Brussel is een van de Europese regio’s die het meeste rijkdom creëren. Maar de Brusselaars zelf profiteren daar niet optimaal van. Het gewest kampt met een hardnekkige werkloosheid, die leidt tot een verarming van de bevolking. “Dat jongeren hun weg niet vinden naar de arbeidsmarkt is rampzalig.”
Saskia Vanderstichele
| Maïmouna leert het verkoopvak via een inschakelingscontract bij BelFood. “Zonder werkervaring is het moeilijk om een job te vinden.”
Brussel Kiest: de grootste uitdagingen in zes afleveringen (1)
Naar aanleiding van de verkiezingen van 9 juni 2024 focust BRUZZ de komende weken in zes afleveringen op de grootste uitdagingen van Brussel. Te beginnen met: de centen. Check de debatten met politici en experts over de thema’s online, op televisie en op radio.
Dinsdagnamiddag in BelFood, de biowinkel van atelier Groot Eiland aan de Henegouwkaai. Maïmouna, 23, snijdt achter de kaastoog een stuk geitenkaas af voor een klant. Ze heeft vandaag ook al de bulkproducten aangevuld en straks zit ze achter de kassa. In de afgelopen maanden heeft ze stap voor stap alle aspecten van het verkoopvak geleerd. Haar inschakelingscontract bij Groot Eiland duurt tot november en na afloop hoopt ze vurig om een baan te vinden.
Dat is haar de afgelopen twee jaar op eigen kracht niet gelukt. Maïmouna verhuisde in 2022 vanuit het Afrikaanse Guinee naar Brussel om zich hier te herenigen met haar man. Ze spreekt Frans en een beetje Engels, haar Guinese diploma van de middelbare school is niet erkend. “Hoewel ik een cursus verkoop volgde, kon ik nergens terecht. Zelfs een stage bij Hema lukte niet,” zegt ze. “Zonder werkervaring is het echt moeilijk.”
Wat verderop in restaurant BelMundo, ook van Groot Eiland, is Mansour net klaar met zijn werkdag in de keuken. Mansour, ook 23, kwam vijf jaar geleden vanuit Syrië naar Brussel. Hij kende alleen Arabisch, ondertussen spreekt hij ook een mondje Nederlands. “Maar schrijven gaat me zowel in het Arabisch als in het Nederlands niet goed af. Ik ging alleen tussen mijn zevende en veertiende naar school en heb daar weinig opgestoken.”
Preisoep en risotto
Via alternerend leren werd hij na zijn aankomst eerst naar het schildersvak geloodst. “Maar ik hou eigenlijk niet van schilderen,” vertelt hij. Daarom switchte hij naar een traject als keukenmedewerker. Zijn werkervaringscontract bij Groot Eiland is bijna afgelopen. “Ik kon al wat koken, maar heb nu ook geleerd om bijvoorbeeld risotto, champignonsaus en preisoep te maken.” Mansour mikt op een job in de horeca, met als ultieme droom: barista worden.
Maïmouna en Mansour zijn twee van de vele Brusselaars op zoek naar een baan. Hun korte scholing en niet-Europese roots maakt die zoektocht voor hen extra lastig.
Brussel telt momenteel ruim 90.000 werkzoekenden. De werkloosheidsgraad schommelt rond de 15 procent, dat is maar een fractie lager dan in het begin van de legislatuur. Uitschieters zijn de gemeenten Molenbeek en Sint-Joost, met percentages boven de 21 procent. (Lees verder onder de foto)
Goed nieuws is dat er op de uitdijende Brusselse arbeidsmarkt ook meer werkenden zijn bijgekomen. De werkgelegenheidsgraad in Brussel is gestegen tot 66,5 procent. Daarmee is Brussel weliswaar Wallonië voorbijgestoken, maar er is nog een lange weg te gaan om het streefdoel te halen dat de federale overheid inzake werkgelegenheid vooropstelt: tachtig procent van de 20-64-jarigen aan het werk zetten tegen 2030. “In Vlaanderen komt dat doel stilaan in zicht. In Brussel is nog veel marge voor verbetering,” zegt René Konings, directeur van ondernemersorganisatie Voka Metropolitan.
