Filmmaker Bert Hamelinck: ‘Moest betalen voor veiligheid crew in Molenbeek’

Donderdagavond heeft tv- en filmmaker Bert Hamelinck gezegd dat hij en zijn filmcrew zijn afgeperst in Sint-Jans-Molenbeek. Hij deed zijn opvallende getuigenis in het programma De Afspraak op VRT Canvas. “Bij de opnames van Rebel werd ons gezegd dat we voor onze veiligheid moesten betalen, de politie kon daar niets aan doen.”

Bert Hamelinck staat aan het hoofd van het productiebedrijf Caviar. Hij zat in De Afspraak om te spreken over de verwoestende bosbranden in Californië. Maar bij het gesprek over een tweede onderwerp, de rellen op oudejaarsnacht, kwam hij met een opvallende getuigenis.

“We hebben Rebel opgenomen in Molenbeek aan het Kanaal, met (regisseurs, red.) Adil (El Arbi, red.) en Bilal (Fallah, red.). En daar werd ons ‘vriendelijk’, op een redelijk dwingende manier gezegd dat we moesten betalen om onze veiligheid te garanderen. Een aantal mensen, ik weet niet goed wie dat zijn, kwam ons zeggen dat als we betaalden, dat we dan mochten blijven, dan zou het rustig blijven”, zo vertelt Hamelinck.

'Moeilijke draaiperiode'

“De politie kon daar niets aan doen. Ze hebben ons gezegd dat zij ons niet konden beschermen. Maar we zaten daar met heel veel vrachtwagens en mensen. Dit was niet op oudjaar, maar in het midden van de zomer. We hebben daar twee à drie weken gewerkt, maar dat was een heel moeilijke draaiperiode. Het gebeurde terwijl we een film maakten met Adil en Bilal, met heel veel acteurs en mensen van daar, die de buurt ook goed kennen.”

Aan tafel werd met afschuw en ongeloof gereageerd op de getuigenis. Advocaat Joris Van Cauter, die als gast was uitgenodigd omdat hij de straffeloosheid voor de amokmakers van oudjaar had aangekaart in een opiniestuk, sprak over de ‘Maffia van Molenbeek’.

“Dit is onvoorstelbaar, dat je in Brussel een soort van maffia moet betalen om veilig te kunnen werken. Dat is het absolute falen van de rechtstaat”, zo reageerde Van Cauter. “Dat komt omdat het systeem van justitie niet werkt. Ik stel dat vast. Men heeft wijken opgegeven.”