Zondag sneuvelt het record van langste Brusselse regeringsvorming. Dat staat nu nog op naam van de regering-Vervoort II, die in de zomer van 2014 56 dagen nodig had om tot een akkoord te komen. BRUZZ biedt deze week de formateurs Elke Van den Brandt (Groen) en David Leisterh (MR) elke dag een nieuwe hulplijn, met raad van voormalige collega's die ooit op hun stoel zaten. Vandaag: Robert Delathouwer, Koekelbergs coryfee van de Vlaamse socialisten in Brussel en voormalig staatssecretaris voor Mobiliteit.
Hulplijn voor de formateurs (2), Robert Delathouwer: ‘Toon empathie voor je tegenpartij'
Delathouwer is al 35 jaar gemeenteraadslid in Koekelberg en was 27 jaar schepen in zijn gemeente. Daarnaast heeft hij ook op regionaal vlak ervaring, drie jaar als fractieleider voor de socialisten in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en daarna als staatssecretaris. Hij nam in 1999 deel aan de regeringsonderhandelingen waar uiteindelijk een regering met vijf formaties uit voortkwam: PRL (later MR)-FDF, PS, CVP, VLD-Volksunie en SP-Agalev (later Groen), onder leiding van de liberaal Jacques Simonet.
U en uw collega’s hadden slechts 31 dagen nodig om een Brusselse regering op de been te brengen. Waarom ging het toen een pak sneller dan vandaag?
"De situatie is niet te vergelijken met die van vandaag. CVP en SP gingen na de verkiezingen samen verder besturen, dat lag op voorhand al zo goed als vast. Vlaams Blok had daarnaast in 1999 veel succes met Johan Demol (de voormalige politiecommissaris van Schaarbeek, red.), maar regeren met hem was uit den boze. Daardoor was vrij snel duidelijk dat we voor een Vlaamse meerderheid in Brussel met drie formaties zouden moeten samenwerken, en dan kom je al snel uit bij een constellatie met socialisten, christendemocaten en liberalen.
De Vlaamse liberalen waren er toen voor het eerst bij, de Franstalige liberalen zaten daarvoor al in de regering. Aan Franstalige kant veranderde er dus weinig. De vorige coalitie ging verder besturen, het enige verschil was dat er een liberale minister-president, Jacques Simonet, in de plaats kwam van Charles Picqué van de PS, die naar de federale regering verhuisde.
Ik onderhandelde samen met Rufin Grijp, zijn kabinetschef, en Adelheid Byttebier van Agalev (de voorloper van Groen), want wij zaten samen met de groenen in een kartel. Wij vormden Spagalev, zo u wil. De groenen maakten dus ook deel uit van de onderhandelingen en de gewestregering.”
Wat was de moeilijkste knoop destijds?
“Er waren in mijn herinnering niet zo veel lastige passages. Aan Franstalige kant zat je gewoon met liberalen en socialisten, die kenden elkaars prioriteiten. Natuurlijk wou elke partij zo veel mogelijk van het eigen programma realiseren, maar er was respect voor elkaars gevoeligheden. Ik herinner me wel enkele discussies, maar we kenden en respecteerden elkaar. Ik heb de indruk dat dat nu een stuk minder het geval is.
Nu, ons kartel met de groenen was ook geen gemakkelijke oefening. Maar, we hebben zo wel de eerste stappen voor een duurzamere mobiliteit gezet. Bijvoorbeeld door, samen met Ecolo, dat toen in de oppositie zat, de autoloze zondag in te voeren. Dat verliep niet zonder tegenkanting, vaak vanuit dezelfde politieke hoek als vandaag.”
"Ontslagnemend minister-president Rudi Vervoort (PS) is een van de Brusselse politici die heel goed kan luisteren. Hij liet zich nooit van zijn roodste kant zien en heeft daar ook veel kritiek voor gekregen. Maar hij heeft wel tien jaar lang zijn ploeg samen kunnen houden."
Scheiding van Kerk en staat
Even naar het heden springen, hoe zou u met de politieke kaarten van vandaag aan de slag gaan?
“In Brussel is het probleem dat je twee keer naar een werkbare meerderheid moet zoeken, zowel aan Franstalige als aan Nederlandstalige zijde. Bovendien hebben ook de onderhandelingen op federaal en Vlaams niveau hun invloed. Het is daarom belangrijk om al in een vroeg stadium te bepalen wie met wie gaat besturen.