Hoge jeugdwerkloosheid
Problematisch is ook dat de Brusselse jeugdwerkloosheid opnieuw piekt. Terwijl die aan het begin van deze legislatuur gezakt was tot 21 procent, komt het cijfer nu in de buurt van de 28 procent. “Dit is alarmerend,” vindt Hassan Al Hilou, initiatiefnemer van jongerenorganisatie Capital. “Brussel is een gewest met veel potentieel, maar tal van jongeren raken niet aan een job, terwijl de arbeidsmarkt smeekt om arbeidskrachten.”
“Als bedrijven, uitzendkantoren of jeugdorganisaties jongeren aan een duurzame job helpen, waarom hen dan niet een deel van het budget geven?”
Jongerenorganisatie Capital
Dat is onder meer een gevolg van de mismatch op de arbeidsmarkt. Brussel is hoofdzakelijk een diensteneconomie met vooral banen voor hooggeschoolden, terwijl ruim zestig procent van de Brusselse werklozen geen diploma van het secundair onderwijs heeft of geen in België erkend diploma, en bijna een op de vijf bij arbeidsbemiddelaar Actiris ingeschreven werkzoekenden Frans noch Nederlands spreekt.
“Daardoor hebben we nu in Brussel, net als in Vlaanderen, een soort war for talent,” zegt Jan De Brabanter, secretaris-generaal van de Brusselse ondernemingsorganisatie Beci. “Zelfs bepaalde laagopgeleide profielen zijn moeilijk te vinden.” Zo moest bakkerij Maes in Ganshoren vorig jaar tijdens de eindejaarsperiode sluiten omdat er geen patissier te vinden was.
“Werkzoekenden moeten verplicht worden om vacatures die voorhanden zijn te aanvaarden, er zijn veel te veel weigeringen”
Secretaris-generaal Beci
Door de mismatch zoeken de Brusselse werkgevers ook buiten Brussel naar personeel. Nog steeds wordt bijna de helft van de ongeveer achthonderdduizend banen in het gewest uitgeoefend door pendelaars. Zo verdwijnt een niet onbelangrijk deel van de Brusselse rijkdom naar Vlaanderen en Wallonië.
Behalve de jeugdwerkloosheid blijft ook de langdurige werkloosheid zorgwekkend. Bijna de helft van het Brusselse werklozenbestand is meer dan twee jaar werkloos. Zowel het Rekenhof als de Oeso wees recentelijk met de vinger naar het activeringsbeleid van Actiris. Te weinig aanklampend, zo luidde het. “Als je weet dat er tussen een eerste en tweede gesprek met de Actiris-consulent soms negen maanden zit, kan je je vragen stellen,” zegt Hassan Al Hilou.
Uit recente cijfers blijkt ook dat Actiris maar een op de vijf werkzoekenden controleert op hun beschikbaarheid. En geldelijke sancties voor werkonwilligen zijn zeldzaam. Vorig jaar waren er 332 tijdelijke schorsingen en 38 definitieve, op een totaal van zo’n zestigduizend uitkeringsgerechtigde werklozen. In Vlaanderen, waar de sanctieprocedure minder omslachtig is dan in Brussel, werd een op de negen werkzoekenden met een uitkering bestraft omdat ze te weinig inspanningen leverden om werk te zoeken.
Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (Défi) ziet sancties niet als een prioriteit. Hij wil de werkzoekenden vooral verplichten tot een vorming, aangepast aan hun talenten en interesses, eerder dan hen te dwingen een job tegen hun zin aan te nemen.
Voor ondernemersorganisaties Beci en Voka moet de activering beter en het werkloosheidssysteem strenger. “Actiris heeft een budget van bijna 800 miljoen, maar krijgt relatief weinig mensen aan het werk,” meent De Brabanter. “Wij hopen op een krachtdadige regering die de arbeidsmarkt beter activeert. Werkzoekenden moeten verplicht worden om vacatures die voorhanden zijn te aanvaarden, er zijn veel te veel weigeringen.”
