Agnès en Anik willen van stakingspiket Delhaize de sprong naar de Kamer wagen

Agnès Babinska en Anik Van den Bosch stonden op de eerste rij toen Delhaize, een jaar geleden, een ingrijpende herstructurering aankondigde. Ze hebben de metamorfose naar een concern met 128 verzelfstandigde winkels van dichtbij meegemaakt. Binnenkort willen ze vanaf de PTB/PVDA-lijst naar de Kamer van Volksvertegenwoordigers om daar de stem van de werknemer te laten horen.

Agnès Babinska werkt bij Delhaize Mozart in Ukkel en is vakbondsvertegenwoordiger bij CNE. Ze herinnert zich de aankondiging nog in de ondernemingsraad: "We verwachtten een belangrijke boodschap, zoals de verkoop van bepaalde verlieslijdende winkels," zegt ze. "Maar alle winkels verkopen? Die aankondiging sloeg ons met stomheid."

Het was het begin van één van de grootste stakingen in België. "We gaven niet op", legt Babinska uit. "We waren creatief en wilden de acties zo lang mogelijk volhouden. Het was niet gemakkelijk: voor verschillende collega's was het de eerste keer dat ze staakten. Deurwaarders dreigden ons een boete op te leggen van 500 tot 1.000 euro. De politie werd er zelfs bij gehaald."

Babinska kijkt ernaar uit om Delhaize-medewerkers en andere werknemers nu te vertegenwoordigen in de politiek. "Als de meerderheid van het parlement afkomstig zou zijn uit de arbeidersklasse, zouden ze niet met de armen over elkaar hebben gezeten terwijl een multinational 9.000 banen bedreigde," denkt ze.

Anik Van den Bosch is, net als Agnès, kandidaat op de federale PTB/PVDA-lijst. Anik Van den Bosch komt uit de provincie Antwerpen en werkt ook bij Delhaize en is vakbondsvertegenwoordiger bij BBTK/SETCA. Ze staan, respectievelijk, op de 2e en 6e plaats op de lijst.