Topman Infrabel: ‘Onze hoofdzetel aan het Zuidstation is er ook voor de buurt’

Naast de NMBS plant ook Infrabel een gloednieuwe en zestig meter hoge hoofdzetel aan het Zuidstation. “Het wordt het grootste gebouw met een houten structuur van Europa”, zegt CEO Benoît Gilson.

De stationsbuurt rond het Zuidstation lijkt wel een een stedenbouwkundig slagveld, waar de ene kwalijke ingreep de andere heeft opgevolgd en er de voorbije jaren vervolgens niets meer gebeurde. Terwijl de NMBS veel kritiek krijgt voor haar houding in de wijk – te weinig overleg met de overheid, te zeer op de eigen financiën gericht en weinig communicatief – stelt Infrabel zich een stuk opener op. BRUZZ sprak af met CEO Benoit Gilson op de plek waar straks zijn nieuwe hoofdkwartier moet komen. “Overleg zit in ons DNA.”

Waarom heeft Infrabel die nieuwe hoofdzetel eigenlijk nodig?
Gilson: “We huren vandaag zes verschillende panden rond het station en dat is duur. Het kost ons 15 miljoen euro per jaar en het gaat dan nog eens vaak om oude gebouwen. Daarnaast is het onpraktisch om op zoveel verschillende sites te werken. Je mag ook niet vergeten dat dit niet enkel een administratieve hoofdzetel wordt, maar ook een operationeel centrum vanwaaruit we het hele net overzien. Het is belangrijk dat we dat soort installaties in een eigen gebouw onderbrengen. Als de stroom twee uur uitvalt, kan geen enkele trein in Brussel nog rijden. Dat centrum valt dan ook onder de NKI-installaties, de Nationale Kritische Infrastructuur.

In Brussel worden geregeld kantoren afgebroken die er nog geen dertig jaar staan, zoals de KBC-gebouwen langs de Havenlaan. Waarom moet het ook hier per se weer een nieuw gebouw zijn?
Gilson: Voor zo’n operationeel centrum zit je met veel beperkingen en veiligheidsmaatregelen, die je veel makkelijker in een nieuw gebouw realiseert. Daarnaast is de kost voor nieuwbouw ook lager dan de renovatie van een oud complex. En onze middelen zijn beperkt. We moeten dat centrum bovendien direct bij de sporen hebben.

Infrabel stelt zich anders op dan de NMBS in deze wijk: opener, meer dialoog met de overheid en de bouwmeester,..
Gilson: Overleg zit in het DNA van Infrabel. Voor al onze projecten moeten we samenwerken met buurtbewoners, voor nieuwe lijnen, onderhoudswerken,… Ook hier willen we een positief draagvlak creëren rond ons project. We hebben bijvoorbeeld een architectuurwedstrijd ingericht voor deze hoofdzetel, samen met het Gewest. Het wordt ook niet enkel ons gebouw, maar ook dat van de buurtbewoners.

Dat klinkt als een slogan, het is toch gewoon het gebouw van Infrabel? In de bekritiseerde hoofdzetel van de NMBS zitten tenminste nog andere functies in de sokkel: winkels, een hotel,…
Gilson: Dat kan bij ons niet omdat we zo’n Nationale Kritische Infrastructuur zijn. Toch gaan we op het gelijkvloers veel dingen organiseren voor een breder publiek. We houden er bijvoorbeeld job days en activiteiten voor scholen. We hopen hier ook meer Brusselaars te kunnen aanwerven, er zijn er vandaag niet zo veel bij Infrabel. Er zullen trouwens altijd minstens 200 à 300 personen in het gebouw zijn, zeven dagen op zeven en de klok rond, dat zorgt voor meer sociale controle in de buurt.

De stationsbuurt is een soort stedenbouwkundige catastrofe, met decennia van foute ingrepen. Wat moet er hier veranderen?
Gilson: Het klopt dat het een catastrofe is. Het ontbreekt hier denk ik aan een gezamenlijke visie van alle partners in de wijk. Iedereen werkt hier een beetje apart. Maar de honderd miljoen euro die we hier investeren zijn een kans voor de buurt.

Een groot deel van de structuur wordt in hout uitgevoerd, vrij uitzonderlijk voor zo’n groot gebouw. Vanwaar die keuze?
Gilson: Omdat het ecologisch en mooi is. We gebruiken Europees gecertificeerd hout en het wordt het grootste gebouw in Europa dat op die manier wordt gebouwd. Brusselaars verlangen naar meer natuur, maar wij hebben een gebouw nodig. De hoofdzetel zal uiteindelijk beide zijn: gebouw én natuur.