Bij Voka luidt het dat werken meer moet lonen dan niet werken. “Nu is het voor sommigen interessanter om inactief te blijven omdat je dan ook veel sociale voordelen krijgt,” zegt René Konings, die pleit voor een beperking van de werkloosheidsuitkeringen tot twee jaar. “Zo prikkel je mensen om werk te gaan zoeken.”
Monopolie Actiris doorbreken
Voor Hassan Al Hilou is sanctioneren symptoombestrijding. Hij vindt dat met name de jeugdwerkloosheid dringend een vernieuwende aanpak nodigt heeft en hekelt het ‘monopolie’ van arbeidsbemiddelaar Actiris, die in zijn ogen te groot geworden is en sense of urgency mist. “Jongeren vinden hun weg vaak niet naar Actiris. Naar ons komen ze wel, ze vertrouwen ons. Bij Actiris worden ze soms gepusht naar een opleiding waar ze geen zin in hebben en die hen niet meteen zicht geeft op werk, terwijl dat is wat ze willen.”
Hij vraagt zich dan ook af waarom Actiris het volledige budget voor arbeidsbemiddeling moet krijgen. “Waarom niet andere actoren uit de privé erbij betrekken? Je kan bedrijven inschakelen voor opleiding. En als bedrijven, uitzendkantoren of jeugdorganisaties jongeren aan een duurzame job helpen, waarom hen dan niet een deel van het budget geven?”
Risico op armoede
De hoge werkloosheid in Brussel is nadelig voor de economische dynamiek van het gewest, maar heeft ook andere gevolgen. Ruim een kwart van de inwoners van Brussel loopt een risico op armoede en dat risico treft zoals verwacht vooral niet-werkenden. Hoewel in Brussel een vijfde van de totale Belgische welvaart (of bbp) gecreëerd wordt, ligt het gemiddelde netto-inkomen er 21,1 procent onder het Belgische gemiddelde. In Sint-Joost is dat dik 45 procent.
Dat heeft volgens VUB-hoogleraar Herman Matthijs een negatieve impact op de toch al belabberde openbare financiën van het Brussels Gewest, dat intussen aankijkt tegen een schuld van ruim dertien miljard euro (zie ook p. 24). “Onder meer door de grote werkloosheid zakt de fiscale capaciteit van Brussel al jaren. In het Brussels gewest wordt vandaag nog slechts acht procent van de personenbelasting geïnd, terwijl elf procent van de Belgische bevolking er woont. Vlaanderen, goed voor 57 procent van de Belgische bevolking en 65 procent van de personenbelasting, doet het een stuk beter.”
Brussel en Wallonië, de gewesten waarvan het aandeel in de opbrengst van de personenbelasting lager ligt dan het bevolkingsaandeel, krijgen al jaren een flinke compensatie van de federale overheid via het solidariteitsmechanisme van de bijzondere financieringswet, gaat Matthijs verder. “Voor dit jaar is dat 478 miljoen euro. Maar die compensatie wordt vanaf nu lineair afgebouwd. In 2033 komt er nog nul euro.”
En dat terwijl Brussel door zijn armere bevolking een heleboel extra sociale kosten heeft. Matthijs: “Dat gaat om sociale huisvesting en OCMW-kosten, maar ook bijvoorbeeld om de sociale tarieven van Vivaqua. Die worden door het Gewest betaald.”
Voor Matthijs is er dan ook maar één conclusie “Er moet dringend meer volk aan het werk in Brussel.”
Activering van werklozen: ideeën vliegen over en weer
De werkzaamheidsgraad in het Brussels gewest is deze legislatuur weliswaar gestegen tot 66,5 procent, maar daarmee is het federale streefdoel van tachtig procent tegen 2030 nog lang niet in zicht: een analyse van BRUZZ-redacteur Bettina Hubo.
Lees meer over: Brussel , Brussel kiest: Brussels parlement , Economie , Politiek , BelFood , Groot Eiland , Herman Matthijs , Hassan Al Hilou , Jan De Brabanter , BECI , capital , Brussel kiest: de centen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.