Het vrouwenlichaam is overal, zegt documentairemaker Sofie Peeters, maar in de geneeskunde nog vaak onzichtbaar. In een nieuw boek legt de auteur uit hoe we belangrijke kennis over het vrouwenlijf missen. “Het duurt bij vrouwen vaak langer om een juiste diagnose te krijgen.”
Saskia Vanderstichele
| Sofie Peeters, 10 jaar na haar documentaire Femme de la Rue: "Zo zichtbaar en bekeken als de vrouw vaak lijkt op straat, zo afwezig is haar lichaam nog in de wetenschap."
Wie is Sofie Peeters?
- Geboren in 1986
- Master in de communicatiewetenschappen en in audiovisuele kunsten
- Werkt als audiovisueel regisseur, journalist en communicatieconsultant en auteur (2012-heden)
- Raakte bekend met haar documentaire Femme de la rue in 2012 toen ze aan het RITCS studeerde
- Maakte in 2021 de podcast Geen kleine man over het vrouwenlichaam, i.s.m. Audiocollectief Schik
- Moeder van twee kinderen
Nee, ze woont niet meer in Brussel. Sofie Peeters, voor eeuwig bekend om haar documentaire Femme de la rue over straatintimidatie in de hoofdstad, trok na haar studies richting Mechelen. “Ik werd hier bijna dagelijks lastiggevallen en was het echt beu,” vertelt ze over haar tijd in de Anneessenswijk, intussen twaalf jaar geleden.
Maar zo zichtbaar en bekeken als de vrouw vaak lijkt op straat, zo afwezig is haar lichaam nog in de wetenschap, zegt Peeters. In een nieuw boek Het vrouwenlijf en wat we er niet over weten laat ze zeven bekende vrouwen aan het woord over een aandoening die bij hen, als vrouw, alleen of anders tot uiting komt dan bij mannen. Het gaat van migraine tot de menopauze en ADHD. “Maar ook auto-immuunziekten als reuma en lupus komen vaker voor bij vrouwen dan mannen. En 70 tot 90 procent van de patiënten met onverklaarde symptomen zijn vrouwen,” zegt Peeters.
Heeft onze samenleving niet juist extreem veel aandacht voor het vrouwenlichaam?
Sofie Peeters: Inderdaad, de male gaze is er lang geweest en zie je nog altijd in films en reclame, met naakte vrouwen bijvoorbeeld. Bij wetenschappelijk onderzoek kwam de focus op mannen ook lange tijd doordat ze stabieler leken op hormonaal vlak. In de jaren 1970 waren vrouwen zelfs uitgesloten van bepaalde proeven omdat ze weleens zwanger konden zijn. Dat is gelukkig veranderd, maar veel kennis loopt nog altijd achter en bepaalde medicatie kent andere neveneffecten bij vrouwen dan mannen. Zowel de politiek als farmaceutische sector is daarvoor verantwoordelijk.
Het boek kwam er uit eigen ervaring. U had last van angstaanvallen.
Peeters: Ja, die begonnen op mijn zeventiende toen ik ging studeren. Het gebeurde voor het eerst in de aula. De prof zei: “Kijk eens goed naar links en eens naar rechts. Eén van de drie zal verder studeren, de anderen niet.” Ik werd misselijk, kreeg hartkloppingen en voelde me erg benauwd. Dan denk je al snel aan faalangst als trigger. Maar twee weken later gebeurde het nog eens en ik was van nature niet zo angstig.
“Ik heb het zelf meegemaakt met mijn angsten. Ik vond het gênant om erover te praten"
De huisarts sprak over hyperventilatie en stuurde me naar de studentenpsycholoog en een kinesist voor ademhalingsoefeningen. Het werd de start van een traject van meer dan tien jaar zoeken, van yoga tot meditatie en geen koffie meer drinken. Allemaal manieren om rustig te worden.
