De stiptheid van de treinen is in september uitgekomen op 89 procent: net geen negen op de tien binnenlandse reizigerstreinen kwam op tijd of met minder dan zes minuten vertraging aan op de eindbestemming. Dat blijkt maandag uit cijfers op de opendatawebsite van spoornetbeheerder Infrabel.
Stiptheid treinen zakt na twee maanden weer onder 90 procent
De reizigerstreinen rijden doorgaans het stiptst tijdens de zomervakantie. Dat was ook dit jaar zo, met in augustus zelfs de hoogste stiptheid sinds begin 2022 (92,3 procent). In september zakte het percentage wat terug, tot 89 procent. Maar de stiptheid lag nog altijd hoger dan in september vorig jaar (86,7 procent).
De treinen rijden al het hele jaar stipter dan in 2023, op de maand januari na. Van januari tot en met september bedroeg de gemiddelde stiptheid 89,6 procent, tegen 88,3 procent in dezelfde periode vorig jaar.
Afgeschafte treinen
De laatste maanden zijn er wel meer afgeschafte treinen. In september werden er 4.139 ritten volledig of gedeeltelijk afgeschaft, of 4,1 procent van alle treinen. In september 2023 was dat 3,7 procent. Inclusief de afschaffingen bedroeg de stiptheid 86 procent in september.
Dat de stiptheid erop vooruitgaat vergeleken met vorig jaar, "valt te verklaren door een verbetering binnen de verschillende oorzaken van niet-stiptheid, in het bijzonder bij de NMBS", zegt de spoorwegmaatschappij in een eigen persbericht.
Haar aandeel in de vertragingen is inderdaad gedaald, maar ze was in september wel nog de voornaamste verantwoordelijke voor vertragingen: meer dan een derde ervan kon aan NMBS worden toegeschreven.
Lees meer over: Mobiliteit , stiptheid NMBS , Infrabel