoud: ‘Stropers zijn in Brussel moeilijk te betrappen’
Hier was het,” wijst boswachter Willy Van De Velde, halfweg de heuveltrap die naar de Eikenhofvijver leidt. Een idyllische plek in het natuurreservaat van de Verdronken Kinderen in het Zoniënwoud, waar midden januari een lugubere vondst werd gedaan. “Een bosopzichter had gevraagd om een kijkje te komen nemen. Hij had, toen hij voorbijfietste, twee vuilniszakken zien liggen, die een sterke stank verspreidden.” Toen Van De Velde de inhoud van de zakken inspecteerde, vond hij tot zijn verbazing resten van gestroopte everzwijnen. “Een kop, poot, flank, ingewanden, vacht … Er lagen ook andere resten rondom, want de zakken waren opengereten, waarschijnlijk door vossen.”
Het was de eerste keer in zijn twintig jaar lange loopbaan als boswachter bij Leefmilieu Brussel dat hij zoiets aantrof. “In de periode van het Offerfeest, hebben wel al eens vuilniszakken met schapenresten gevonden,” vertelt hij.
Alsof de vondst van midden januari nog niet bijzonder genoeg was, botste een andere boswachter amper enkele weken later in het Elisabethpark in Koekelberg ook op zakken met resten van wilde dieren. Die zakken bevatten behalve stukken everzwijn ook in stukken gesneden karkassen van reeën, terwijl die dieren helemaal niet in dat stadspark leven.
“De hele zaak is één groot vraagteken,” zegt Van De Velde. “Waarom zou je als stroper het risico nemen om de dierenresten in zakken te doen en ze aan de rand van het bos en in een park te deponeren, in plaats van ze te laten liggen op de plaats waar je het dier hebt gedood en versneden?” Het is ook onmogelijk te achterhalen waar de gedode dieren vandaan komen. “Ze zouden van het Laarbeekbos in Jette kunnen komen, maar mogelijk ook van verder. Van het Hallerbos bijvoorbeeld, of uit de streek van Heverlee.”
“Een kop, poot, flank, ingewanden, vacht ... het was een lugubere ontdekking in die vuilniszakken”
Boswachter
Wat wel zeker is, zo blijkt na testen aan de Universiteit van Gent, is dat de karkassen geen belangrijke ziekteverwekkers bevatten voor de mens. Die testen zijn nodig, omdat stroperij risico’s inhoudt voor de volksgezondheid. Bij contact kunnen ziektes worden overgedragen, niet alleen op andere dieren, ook op mensen. Besmet vlees eten kan leiden tot ziekten zoals trichinose - besmetting met een rondworm - of tuberculose.
Vuurschoten en geweerpatronen
Los van de gevaren voor de volksgezondheid, is jagen ook gewoon verboden in het Brussels gewest. Boetes daarvoor kunnen oplopen tot 62.500 euro. Hoewel Van De Velde nog nooit stropers op heterdaad heeft kunnen betrappen, merkt hij wel dat er actief zijn in de Brusselse bossen. (Lees verder onder de foto)
“Je hoort weleens vuurschoten, of je vindt geweerpatronen en mensen vertellen je verhalen over mogelijke stropers. Ik heb zelf vanuit de auto een keer mensen gezien op weg met geweren, zonder dat ik op dat moment kon ingrijpen. Dat is nog geen bewijs van stropen, misschien gingen ze voor de lol ergens schieten.” De boswachter wijst erop dat stropers vandaag de dag aangepast materiaal hebben om hun slag te slaan, ook als het donker is. “Tegenwoordig dragen ze warmtebeeldkijkers om ’s nachts te kunnen jagen en hebben ze geluiddempers om in stilte te kunnen vuren.”
Meer everzwijnen in Brussel?
De vondst van everzwijnresten in het Zoniënwoud en Elisabethpark is op zich geen signaal dat er meer everzwijnen in Brussel zijn, maar boswachters vinden de laatste tijd wel regelmatig sporen van de dieren in het Zoniënwoud.
“We hebben wel maar weet van één everzwijn dat geregeld opdook in het Brusselse deel van het Zoniënwoud,” zegt boswachter Willy Van De Velde. Dat zwijn, dat de typisch Brusselse naam ‘Suske’ kreeg, werd in 2006 voor het eerst gespot, vertelt Van De Velde. “Maar het is niet zeker dat hij hier nu nog rondloopt. Maar vlakbij, in het arboretum van Tervuren, zit een hele groep. Onlangs kregen we nog een foto binnen van vijftien everzwijnen. Ze wroeten er op klaarlichte dag in de grond.”
