Column

Beeldspraak: studenten, io vivat nostrorum insanitas

Michaël Bellon
© BRUZZ
16/11/2019
Beeldspraak Sint-Verhaegen, Saint-Vé, in november 1973

| Saint-Vé in november 1973.

Elke week verzint Michaël Bellon een nieuw onderschrift bij een oude persfoto. Deze week: Sint Verhaegen in 1973.

Wanneer per ongeluk ter sprake komt hoeveel één student per academiejaar aan de gemeenschap kost, moeten alle aanwezigen plots dringend naar het toilet. Nadien kan het gesprek dan op een ander, minder heikel onderwerp worden gebracht, zoals de terugkeer van grieperige IS-strijders, of de zorgeloze jeugd van Margareta Thunberg. Zo hóóg ligt namelijk het bedrag waarmee men de ooit kritische, nu kritieke grijze massa aan onze sufgefuseerde universiteiten en hogescholen wordt vet­gemest.

Iemand moet straks, wanneer de wereld nog maar weer eens wat ingewikkelder is geworden, het denkwerk voor zijn rekening blijven nemen, dus dat mag de belastingbetaler die het denken al lang heeft opgegeven, wat kosten. Het overschot mogen de kandidaten zelfs houden. Daardoor zijn de Belgische studenten die zich - zodra pa en ma hun kot hebben ingericht - zonder enige schroom uit het maatschappelijke leven terugtrekken om het op ongeregelde uren op een zuipen, neuken en spaghettisaus ontdooien te zetten, zowat de meest geprivilegieerde groep ter wereld. Na de scheepsloodsen, de voetbalmakelaars, het Huis van Saoed en de panda's.

Voor de zeeën van tijd die de holle schachten nodig menen te hebben om gezellig in groep de nakende apocalyps off-campus de rug toe te keren, en om op hun hersendooie gemakje van de schoolbanken tot aan de werkvloer te sukkelen, hoeven de eeuwige Bachelors en Masters of self-deception in ons land ook geen loodzware studielening af te betalen.

"Studierichtingen zijn er ondertussen evenveel als studenten, want met een à la carte samengesteld uurrooster vermijd je dat een student ook al eens een vak zou moeten studeren dat hem wat minder ligt"

Michaël Bellon, columnist bij BRUZZ

Sinds enige jaren moeten ze zelfs nauwelijks nog rekenschap afleggen in de vorm van geslaagde zittijden gebaseerd op examencijfers die consequent boven de 12 op 20 uitkomen. In de plaats mogen zij in het gezelschap van een studentenconsulent en geruggensteund door bezorgde studentenorganisaties, wat zitten kleien met studie- en tolerantiepunten. Tot ze merken dat ze er daarvan ergens eentje tekort komen, waarna ze nog gedurende jaren buisvakken met zich mee blijven slepen als chimpanseemoeders hun al weken geleden doodgeboren chimpanseejongen.

Om voor onze net meerderjarig geworden diplomajagers de regressie naar hun kindertijd nog wat te faciliteren, tonen de academische overheden zich nu zelfs bereid ijkingsproeven en tussentijdse toetsen te organiseren. Zo kan dat stoute uitstelgedrag waar ze maar niet van af raken niet te veel schade aanrichten.

Studierichtingen zijn er ondertussen evenveel als studenten, want met een à la carte samengesteld uurrooster vermijd je dat een student ook al eens een vak zou moeten studeren dat hem wat minder ligt. Wat maalt de financierende goe­gemeente er ook om dat er weinig vraag is naar ergotherapeuten met noties van Slavische literatuur, als dat nou net de gebieden zijn waarbinnen zo'n jongen of meisje zich wil ontwikkelen?

Klagen doen de halfwassen bollebozen derhalve niet. Betogen voor levensbelangrijke kwesties laten ze over aan de kleintjes van de middelbare school. Een halve eeuw na mei '68 blijkt het wonderlijke mens- en wereldbeeld van Schild en Vrienden het meest spraakmakende dat nog uit universitaire kringen is voortgekomen. Van de studentenkranten verder geen nieuws, tenzij er eens een uit de hand gelopen doop of cantus moet worden goedgepraat.

Geen wonder dat de proffen, op zoek naar een publiek dat hen wél nog begrijpt, steeds vaker in de media opduiken. Zo vermijden ze ook appjes genre 'Hoi prof, moeten we dit ook kennen voor het examen?' Maar dat proffen het beter weten dan hun studenten is natuurlijk de academische wereld op zijn kop, en was in onze tijd gene waar. Wij konden ook om vier uur 's nachts in winkelkarretjes door de straten racen op een dieet van erg vergelijkbare appel- en citroenjenever.

Alleen stonden wij 's anderendaags om negen uur toch op om de les te brossen en zo onze studielast in juni nog wat te verhogen. Waarna we slaagden, lachten met de pipo's die hun grootste onderscheiding hadden gemist, en de tweedezitters alvast proactief begonnen te discrimineren op de arbeidsmarkt die we op het punt stonden te veroveren.

Column: Beeldspraak

Elke week voorziet Michaël Bellon een oude persfoto van een nieuw onderschrift in zijn column Beeldspraak.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Column , Column: Beeldspraak , Sint-Verhaegen , Saint-Vé , VUB , ULB , studenten

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni