N-VA

| N-VA komt in negen van de negentien Brusselse gemeenten op, telkens met een eigen lijst.

Op eigen kracht naar de kiezer: ‘Op een Franstalige lijst staan is makkelijk’

Kris Hendrickx
© BRUZZ
09/09/2024

Nederlandstalige partijen die opkomen bij de Brusselse gemeenteraadsverkiezingen gaan doorgaans in zee met de lijst van een Franstalige partner. Vooral N-VA en Vlaams Belang proberen het op eigen kracht en voeren daarmee een gevecht bergop.

Wie op 13 oktober een Open VLD-, CD&V- of Groen-lijst zoekt, zal eraan zijn voor de moeite. De partijen komen overal op samen met een partner, meestal de natuurlijke evenknie aan Franstalige zijde. Voor Vooruit.brussels is er één uitzondering op die regel: enkel in Schaarbeek doet de partij het helemaal alleen.

De reden om samen in zee te gaan ligt voor de hand: inhoudelijk liggen de standpunten van zusterpartijen vaak niet zover uiteen. Samen campagne voeren spaart een pak tijd en geld en het levert ook een breder netwerk op. “Nederlandstalige kandidaten bereiken via hun Franstalige contacten ook meer potentiële kiezers,” weet fractiesecretaris Johan Basiliades van Open VLD.

Die moeilijke eerste zetel

Erg belangrijk: de zetelverdeling voor de gemeenteraad gebeurt in België volgens het imperiali-systeem, dat lijsten met veel stemmen bevoordeelt. Het principe werd in 1921 ingevoerd om een te grote versnippering van het politieke landschap tegen te gaan. “Vooral de eerste zetel halen wordt met dit systeem moeilijk,” zegt Neal Raes van Vooruit.brussels. “Stel dat de Kamerverkiezingen van juni gemeenteraadsverkiezingen waren geweest, dan had N-VA in Anderlecht met 1.300 stemmen bijvoorbeeld geen enkele zetel gehaald, terwijl Ecolo aan 3.047 stemmen genoeg zou hebben voor drie zetels.”

N-VA komt op in 9 van de 19 gemeenten. In 2018 waren dat er nog 14. "We kiezen voor plekken waar we sterk staan," zegt boegbeeld Cieltje van Achter.

Niet elke Nederlandstalige partij heeft de luxe om samen te gaan met een Franstalige evenknie. N-VA doet het bijvoorbeeld op eigen kracht. Navraag bij de partij leert dat de Vlaams-nationalisten straks opkomen in negen Brusselse gemeenten: Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren, Ukkel, Brussel-Stad, Molenbeek, Jette, Anderlecht en Koekelberg.

Negen gemeenten is beduidend minder dan de veertien van 2018, waarbij de partij uiteindelijk zeven gemeenteraadsleden behaalde. “Deze keer kiezen we vooral voor gemeenten waar we sterk staan,” legt boegbeeld Cieltje Van Achter uit. “Op een Franstalige lijst gaan staan is makkelijk, maar een eigen campagne vraagt veel energie.” Dat begint al bij het ronselen van handtekeningen om een lijst te kunnen indienen. Elke lijst moet de handtekening krijgen van honderd burgers of van twee uittredende gemeenteraadsleden, nog een aspect dat grotere partijen bevoordeelt.

In Schaarbeek, waar Van Achter in 2018 niet verkozen raakte, zag ze naar eigen zeggen hoe groot de nood is aan een echte Vlaamse oppositie. “Dat is onder meer zo rond tweetaligheid. Deze zomer was er bijvoorbeeld geen enkel aanbod aan vakantiekampen in het Nederlands.”

"Het aantal Nederlandstaligen in Schaarbeek stijgt, dat biedt dus kansen"

Hannelore Goeman

Lijsttrekker Vooruit.brussels in Schaarbeek

November 2023: Hannelore Goeman (Vooruit) in het Vlaams Parlement

In de ezelsgemeente is er met Vooruit.brussels nog een Nederlandstalige partij met een eigen lijst. Lijsttrekker Hannelore Goeman noemt die stap zeker geen negatieve keuze tegenover de PS, maar geeft ook toe dat de standpunten over een heet hangijzer als mobiliteit verschillen. “We hebben ook gezien dat het aantal Nederlandstaligen in Schaarbeek stijgt, dat biedt dus kansen.” En ook de lijstplaats speelde mee. In plaats van de tweede plek zoals in 2018, had Goeman deze keer genoegen moeten nemen met de vierde plek, terwijl ze in 2018 al niet verkozen was vanop plaats twee.

Hoe moeilijk het is om op je eentje te scoren, weet ook Vlaams Belang. Zes jaar geleden kwam die partij op in vijf Brusselse gemeenten, maar leverde dat nergens een gemeenteraadslid op. Lokaal voorzitter Bob De Brabandere houdt het voorlopig op “minstens drie gemeenten.” De voorbije weken probeerde de partij nog naarstig handtekeningen te sprokkelen via Facebook-advertenties, maar ook met huis-aan-huisbezoeken.

"Een verkozene helpt om lokale afdelingen levend te houden, die op hun beurt het gewestniveau versterken"

Dave Sinardt

Politicoloog VUB

Dave Sinardet, politicoloog

Al die moeite doen om uiteindelijk hooguit één gemeenteraadslid te behalen, is dat de inspanning eigenlijk wel waard? Het antwoord is steevast een volmondige ja. “Niet vertegenwoordigd zijn is een ongelofelijke handicap,” merkte Hannelore Goeman de afgelopen legislatuur. “Terwijl er zoveel thema’s zijn om op te wegen: mobiliteit, netheid …” Ook Vlaams Belang zou wat graag lokale gekozenen hebben. “Je kan dan lawaai maken over thema’s die anders onder de mat worden geveegd.”

Politicoloog Dave Sinardet (VUB) beaamt: “Een gekozene helpt ook om een lokale afdelingen levend te houden, die op hun beurt het gewestniveau versterken.”

Opdeling in taalgroepen herdenken

Behalve de klassieke Nederlandstalige partijen trekt ook Team Fouad Ahidar straks op eigen houtje naar de stembus in minstens acht gemeenten. Het fenomeen van de afgelopen gewestverkiezingen is echter de eerste om toe te geven dat het niet om Nederlandstalige lijsten gaat. “Een groot deel van de kandidaten is Franstalig, dat is ook logisch als je zoveel mensen nodig hebt op een lijst.”

Politicoloog Sinardet herinnert eraan dat de gemeenschappelijke lijsten een relatief recent fenomeen zijn. “In de jaren 1970 en 1980 was dat de uitzondering, toen was de communautaire spanning natuurlijk ook groter en hadden we meer Vlaamse kartellijsten. Maar die natuurlijke keuze voor tweetalige lijsten moet ons misschien toch eens aanzetten om die opdeling in taalgroepen op het gewestniveau te herdenken.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni