Op 10 januari begint het proces over de aanslag op het Joods Museum, die op 24 mei 2014 het leven kostte aan vier mensen. In de Brusselse joodse gemeenschap heerst er tot op vandaag een gevoel van onveiligheid. “Het zit in ons hoofd ingebakken dat we ons moeten verstoppen.”
'Onze Joodse gemeenschap wordt elke dag kleiner'
In vergelijking met Antwerpen is de Brusselse joodse gemeenschap minder zichtbaar. Hier geen typisch joodse buurten, en amper orthodoxe joden met de typische peies of pijpenkrullen in het straatbeeld. De discrete aanwezigheid van de joodse gemeenschap in Brussel valt ook op in een van de weinige koosjere winkels in de hoofdstad, waar de klanten geen typisch joodse symbolen als davidsterren of keppels dragen.
Eigenaar Maurice Tal, een joodse Brusselaar van Marokkaanse afkomst, herinnert zich de dagen na de aanslag nog goed. “Voor de deur stonden plots soldaten. De klanten bleven weg. Die aanslag heeft een grote impact gehad op de joodse gemeenschap in Brussel,” zegt hij. Dat is ook te merken in zijn winkel. De etalage werd deels dichtgemaakt, en in zijn bureau is op een monitor te volgen wat er in elk hoekje van de winkel gebeurt. Sinds de aanslag heeft hij verschillende joodse Brusselaars zien vertrekken naar Israël. “Onze gemeenschap wordt met de dag kleiner.”
Volgens het gelijkekansencentrum Unia zit het aantal antisemitische incidenten in ons land de afgelopen vijf jaar in een stijgende lijn, maar aparte cijfers voor Brussel zijn er niet. “Bovendien blijkt uit een recente enquête van het Europees Bureau voor de grondrechten dat het onveiligheidsgevoel bij de joodse gemeenschap in twaalf landen toegenomen is. Verontrustend is dat blijkt dat joden nergens in de Europese Unie zoveel vijandigheid ervaren op straat als in België, op Frankrijk na,” zegt directeur Els Keytsman.
"De aanslag op het museum was eerder een bevestiging van het onveiligheidsgevoel, dan een keerpunt"
Een ander gezicht
Keytsman benadrukt ook dat antisemitisme verschillende vormen kan aannemen. In 2018 werden bijvoorbeeld verschillende verkiezingsposters tijdens de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen beklad met hakenkruizen. Ook werd een Europese ambtenaar veroordeeld voor antisemitisme nadat hij een collega-ambtenaar bij een ruzie in het gezicht had geslagen en gezegd had het spijtig te vinden dat “Hitler zijn werk niet had afgemaakt”. In mei startte een gerechtelijk onderzoek naar een Brusselse politiecommissaris wegens antisemitisme, omdat hij onder meer naziliederen zou hebben afgespeeld voor agenten met joodse grootouders.
Ook de Brusselse rabbijn Menachem Margolin, voorzitter van de federatie European Jewish Association (EJA) kreeg ermee te maken, toen bij de start van het joodse feest Chanoeka de grote kandelaar die hij op het dak van zijn auto geïnstalleerd had, beschadigd werd. “Dat gebeurde niet in Molenbeek, maar vlak bij de EU-wijk in Etterbeek. We zeggen en horen het al jaren: Brussel is niet meer comfortabel voor onze gemeenschap,” reageert hij.
Zahava Seewald, zangeres en curator bij het Joods Museum, stelt dat veiligheid een belangrijker thema geworden is in de joodse gemeenschap sinds 2014. “Het valt op dat antisemitisme een ander gezicht gekregen heeft. Nu spuien mensen hun haat op sociale media, waar ook absurde complottheorieën of ideeën over de joodse gemeenschap verspreid worden. Zo denken velen dat alle joden rijk zijn of dat ze het bankensysteem bezitten.”
"Joden ervaren nergens in de Europese Unie zoveel vijandigheid op straat als in België, op Frankrijk na”
Zelf heeft ze in Brussel nog maar zelden in persoon te maken gekregen met antisemitisme. “Aan mijn uiterlijk zie je niet dat ik joodse ben. Het is beter om bepaalde symbolen niet te dragen in Brussel, zoals een davidster. Dat zit echt in onze mentaliteit ingebakken. Maar eigenlijk is het toch abnormaal dat joden zich zo moeten verstoppen.”
Wel herinnert ze zich een ruzie met haar toenmalige buren in Elsene. “Wij hadden kinderfietsen op de gang staan en daar waren ze razend om. ‘Jullie zijn hier niet in Gaza, hier kan je niet zomaar alle ruimte innemen,’ was de boodschap. Dat choqueerde mij, vooral omdat het een rustig ouder Belgisch koppel was.”
"Na de aanslag stonden er voor de deur plots soldaten. De klanten bleven weg"
Ook haar kinderen krijgen op school af en toe opmerkingen naar hun hoofd geslingerd over de situatie in het Midden-Oosten. “Vaak gebeurt dat als het conflict tussen Israël en Palestina opflakkert. Dan moeten ze zich daar als het ware voor verantwoorden, net als moslims geconfronteerd worden met opmerkingen of verwijten als er een aanslag gepleegd wordt door een andere moslim.”
Ook de Belgische Liga tegen Antisemitisme ziet meer incidenten wanneer het conflict tussen Israël en Palestina oplaait. De situatie verergerde volgens de organisatie drastisch na 2000, de start van de Tweede Intifada (toen het conflict tussen de Palestijnen en Israël weer oplaaide na het bezoek van de Israëlische politicus Ariel Sharon tijdens zijn verkiezingscampagne aan de Tempelberg in Oost-Jeruzalem). “Toen kende het antisemitisme plots een opflakkering. We zijn nooit teruggekeerd naar hoe het daarvoor was,” zegt voorzitter Joël Rubinfeld. Volgens hem heerst er sindsdien een klimaat van angst in de joodse gemeenschap. “De aanslag op het museum was in die zin eerder een bevestiging van dat onveiligheidsgevoel, dan een keerpunt.”
De gemeenschap zelf heeft initiatieven opgestart om de kloof tussen de verschillende religies en culturen te dichten en stereotypes, mythes en vooroordelen over de joodse gemeenschap uit de wereld te helpen. Zo heeft winkeleigenaar Tal net Mimouna, een vereniging van Marokkaanse joden en moslims in België opgericht. “Ik zie dat veel moslimjongeren in Brussel niet eens weten dat er Marokkaanse joden zijn. We willen hen via onder meer tentoonstellingen en films informeren,” legt hij uit. Het Joods Museum startte in december dan weer met het project Let’s Meet a Jew, dat de stereotypen en mythes over Joden moet doorprikken.
Maar volgens de joodse gemeenschap is er nood aan meer politieke wil. “Premier Charles Michel heeft vorig jaar gezegd dat België zonder joden België niet is. Dat zijn mooie woorden, maar we moeten die ook weerspiegeld zien in het beleid. Zo moet er werk gemaakt worden van echte nultolerantie,” aldus Rubinfeld van de Liga tegen Antisemitisme.
Ondanks de moeilijkheden blijft winkeleigenaar Tal optimistisch. “Ik voel me hier niet onveilig. Sommigen noemen mij naïef, maar er kan altijd wel iets gebeuren. Dat is niet genoeg voor mij om mijn koffers te pakken.”
Lees meer over: Brussel , Analyse , antisemitisme , joël rubinfeld , aanslag Joods Museum
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.