Natuurlijk hielp dat, maar pas op mijn achtentwintigste zijn de aanvallen gestopt. Ik dacht eerst dat het een positief neveneffect was van mijn zwangerschap, maar het bleef zo. Pas enkele maanden na de geboorte van mijn tweede kindje kwamen de aanvallen terug. En het enige dat ik zelf kon bedenken, was dat ik opnieuw was gestart met de hormonale anticonceptiepil. Geen van de zorgverleners die ik de voorbije tien jaar had gezien, had me dat gezegd. En toch kon het ermee samenhangen, zei mijn gynaecoloog uiteindelijk.
Wordt daar vandaag al niet beter over gepraat dan tien jaar geleden?
Peeters: Ik hoop het, het heeft in elk geval mijn eigen zoektocht gestart. Had ik gewoon pech of ben ik door de mazen van het medische net geglipt? Ik begon mijn research over anticonceptie, maar stuitte op veel meer problemen die vrouwen ondervinden in de medische wetenschap. Endometriose, de menopauze en PCOS (Polycysteus Ovarium Syndroom, waarbij er cysten op de eierstokken groeien, red.), aandoeningen waar vrouwen lang mee kunnen rondlopen zonder juiste diagnose. Maar het gaat breder dan dat: migraine, reuma en hartaandoeningen kunnen zich op een andere manier uiten bij vrouwen dan bij mannen. Door atypische klachten kan de diagnose ook daar veel langer op zich laten wachten. Die zoektocht wou ik dus opentrekken. Het werd eerst een podcast, eind 2021, en nu dus een boek.
U haalt het zelf aan: veel vrouwen krijgen tijdens hun zoektocht snel een psychologische diagnose. Ze zijn misschien onzeker of zitten niet goed in hun vel, horen ze dan.
Peeters: Voor een stuk kan dat kloppen. In mijn geval was het heel logisch om naar perfectionisme te kijken, alleen zou je na zoveel jaar therapie toch eens verder moeten zoeken, naar een medische reden. Een goed voorbeeld is hartfalen. Vrouwen met hartklachten ondervinden vermoeidheid, misselijkheid of pijn in de kaken, vrij atypische klachten als je die vergelijkt met een mannelijke hartpatiënt. Ook op scans kan er niet meteen iets opvallen, want bij vrouwen zitten de vernauwingen dikwijls in kleinere bloedvaatjes die je niet goed ziet. Dan lijkt de conclusie al snel dat je te veel stress hebt. Gelukkig neemt de kennis over het vrouwenhart de laatste jaren snel toe, maar volgens recent Nederlands onderzoek zou 44 procent van de vrouwen met hartpijn nog altijd minder snel een diagnose krijgen dan mannen.
De vrouwen in uw boek getuigen over de eenzaamheid bij zo’n zoektocht.
Peeters: Natuurlijk, want als je te horen krijgt dat je te veel stress hebt, komt het bij jezelf terecht. Je moet je bijna verontschuldigen en dat is heel isolerend. Ik heb het zelf meegemaakt met mijn angsten. Ik vond het gênant om erover te praten en heb er jarenlang angstvallig over gezwegen. Ik zette me aan de kant in de aula of nam kleinere wegen dan de autosnelweg, zodat het niet opviel dat ik bang was.
Voor een ziekte als endometriose, die pijn bij seks en menstruatie kan veroorzaken, is dat nog intiemer. Zoiets vertel je niet aan iedereen. En wie migraine heeft en soms dagen in een donkere kamer moet liggen, kan zichzelf ook zwak of gevoelig gaan vinden. Er hangt een stigma rond alsof je zou overdrijven. Maar als zoveel vrouwen zich vreemd of een uitzondering voelen, dan ben je dat niet.
Kan die schaamte in bepaalde culturele gemeenschappen nog hoger liggen?
Peeters: Zeker. Er bestaat een denkpiste die ze het mediterraan syndroom noemen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat vrouwen van kleur minder snel een epidurale verdoving krijgen tijdens de bevalling. Men gaat ervan uit dat zij een hogere pijngrens hebben. Het klopt niet, maar er wordt soms van uitgegaan dat die vrouwen sneller overdrijven of maar wat moeten doorbijten.
