Zes jaar na het veelvuldig geprezen en vertaalde Hubert presenteert de Brusselse beeldverhalenmaker Ben Gijsemans Aaron. Zijn tweede graphic novel gaat over een jongeman die je letterlijk beeld per beeld verstrikt ziet raken in de uitzichtloze worsteling met zijn pedofiele gevoelens.
Ben Gijsemans: Aaron
WIE IS BEN GIJSEMANS?
• Geboren in Lier in 1989, woont in Elsene
• Studeerde audiovisuele kunsten aan de School of Arts in Gent
• Behaalde in juni 2013 zijn masterdiploma Beeldverhaal aan de Hogeschool Sint-Lukas in Brussel
• Uit zijn thesis vloeide zijn veelvuldig geprezen en vertaalde debuut Hubert voort
• Aaron is zijn tweede graphic novel
De sfeer in de 'slow comic' Aaron valt eigenlijk alleen te beschrijven met de schrijf- en tekenpennen van Ben Gijsemans. In dit zowel qua tekst als qua beeld ongelofelijk doordachte, uitgepuurde, perfectionistische, subtiele maar ook ondraaglijke en hartbrekende boek, is de blik van de lezer bijna ononderbroken gericht op de problematische gevoelens van een jongeman voor jonge kinderen.
Los van het maatschappelijk beladen thema, is Gijsemans als maker pur sang sowieso al niet zo happig op de plichtplegingen die horen bij de uiteindelijke lancering van zijn voltooide werk. Maar het eerste interview over Aaron, op zijn appartement op een boogscheut van Flagey, blijkt niet de delicate oefening die eventueel kon worden verwacht. Daarvoor weet Gijsemans te goed waar hij de afgelopen jaren mee bezig is geweest. Aan het einde van het gesprek, dat op een aangename manier herinnert aan wat een integere kunstenaar met woord en beeld vermag, gebruikt Gijsemans zelf het woord 'toewijding'. Daarmee vat hij zijn onverstoorde vakmanschap wellicht het best samen.
En dat allemaal voor iemand die eigenlijk niet zo veel met strips heeft.
Ben Gijsemans: Ik heb inderdaad niet zo'n duidelijke stripachtergrond als de meeste stripauteurs. Ik heb meer met schilderkunst, film, literatuur, en de kunsten in het algemeen. Ik heb ook animatiefilm gestudeerd, maar omdat ik het gevoel had dat ik daar nog niet meteen mee aan de slag kon, heb ik ook nog een masterjaar beeldverhaal gevolgd. In stripwinkels vond ik ook niet echt mijn ding, zodat ik redelijk snel besloten heb dat ik me niet bewust door andere strips zou laten beïnvloeden en ook strips zou proberen te maken die ook door niet-stripliefhebbers kunnen worden gesmaakt.
Door romans te lezen, begon ik ook te zien waar voor mij het schoentje wrong: het cliché dat strips en beeldverhalen in de categorie makkelijke literatuur vallen, klopt wel een beetje. In de zin dat ze vaak een passieve leeshouding veronderstellen. Een roman kan je moeilijker gewoon ondergaan. Je moet er je hoofd voor gebruiken. Ik wilde die actieve beleving ook met mijn strips bewerkstelligen. In Hubert wordt niets verteld via acties. Alles speelt zich af in het hoofd van het personage. Voor een fervente striplezer, die het als een klassieke strip gaat lezen, is het waarschijnlijk een boek waarin niets gebeurt.
Een roman kan je moeilijker gewoon ondergaan. Je moet er je hoofd voor gebruiken. Ik wilde die actieve beleving ook met mijn strips bewerkstelligen
Ook in Aaron zit de tekst achter het papier en kijken we soms haast frame per frame naar een stille film. Een film die mede daardoor prangende vragen oproept.
Gijsemans: De beelden komen inderdaad bijna over als een registratie. Dat heeft te maken met eerlijkheid. Ik ben een onderzoeker en het verhaal is een onderzoek. De lezer mag niet het gevoel krijgen dat hij gemanipuleerd wordt. Hij ziet alles gebeuren en moet zelf bedenken wat er gaande is, in plaats van dat ik door lay-out of kadrering een emotie opdring. Als auteur kan je om dat laatste niet volledig heen, maar ik doe het niet graag. Ik voel me dan een manipulator. Door mijn manier van vertellen laat ik de lezer zoveel mogelijk ruimte om zijn eigen gedachten te vormen, in plaats van die van mij op te dringen.
Inhoudelijk is het idee een trilogie te maken: Hubert, Aaron, en later nog een derde boek waarvan ik nog niet zeker weet of het er komt. Misschien wordt het een trilogie van twee boeken. (Lacht) De rode draad is alleszins dat ik personages in beeld breng die het moeilijk hebben, en die ergens hun toevlucht moeten zoeken om hun dagelijkse onrust draaglijk te maken. Hubert is extreem introvert, waardoor sociaal contact zeer stroef verloopt. De ideeën voor de specifieke leeservaring, gevoelens en locaties die ik voor Aaron voor ogen had, kregen definitief vorm toen ik de documentaire Outing zag over een pedofiel die zich out.
Aaron verbluft door het metier waarmee het verhaal getekend en verteld is. Door de opbouw, de details en de smetteloze strakheid die de zwaarte van het onderwerp zijn volle gewicht geven. Maar tussen de publicatie van Hubert en Aaron zit wel zés jaar.
