Brussel telt vandaag zo’n 37.000 langdurig werklozen, die kunnen getroffen worden door de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Sociale organisaties vrezen dat er niet alleen een verschuiving zal zijn naar de OCMW’s, maar dat heel wat van die werklozen van de radar zullen verdwijnen. “Dit voegt armoede toe aan de armoede.”

©
Freya Caris
| Brussel telt vandaag zo’n 37.000 langdurig werklozen, die kunnen getroffen worden door de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd.
Beperking werkloosheid in de tijd: 'Dit is een oorlog tegen de armen'
Lees ook: Vakbonden sluiten winkels in City 2
Maria staat aan de deur van een werkwinkel in een Brusselse gemeente. Ze is veertig, alleenstaande moeder en al meer dan twee jaar werkloos. In het verleden heeft ze als poetsvrouw gewerkt, maar ze vindt geen werk meer en vreest dat ze bij het OCMW zal moeten aankloppen. “Zal ik via het OCMW dan wel werk vinden?” vraagt ze zich af.
Ook andere langdurig werklozen gaan door een stressvolle periode. Ze vragen zich af of en hoelang ze nog een uitkering zullen krijgen, nu de federale regering de werkloosheidsuitkeringen wil beperken in de tijd. En wat gebeurt er als ze bij het OCMW aankloppen: moeten ze hun spaarcenten aangeven? Krijgen ze een leefloon als ze een woning bezitten?
Zolang er geen wetteksten zijn, is het gissen naar de manier waarop de federale regering haar plannen precies zal uitrollen. Op twee punten is het regeerakkoord wel helder: de werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd tot twee jaar, en voor 55-plussers die lang genoeg hebben gewerkt is er een uitzondering. Veel oudere langdurig werklozen in Brussel komen daar niet aan. De grote vraag is ook of er een overgangsfase komt, dan wel of de federale regering de botte bijl hanteert, en meteen alle langdurig werklozen op droog zaad zet.
De federale regering wil daarbij niet talmen, want de maatregel moet helpen om de begroting weer op orde te krijgen. De federale regering verwacht volgend jaar al 900 miljoen euro minder uitgaven door de beperking. Tegen 2027 moet dat ons land maar liefst 1,3 miljard euro opleveren. De meeste waarnemers gaan ervan uit dat ten laatste in de herfst duidelijk wordt hoe de plannen worden uitgerold, want bij uitstel kloppen de bespaarde bedragen niet langer.
Geen basisinkomen
Brussel telt vandaag zo’n 37.000 langdurig werklozen. De maatregel wil hen natuurlijk niet tot de bedelstaf veroordelen, maar hen net naar de arbeidsmarkt leiden. Klopt dat? Is hakken in de werkloosheidsuitkeringen een duw in de rug naar de arbeidsmarkt?
Onlogisch is de beslissing niet: een werkloosheidsuitkering is bedoeld als een vangnet voor wie plots zonder werk komt te vallen, en niet als ‘basisinkomen’. Alleen lijkt bij een deel van langdurig werklozen de werkloosheidsuitkering een overlevingsstrategie geworden te zijn. Arbeidsmarktspecialisten vermoeden dat daardoor de kansen dat die werklozen snel naar de arbeidsmarkt kunnen worden toegeleid eerder klein zijn.
Arbeidseconomen als Stijn Baert (UGent) noemen het daarom al langer een veeleer symbolische maatregel, met weinig effect op de werkzaamheidsgraad. “Welke werkgever zal een werkloze aannemen die net zijn uitkering is kwijtgeraakt?” zo zei Baert onlangs.

©
Freya Caris
Ook Matthias Somers van de linkse Denktank Minerva voorspelt een minimale impact op de werkzaamheidsgraad, en wel omdat de meeste langdurig werklozen in twee groepen in te delen zijn. “Er zijn de 55-plussers die al heel lang werkloos zijn. Van hen weten we dat ze wellicht nooit uitgenodigd zullen worden voor een job. Werkgevers beschouwen hen niet als valabele werkkrachten. Dan zijn er jongeren die langdurig werkloos zijn, met vaak een erg kwetsbaar profiel. Dat zijn werkzoekenden die naar de sociale economie zouden moeten doorstromen. Zij leven al in gezinnen die onder de armoedegrens zitten. Hen nog meer inkomen ontnemen, leidt niet tot activering.”
Bijgevolg is de kans reëel dat grote groepen langdurig werklozen zich tot het OCMW zullen richten om een leefloon aan te vragen. Dat beseft de federale regering, die 400 miljoen euro voor uittrekt om de OCMW’s daarin te ondersteunen. Die ontvangen dat niet zomaar: via een bonus-malussysteem krijgen OCMW’s die het best slagen in activering, meer geld.
Verdwijnen
De cruciale vraag voor Brussel is: hoeveel langdurig werklozen zullen naar de OCMW’s doorstromen? De federale regering gaat ervan uit dat een derde van de langdurig werklozen werk zal vinden, een derde een leefloon zal aanvragen, en een derde ‘in de natuur verdwijnt’ en helemaal geen vervangingsinkomen meer zal hebben.