Hebben we specifieke vrouwenartsen nodig?
Peeters: Nee, daarvoor is het probleem te breed. In Nederland bestaat er wel al twaalf jaar een alliantie rond gender en gezondheid vanuit de overheid. Medische experten en lotgenotengroepen uit verschillende disciplines gingen er samen zitten rond het probleem om ervaringen te delen. Er bestaat nu ook een aparte alliantie rond gender en mentale gezondheid. Ook binnen het onderwijs is er meer aandacht voor het onderwerp en onlangs was ik op een symposium over vrouwengezondheid met maar liefst 1.400 geïnteresseerden. Dat kunnen wij toch ook? Hier is het eerste overkoepelende onderzoek naar vrouwengezondheid pas enkele weken geleden uitgebracht bij Sciensano.
Hoe kan een stad als Brussel de schaamte helpen te doorbreken?
Peeters: Daarvoor kijk ik voor alle duidelijkheid ook naar het federale en Vlaamse niveau, maar als stad kan je echt wel sensibiliserend werken. Los van specifieke aandoeningen zou je meisjes kunnen aanmoedigen om ruimte in te nemen, hun eigen symptomen serieus te nemen en durven te praten. Je mag gerust naar je huisarts stappen en samen uitzoeken wat er speelt. Het is ook goed dat Brusselse scholen nu gratis menstruatieproducten uitdelen. Omdat het duur is voor sommige tienermeisjes, maar ook omdat het je lichaam bespreekbaar maakt.
Tieners en twintigers praten er al makkelijker over, net als over mentale gezondheid, maar dertigers en veertigers niet. Ook op het werk ligt praten over de menopauze, migraine of mentale klachten moeilijk. Vrouwen willen hun kansen niet beperken en vrezen voor onbegrip.
Na Femme de la rue is er al flink wat sensibilisering geweest rond dat andere thema, straatintimidatie. Heeft dat de voorbije twaalf jaar echt iets veranderd, denkt u?
Peeters: Het is in elk geval eenvoudiger geworden om erover te spreken. Toen ik mijn project twaalf jaar geleden moest uitleggen aan een jury van zeven mannen – wat je je nu al niet meer kan voorstellen – vroegen ze zich af of je een halfuur kon vullen met een documentaire over straatintimidatie. Iemand opperde zelfs om een reportage te maken over die arme meisjes die nooit eens aangesproken of versierd werden (lacht).
Alleen, de problematiek op zich is niet weg. Eind vorig jaar bleken nog altijd negen op de tien vrouwen het te hebben meegemaakt. Een deel van het probleem hangt samen met bepaalde wijken, waar ook andere kleine criminele zaken mislopen. Dat los je niet op met een paar posters.
Bij de verkiezingen staat rechts op winnen. Extreemrechtse partijen hebben vaak een conservatief beeld van het vrouwenlichaam en wie er zeggenschap over heeft.
Peeters: Ik vind dat beangstigend. Op dit moment kan er in ons land best veel lichamelijk en wij denken soms verkeerdelijk dat alles dan oké is, maar dat is helemaal niet zo. De visie van extreemrechts over abortus, het aantal kinderen dat een vrouw zou moeten krijgen en wat haar plaats is in de maatschappij, beangstigt me. Je ziet het al in de VS, het zogenoemde ‘land of the free’, waar abortusrechten heel fel worden ingeperkt.
Daarnaast is het de vraag wat er met de beloofde onderzoeksplannen zal gebeuren. In februari is in de Kamer een resolutie gestemd om de genderdatakloof in de geneeskunde aan te pakken, onder meer met betere samenwerking tussen onderzoeksinstellingen. Alleen is het nu aan de volgende machtshebber om daar effectief iets mee te doen.
Het vrouwenlijf en wat we er niet over weten, Sofie Peeters, Uitgeverij Acco, 24,50 euro
Lees meer over: Brussel , Veiligheid , Gezondheid , Sofie Peeters , femme de la rue , vrouwenlichaam , geneeskunde
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.