BRUZZ zoekt elke week een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld. Deze week: de toekomst van het Brusselse judo ligt onder andere in de handen van de vier broers Imeroski en hun neefjes.
De Brusselse tatami na Toma Nikiforov: een 'gezonde baby' van 136 kilo
Sinds afgelopen zomer vinden er geen nationale judotrainingen meer plaats in Brussel. Daarmee komt een einde aan een traditie die begon in 1981, toen Olympisch kampioen Robert Van de Walle het beu was zichzelf af te peigeren en in een vlaag van verstandsverbijstering een fitnessclub aan het Kasteleinsplein in Elsene overnam.
Toen dat alarmerende nieuws het Belgisch Olympisch Comité bereikte, werd kersvers bondscoach Jean-Marie Dedecker eropuit gestuurd om Van de Walle op andere gedachten te brengen. Na een avond en een nacht inpraten op de beste Belgische judoka aller tijden kwam Dedecker met een compromis naar buiten: Van de Walle zou judoka blijven als er voortaan nationale trainingen in zijn nieuwe zaak zouden plaatsvinden – waarmee bewezen is dat 'win-win' in Brussel werd uitgevonden.
"Duidelijk is dat binnen de familie Imeroski judo een heilige status heeft"
BRUZZ-columnist
Al snel werden die trainingen een begrip in de judowereld. Vooral de bijeenkomsten in de kleine zaal in de Veldstraat in Etterbeek verdienen het predicaat legendarisch. Tot driehonderd judoka's uit alle hoeken van het land kwamen daar samen om elkaar te testen en uit te dagen, waardoor vaak al na enkele minuten het zweet letterlijk van de kale muren droop. “Dertig onder hen haalden internationaal niveau,” zegt Dedecker vandaag over dat even unieke als ongenadige systeem. “Maximaal drie konden kampioen worden.”
Allemaal voorbij.
In de coronajaren was de gloednieuwe dojo van Royal Crossing Club Schaarbeek aan de Helmetsesteenweg nog enige tijd het decor voor de nationale trainingen. Voorzitter Alain De Greef kijkt er met een dubbel gevoel op terug. De honderd beste Belgische judoka's in je club ontvangen mag dan wel een stimulans zijn voor de jonge generatie, de kosten – “Twee uur na afloop van de training stonden er nog judoka's onder de douche” – waren navenant.
En omdat de lessen zumba meer opleverden, was hij er niet rouwig om toen in 2022 Oudergem “de eer kreeg”. Daar moesten de judoka's voor elke training wel zelf hun matten leggen – “Noem mij één ontwikkeld land waar zoiets gebeurt,” zegt Dirk Van Tichelt, bronzen medaillewinnaar op de Spelen in Rio. En dus vinden de nationale trainingen voortaan plaats in Wilrijk en Louvain-la-Neuve.
*lees verder onder foto
Het maakt een bezoek aan een van de vele Brusselse judoclubs niet minder interessant. Zo zit ik op een stralende herfstdag in Schaarbeek naast Isen Imeroski te kijken hoe zijn negentienjarige neefje Arbion door tweevoudig Europees kampioen Toma Nikiforov onder handen wordt genomen. Nikiforov, 31 intussen maar ondanks een geteisterd lichaam nog steeds wereldtop, heeft zijn handen vol met de 136 kilo zware en bijna 2 meter grote Arbion. “Un bon bébé,” lacht zijn nonkel, die de bijzondere humor van de Albanese gemeenschap uit Noord-Macedonië hoog in het vaandel draagt.
*lees verder onder foto
Duidelijk is dat binnen de familie Imeroski judo een heilige status heeft. Arbion judoot al sinds zijn zesde. Ook zijn twee jaar jongere broer Arbin (1m88, 99 kilo) is erdoor gebeten. Toch verhult Arbion niet hoe hij twee jaar geleden in de knoop lag met zichzelf en zijn sport. Op school liep het niet zoals verhoopt en dat temperde tijdelijk zijn liefde voor het judo.
Vandaag helpt hij in de zaak van zijn vader, pizzeria La Fraise in Neder-Over-Heembeek. “Ik help met het maken van de pizza's en praat met de klanten.”
Dat heldere bestaan is zijn sport ten goede gekomen. Zo werd hij begin dit jaar voor het eerst Belgisch kampioen bij de min 21-jarigen in zijn gewichtsklasse. “Het was de prikkel om nog meer op explosiviteit te trainen en vaker te gaan lopen.”
Met een jongere broer die hem op de hielen zit en het vooruitzicht dat hij over enkele maanden zijn titel moet verdedigen heeft Arbion geen tijd te verliezen.
Bovendien is er altijd hun bijzondere voornaam die hem en zijn broertje aan iets herinnert. “Ar is Albanees voor goud. (Lachend) Heb ik je al verteld hoe mijn tweelingbroertjes van tien heten? Armond en Armend. Natuurlijk doen ook zij aan judo.”
Sporting Flagey
Lees meer over: Elsene , Etterbeek , Schaarbeek , Sport , Sporting Flagey , Toma Nikiforov , Erol Imeroski , Jean-Marie Dedecker , Robert Van de Walle
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.