In het Meerdaalwoud, op de grens van Vlaams- en Waals-Brabant, zijn er nog veel meer. “Voor everzwijnen is die afstand niet zo groot. Ze kunnen lange trektochten aan. Het zou wel mooi zijn om weer everzwijnen in Brussel te hebben, als bewijs dat de kwaliteit van onze natuur erop vooruitgaat. Daar staat dan tegenover dat everzwijnen schade aan de natuur kunnen toebrengen en een probleem kunnen zijn voor de landbouw.” Everzwijnen durven zelfs tuinen binnen te dringen. Zo kreeg een vrouw uit Tervuren vorige zomer bezoek van de dieren die ’s nachts haar tuin hadden omgewoeld.
“Het probleem is dat een populatie everzwijnen zich niet natuurlijk reguleert, zegt Van De Velde nog. “Als de populatie te groot wordt, moet de mens ingrijpen, zoals vandaag in het Meerdaalwoud gebeurt. Als dat op termijn nodig zou zijn, zullen we hier in Brussel ook op jacht moeten.”
Een heikel punt, waar Van De Velde liever niet wil op ingaan, is dat boswachters niet veel kunnen beginnen tegen stropers als ze hen op heterdaad zouden betrappen, omdat ze zelf ongewapend zijn. Vorig jaar werd vuurwapendracht bij boswachters officieel verboden met een ministerieel besluit van Brussels minister voor Leefmilieu Alain Maron (Ecolo). De boswachters kunnen natuurlijk wel de politie proberen te bereiken.
De Brusselse boswachters dienden na dat verbod een klacht in. “Als we bijvoorbeeld ‘s nachts of bij valavond moeten uitrukken tegen stropers, zijn we heel kwetsbaar,” vertelde een anonieme boswachter vorig jaar tegen BRUZZ. “Als men wil dat we ook overtredingen zoals stroperij kunnen vaststellen, opsporen en onderzoeken, dan kan je ons niet zomaar alleen met een verrekijker naar het bos sturen.”
Om kleinere dieren te vangen, gebruiken stropers ook valstrikken. Zo stootte Van De Velde al eens op vossen die in zulke vallen waren getrapt. Ook konijnen kunnen er verstrikt in raken.
Ook heeft Van De Velde weet van stroperij op vogels. Onder meer in Neerpede in Anderlecht en aan de Lorrainedreef in het Zoniënwoud werd een groep betrapt tijdens het jagen op Canadese ganzen. Er zijn sterke vermoedens dat stropers het de laatste jaren vaak op zwanen, en hun eieren, hebben gemunt. Vorige zomer trok Natuurpunt daarover aan de alarmbel, om te voorkomen dat de zwaan definitief uit de stad verdwijnt.
Vissen mag, maar niet overal
De ‘jacht’ op vissen is een apart verhaal, want dat is wel toegelaten in Brussel. Wie dat wil doen, moet in een postkantoor een visvergunning aanschaffen van zo’n 11 euro voor een jaar. Dat doen zo’n 700 mensen in Brussel elk jaar. Dat vissen is aan duidelijke regels onderworpen. Het is verboden om op bepaalde soorten te vissen, een bepaalde hoeveelheid gevangen vis te overschrijden en tijdens de paaitijd te vissen.
Toch is vissen niet overal toegestaan. Zo zijn er aan het kanaal acht zones waar het mag, maar heel wat vijvers zijn verboden terrein. Dat geldt onder meer voor de kleine vijver van de botanische tuin Jean Massart in Oudergem, waar we hebben afgesproken met Catherine Detaille. Detaille is bij het departement water van Leefmilieu Brussel verantwoordelijk voor vijvers en voor waterlopen in de Woluwevallei.
“Hier vlakbij, aan het Rood Klooster, is een visvijver, maar deze kleine vijver bij de botanische tuin is Natura 2000-gebied (Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden, red.) waar je niet mag hengelen,” zegt ze. “Het is een vijver met een hoge biodiversiteitswaarde, waar de natuur nog vrij spel heeft, en die gevrijwaard zou moeten blijven van menselijke activiteit.”
