Op een avond verscheen op tafel een bil van een dier dat leek op een vogel. Maar de smaak was eigenaardig, de textuur vreemd. “Nick, wat eten wij hier eigenlijk?” vroeg een disgenoot. Ik moest mij gewonnen geven. Ik ben het aan de kelner gaan vragen, het bleek een confit van kip.
Confit betekent ingemaakt, in- of opgelegd. Het is een oeroude manier om voedsel wat langer te laten meegaan. 'Confire' kan in suiker (confiserie, confituur) in zout of in azijn, in 'waterglas' (natriumsilicaat) of in alcohol. Maar de 'confiserie' in vet zijn wij gaan associëren met de Sud-Ouest van Frankrijk. Daar is geen reden voor, behalve misschien een toeristische.
Vooral vlees en gevogelte is men zo gaan inmaken. Vroeger werden varkens gekweekt tot ze meer dan tweehonderd kilogram wogen, en op dat gewicht bevatten ze héél veel vet. Andere vetten, zoals olie uit zaad, waren schaars en duur. Olijfolie werd hier niet verkocht en in de landen van oorsprong vooral gebruikt om zeep uit te zieden. Neen, het keukenvet kwam van het sympathieke zwijn, de beste vriend van de mens. Later was er ook vet van oude ganzen, want ook die worden dik als ze ouder worden. Net zoals de mens.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.