Maarten Gerard van de studiedienst van het ACV is het niet eens met die eenderde-regel. “Veel te optimistisch,” oordeelt hij. “We hebben geen echte voorbeelden uit het verleden. De federale regering baseert zich voor haar cijfers op het afschaffen van de inschakelingsuitkering (een uitkering voor pas afgestudeerden die nog niet lang genoeg gewerkt hebben, red.), maar dit zijn heel andere profielen. Wie langdurig werkzoekend is, heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Er is wel degelijk een reden waarom ze al lang geen werk hebben. Ze hebben niet de juiste competenties, missen arbeidsvaardigheden, of hebben gezondheidsproblemen. Die krijg je niet zomaar aan de slag.”
Gerard wijst ook op de werkgevers. “De kans is klein dat zij die mensen een job aanbieden. En wie het wel doet, zal eerder met kortlopende contracten werken, met slechte arbeidsvoorwaarden waarmee de werkzoekende geen rechten opbouwt.”
Bovendien, merkt Gerard op, heeft de federale regering maatregelen genomen die de concurrentie voor kortgeschoolden op de arbeidsmarkt net zal verhogen. Een deel van hen zou bijvoorbeeld naar de horeca en kleinhandel kunnen vloeien, maar de regering-De Wever breidt de flexijobs en de studentenjobs uit. “Het zijn precies die sectoren waar er meer mogelijkheden zijn voor langdurig werklozen. Zij zullen toch weer aan de kant blijven staan.”
“Langdurig werklozen hebben vaak niet de juiste competenties, missen arbeidsvaardigheden, of hebben gezondheidsproblemen. Die krijg je niet zomaar aan de slag”
Directeur studiedienst ACV
Voor Brussel speelt specifiek, opnieuw, de mismatch op de arbeidsmarkt. De hoofdstad kent een diensteneconomie, met vooral jobs voor hooggeschoolden, terwijl de werklozen in Brussel vaak laaggeschoold zijn, of zelfs helemaal geen diploma hebben. Actiris werkt daarom al langer op een dubbel spoor: werklozen door vorming klaarstomen voor de Brusselse arbeidsmarkt, én de interregionale mobiliteit stimuleren, want in het hinterland zijn er wél jobs voorhanden, ook voor kortgeschoolden.
Die strategie heeft vandaag echter onvoldoende gewerkt. Er lijkt ook een aanpassing nodig van het sanctioneringsbeleid bij Actiris. Brusselse werklozen worden bijvoorbeeld niet tot de orde geroepen als ze een baan weigeren in Vlaanderen. Uit een audit uit 2022 blijkt ook dat de controle zelf bij werkzoekenden ondermaats is.
Los van dat alles, is de uitdaging voor Actiris enorm, en het feit dat er nog geen Brusselse regering is, bemoeilijkt alles. “Als Actiris de langdurig werklozen niet meer zal begeleiden, zal het zijn beleid fundamenteel moeten bijsturen,” zegt een hoge bron bij Actiris. “Met een veel intensere begeleiding van wie werkloos wordt.”
Toch geven de meesten toe dat dat weinig oplost voor de langdurig werklozen. Gevolg: de OCMW’s dreigen overspoeld te worden met werkzoekenden. De studiedienst van het ACV maakte per gemeente een inschatting van het aantal langdurig werkzoekenden dat bij het OCMW zou aankloppen. Daar zijn de samenwonenden, die er geen recht meer op hebben, van afgehouden. In de top dertig van de getroffen gemeenten zijn maar liefst vijftien Brusselse gemeenten terug te vinden. In Brussel-Stad zouden er 5.261 leefloners bijkomen, in Anderlecht 2.951 en in Schaarbeek 2.925. Maar ook een rijke gemeente als Ukkel deelt in de klappen. Daar verwacht ACV 1.285 nieuwe leefloners.
Lagere koopkracht
Dat roept heel wat vragen op: is een OCMW organisatorisch in staat om plots duizenden extra leefloners op te vangen? De ervaringen met het OCMW van Anderlecht, na de Pano-reportage over onterecht uitgekeerde leeflonen, wijzen eerder op het tegendeel. Daar is de werkdruk nu al niet te harden.
Matthias Somers (Minerva) en Maarten Gerard (ACV) vragen zich ook af of die OCMW’s goed geoutilleerd zijn om die werkzoekenden naar de arbeidsmarkt toe te leiden. Sommigen gaan er daarom vanuit dat Actiris en de OCMW’s hierin nauw zullen moeten samenwerken. Dat brengt twee expertises samen: arbeidsbemiddeling én integratie in de samenleving. Dat is een synergie die niet in korte tijd op de rails staat.
Over één zaak is er consensus: de maatregel dreigt tot een verarming te leiden. Als de maatregel er komt en in de veronderstelling dat slechts een klein deel van de langdurig werkzoekenden snel een baan vindt, ontvangen enkele tienduizenden langdurig werkzoekenden geen of een lager vervangingsinkomen. Met andere woorden: de koopkracht bij die groep zal er fors op achteruitgaan. Maarten Gerard (ACV): “Voor Brussel verwachten we daarom een enorme precarisering.”