Voor mij zou het bijvoorbeeld niet verkeerd zijn mocht de meerderheid die zich nu aftekent in Vlaanderen en op federaal niveau (met N-VA, Vooruit en CD&V) ook weerspiegeld worden in Brussel, met Groen erbij dan. Dat zou een formule kunnen zijn die werkt. Je kan alleszins niet om Groen heen met hun vier zetels.
Een formule waarbij Team Fouad Ahidar betrokken is, vind ik minder voor de hand liggend. Ik ken Ahidar een beetje, hij is geen dommerik. Maar om nu, na alles wat er is gebeurd, weer met Vooruit samen te werken? Dat lijkt me moeilijk.
We moeten bijvoorbeeld nog zien hoe stevig hij vasthoudt aan zijn standpunt over de scheiding van Kerk en staat. Hij zegt als enige dat wij allemaal hypocriet zijn, en dat zijn invulling van die scheiding de enige correcte is. Maar dat zou betekenen dat we al honderd jaar hypocriet bezig zijn.
Mocht het aan mij liggen, dan zou ik voor die eerste, cruciale fase iedereen durven samen te zetten - elke partij waarmee gepraat gaat worden. Ik zou ze in een zaal samenbrengen en zien wie er, op basis van welke gezamenlijke werktest, kan samenwerken. Die partijen blijven dan over voor een volgende fase."
De verwarrende positie van de PS
Durft u een voorspelling te wagen over wie er in de volgende Brusselse regering zal zitten en wanneer die er zal zijn?
“Ik durf niets te voorspellen, ik zit ook niet meer heel dicht bij de onderhandelingen. Of het zal lukken om een akkoord te sluiten voor de gemeenteraadsverkiezingen hangt af van het beeld dat aan de PS zal blijven kleven. Kunnen ze het vruchteloos wachten op een regering aan de kiezer verkopen als het falen van MR? Of krijgen ze zelf het verwijt dat ze de boel blokkeren?
In dat laatste geval kunnen ze misschien toch vroeger overstag gaan en in een regering met MR stappen.
Hoe dan ook, de positie van de PS blijft verwarrend. Paul Magnette heeft meteen na de verkiezingen verklaard op alle niveaus voor de oppositie te kiezen, maar in Brussel is de partij mathematisch noodzakelijk voor een stabiele meerderheid.
Of er een regering komt met Team Fouad Ahidar? Zeg nooit nooit in de politiek. Maar het lijkt me toch erg onwaarschijnlijk.”
Welke tips heeft u nog voor informateurs Elke Van den Brandt en David Leisterh?
“Toon als onderhandelaar empathie. Probeer je in de ander te verplaatsen, al weet ik dat dat moeilijk kan zijn. En luister vooral naar de andere partijen. Dat kan bijvoorbeeld ontslagnemend minister-president Rudi Vervoort (PS) zeer goed. Hij liet zich nooit van zijn roodste kant zien en heeft daar ook veel kritiek voor gekregen. Maar, hij heeft wel tien jaar lang zijn ploeg samen kunnen houden.”
Ik kan het belang van naar elkaar luisteren niet genoeg benadrukken. Denk niet dat je je eigen programma zal kunnen doorduwen. Als je alleen aan je eigen gelijk denkt zal je er niet geraken. Dat hoor ik bij de huidige formateurs soms toch doorklinken.
Ook raad ik de Vlamingen aan om de bicommunautaire bevoegdheden, zoals gezondheid en welzijn, niet links te laten liggen. De covidcrisis heeft aangetoond hoe belangrijk die zijn in Brussel, en al die zaken kwamen toen terecht bij minister Alain Maron (Ecolo), en niet bij (zijn Nederlandstalige collega) Elke Van den Brandt (Groen). Dat lijkt me onverstandig.
Aan alle onderhandelaars zeg ik tenslotte: neem een week verlof, rust uit, en begin daarna opnieuw met goede moed.”
Lees meer over: Brussel , Brussel kiest: Brussels parlement , Robert Delathouwer , Brusselse regeringsvorming , Elke Van den Brandt , David Leisterh
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.