Toch wordt het leven onder water er geregeld verstoord door illegale vissers. Dat gebeurt niet alleen ’s nachts, in het veilige duister. “Nee hoor, hier worden vissers geregeld op klaarlichte dag betrapt. Dat komt waarschijnlijk omdat de vijver een beetje verborgen ligt, waardoor ze denken dat ze niet opgemerkt zullen worden.”
Dat er op de site van het Rood Klooster illegaal gevist wordt, bevestigt ook een parkwachter die liever anoniem wil blijven. “Vaak zijn het mensen die niet goed Frans spreken,” zegt hij. “Ik vermoed dat ze de procedure om vergunningen te krijgen niet kennen en dat ze wantrouwig staan tegenover de administratieve regelingen.”
Volgens hem vissen ze er vaak op kleine vissen. “Om die dan ergens anders als aas te gebruiken, maar ze beseffen niet dat elke vis een belangrijke functie heeft, algen eten bijvoorbeeld. Door op hen te vissen, kan het natuurlijke evenwicht verstoord worden.” De parkwachters spreken regelmatig illegale vissers aan, maar normaal gezien komt de politie niet tussenbeide. “Dat gebeurt, maar erg zelden. Het is ook niet eenvoudig, gewoonlijk maken de vissers dat ze weg zijn voordat de politie ter plaatse kan komen.”
De situatie aan het Rood Klooster is geen uitzondering. Er zijn de laatste tijd ook meer klachten over illegale visvangst in vijvers in het park van Neerpede en Watermaal-Bosvoorde. Ook in het Koning Boudewijnpark in Jette, de Mellaertsvijvers in het Woluwepark en het Bronnenpark in Sint-Lambrechts-Woluwe worden geregeld overtreders betrapt. Vaak zouden karpers het doel zijn van de illegale activiteit. De consumptie van de gevangen vissen brengt risico’s met zich mee, want door de verstoring van het ecosysteem, kunnen er bijvoorbeeld te veel blauwalgen in het water zitten. “Je mag niet vergeten dat we hier in een stad zitten, niet in een idyllisch natuurgebied.”
Specifiek aan de vijvers van Neerpede wijzen borden nu op het verbod, en de politie en de parkwachters zijn extra aandachtig voor overtredingen. Toch bevestigen de cijfers dat de politie in het algemeen niet vaak tussenbeide komt. Minister Alain Maron gaf eind vorig jaar aan dat agenten de voorbije zes jaar maar drie processen-verbaal voor vissen zonder vergunning opstelden.
Beschermde vissoorten
De vraag is of het huidige wettelijke kader solide genoeg is. “De wetgeving stamt nog uit de jaren 1950 en liet zelfs geen visvangst in vijvers toe, maar wel in waterlopen, wat nu dan weer verboden is (behalve in zones aan het kanaal, red.),” zegt Catherine Detaille van Leefmilieu Brussel. Het parkreglement van Leefmilieu Brussel is voor alle duidelijkheid wel up-to-date. Daarin staat duidelijk dat vissen niet overal is toegestaan en zeker niet zonder vergunning en dat park- en boswachters daarop toezien. Visclubs controleren in de mate van het mogelijke dat niemand te veel vist.
“We werken volop aan een grondige herziening van de wetgeving, zonder lacunes,” zegt Detaille. “Het moet bijvoorbeeld heel helder worden welke vismethoden je mag gebruiken. We zullen ook herbekijken welke soorten beschermd moeten worden, waarbij we onder meer een verbod op het vissen van paling overwegen. Een consultatieronde met alle betrokken partijen is bezig. Dat betekent dat we rond de tafel zitten met onder meer de visclubs, park- en boswachters, inspecteurs, de Haven van Brussel, de gemeenten en de lokale politie.”
In september zouden de grote lijnen voor het visbesluit duidelijk moeten zijn, zodat dat eind 2025 kan worden aangenomen. Als het visbesluit is goedgekeurd, zal Leefmilieu Brussel duidelijke sancties kunnen opleggen aan overtreders, gaande van boetes die meteen betaald moeten worden tot zelfs gevangenisstraffen voor heel zware overtredingen. Op termijn zou het ook mogelijk worden om een vergunning online aan te vragen.
Lees meer over: Brussel , Milieu , stroperij , stroper , Leefmilieu Brussel , bos , natuur , Willy Van De Velde , Natura 2000
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.