Saamo Brussel, dat projecten rond wonen en sociale bescherming ontwikkelt, deelt die opvatting. Alles wordt in stelling gebracht om samen met het middenveld en de vakbonden de federale regering op andere gedachten te brengen. “Ik kom net van een vergadering hierover,” zegt Sara Vanhoyland, opbouwwerker bij Saamo Brussel. “Daar klonk het zo: ‘Dit is geen oorlog tegen de armoede, maar een oorlog tegen de armen.’”
“De federale regering gaat ervan uit dat de armoede is opgelost als iedereen werk heeft, maar het is veel ingewikkelder. Ik zie genoeg mensen die willen werken. Ze krijgen dan flexijobs aangeboden, maar voor een alleenstaande moeder bijvoorbeeld is dat vaak geen optie. We zullen veel randproblemen krijgen die op termijn de armoede alleen maar groter zullen maken. Kinderen van zes jaar die alleen moeten thuisblijven, zodat de moeder kan gaan werken, het zou zomaar kunnen.”
Dicht op de huid zitten
“Veel mensen in de armoede moeten schulden aflossen, dat kunnen ze een beetje opvangen door het vervangingsinkomen uit de werkloosheid. Als vele werkzoekenden van de radar verdwijnen na deze maatregel, hoe zullen zij hun rekeningen of hun huur nog kunnen betalen? Het lijdt geen twijfel: de schuldproblematiek zal alleen maar groeien in Brussel. Eigenlijk voegt deze maatregel armoede toe aan de armoede.”
David Weytsman (MR), kersvers voorzitter van het OCMW van Brussel is het niet eens met de analyses van vakbond en middenveld. De Stad Brussel bereidt een studie voor om te kunnen inschatten hoeveel leefloners er zullen bijkomen na de maatregel. Weytsman houdt zich daarom voorlopig op de vlakte over de extra instroom, maar 5.261, zoals de vakbonden hebben voorgerekend, lijkt hem aan de heel hoge kant. “Al wil ik niet minimaliseren dat het een enorme challenge wordt voor de Brusselse OCMW’s,” zegt hij.
"We zitten leefloners veel dichter op de huid dan bij Actiris, waar iemand misschien drie keer per jaar wordt opgevolgd"
Voorzitter OCMW Brussel
Weytsman gelooft vooral dat de OCMW’s net wél de juiste plek zijn om langdurig werklozen aan een baan te helpen. “Dat doen OCMW’s nu al. We zitten leefloners veel dichter op de huid dan bij Actiris, waar iemand misschien drie keer per jaar wordt opgevolgd. Eerst kijken we of er bijvoorbeeld een woonprobleem is, of een verslavingsproblematiek, maar net zo goed zijn er geen dergelijk problemen. Dan kunnen we de werkzoekende via intensieve begeleiding of vorming snel aan een baan helpen.”
Ook andere arbeidsexperten nuanceren de doemberichten. Arbeidssocioloog Ludo Struyven (Hiva, KU Leuven) maakt het onderscheid tussen de doelgroep die vanaf volgend jaar hard getroffen zou kunnen worden, de langdurig werklozen, en de werklozen van de toekomst.
Voor die eerste groep moeten er inderdaad maatregelen genomen worden zodat zij niet in de armoede vallen. “De federale regering kondigt initiatieven aan in de sociale economie, én de OCMW’s zullen fors ondersteund worden,” zegt Struyven. “Het is bovendien nog afwachten welke overgangsmaatregelen er komen.”
Voor de toekomstige werkzoekenden vindt Struyven de beperking van de werkloosheid in de tijd wél een goede zaak. “Het herstelt het verzekeringsprincipe van de werkloosheid. Dat waren we kwijtgespeeld, met als gevolg werkzoekenden die steeds verder van de arbeidsmarkt verwijderd zijn geraakt,” zegt Struyven. “Wie binnenkort werkloos wordt, zal de spelregels kennen, en weten waar hij of zij aan toe is. Kern van de zaak moet zijn dat activering primeert op de bescherming van de werkzoekende.”
Struyven ziet ook dat goed komen. “Er zal altijd een restgroep zijn die je niet aan de slag krijgt, maar je moet hier ook kansen in kunnen zien. De gewesten zullen hun beleid moeten aanpassen. Wat Brussel zal doen? Dat is moeilijk te zeggen, want er is nog geen regering. Maar in Vlaanderen zullen er bijvoorbeeld gemeenschapsjobs komen. En verder zullen Actiris en VDAB de werkzoekenden nog nauwer moeten opvolgen.”
Volgens Struyven is er nog een reden waarom de beperking van de werkloosheid in de tijd niet langer op zich kon laten wachten. “Als je het oude systeem aanhoudt, dreigt het draagvlak voor de solidariteit in de samenleving af te brokkelen, en verdwijnt het vertrouwen in de sociale zekerheid. Op termijn kan dat onze actieve verzorgingsstaat bedreigen. Alleen al daarom moet je dit doen.”
Lees meer over: Samenleving , werkloosheidscijfers , federale regering , minerva , armoede , ACV
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.