Gijsemans: Nochtans was het scenario er al rond de verschijningsdatum van Hubert. Dat het boek zo lang op zich heeft laten wachten, komt door mijn worsteling met de grafische vertaling. Hubert kreeg veel lof, maar als maker zie je nogal snel wat je eventueel beter kan doen, en dat was vooral op technisch vlak. Ik denk graag na over concepten die een bepaalde leeservaring kunnen bieden. Daar haal ik al mijn energie uit. Zodra dat concept rond is, is het alleen nog een kwestie van uitvoering, maar wel strikt volgens het concept. Dat heeft extra werk en moeite gekost, maar dat heb ik er dan voor over.
Voor het tekenen van de decors bij Hubert maakte ik foto's die ik gebruikte als referentie. Bij dit boek wilde ik het allemaal uit mijn hoofd laten komen. Ik ben graag met meetlatten bezig en ik vind het leuk om architecturale constructies te maken. Dus ben ik die decors vanuit mijn ruimtelijk inzicht beginnen te tekenen, of beelden van foto's gaan rechttrekken of herdenken. Dit laatste werd steeds meer het geval naarmate het boek vorderde. Ik wilde ook meer vakjes op een pagina, zodat ik meer kon vertellen in kortere tijd. Elke vakje is een volledig nieuwe originele tekening op A5. Dat vroeg veel tekenwerk. Ik heb de lay-out van de pagina's ook een geometrische logica gegeven die ik op de gepaste momenten doorbreek, ter ondersteuning van de innerlijke rust en onrust van Aaron. Dat vroeg veel denkwerk.
Het godvergeten dorp waarin Aaron woont is je misschien bekend.
Gijsemans: De omgeving is inderdaad geïnspireerd op het dorpsleven dat ik ken. Regisseur Michael Haneke heeft voor zijn film Amour, over een koppel waarvan de vrouw dementerend is, het herenhuis gebruikt waar hij was opgegroeid, zodat hij niet moest nadenken over het decor en zich zo kon concentreren op de thema's van de film. Ik denk dat ik onbewust hetzelfde heb gedaan. Ik wilde me volledig concentreren op de innerlijke worsteling van Aaron.
Ik vind het fantastisch om boeken te maken, maar daar stopt het ook: ik maak ze eigenlijk echt niet om ze de wereld in te sturen. Dat doe ik omdat het zo werkt. Omdat ik anders geen boeken meer zou kunnen maken
Ook opmerkelijk: fysiek lijkt Aaron op jou, terwijl je zou verwachten dat je elke schijn van biografische associatie met dit onderwerp zou vermijden.
Gijsemans: Als ik schrijf of teken, dan ben ik echt maar in beperkte mate bezig met de lezer. Je mag het mijn vriendin vragen: ik keek niet per se uit naar het verschijnen van dit boek. Ik vind het fantastisch om boeken te maken, maar daar stopt het ook: ik maak ze eigenlijk echt niet om ze de wereld in te sturen. Dat doe ik omdat het zo werkt. Omdat ik anders geen boeken meer zou kunnen maken.
Ik weet dat Aaron fysiek op mij lijkt, en dat komt omdat ik voor hem geacteerd heb. Omdat er zo weinig tekst is, vertel ik hoofdzakelijk aan de hand van kleine handelingen en lichaamstaal, en daarom wordt het hele storyboard eerst geacteerd. Meestal doe ik dat zelf, maar voor sommige personages – zeker de vrouwelijke – laat ik anderen voor mij acteren. Ik zeg dan precies wat ze moeten doen. Omdat het mijn verantwoordelijkheid was het personage Aaron zo goed en correct mogelijk in beeld te brengen, heb ik besloten om ook zelf de acteur van Aaron te worden. Voor de rest is er geen connectie met mijn leven. Mocht je het je afvragen: ik ben geen pedofiel.
Pedofilie is een thema dat weinig op deze serene manier wordt behandeld. Vond je het belangrijk om het erover te hebben?
Gijsemans: Op zich niet. Sommige mensen zullen misschien denken dat ik hiermee een soort standpunt inneem. Maar naar mijn aanvoelen doe ik dat niet. Ik ben een kunstliefhebber, en naar mijn mening is kunst het tegenovergestelde van propaganda. Dus ook als ik zelf iets maak, probeer ik propaganda koste wat het kost te vermijden. Ik wilde dit onderwerp onderzoeken en er niet een bepaald idee over verkopen.
Na vijftig pagina's werd het me helder dat het boek draaide om een personage dat lijdt onder zijn verlangens. In die zin had het boek misschien ook over alcoholisme of seksverslaving kunnen gaan. Maar bij een alcoholist kan je je nog een idee vormen over oplossingen. Het taboe op pedofilie maakt zoiets onmogelijk. Het probleem van Aaron wordt vergroot door het feit dat hij verstrikt zit in de perceptie van anderen. Hij voelt zich zo onbegrepen dat hij zichzelf niet wil begrijpen. Hij kan het aan niemand vertellen, zelfs niet aan zichzelf. “Hij ontdekt wat hij ontkent, en hij ontkent wat hij ontdekt,” staat op de achterkant. Dat vat de worsteling goed samen.
Ben je niet bang dat het beladen thema het hele gesprek over het boek zal overheersen, of dat je zal moeten vechten tegen negatieve framing?
Gijsemans: Ja, ik kijk daar niet naar uit. Naar aanleiding van de boekvoorstelling in Muntpunt werd ik erop gewezen dat de affaire Marc Dutroux 25 jaar geleden uitbrak. Voor mij is er geen link, maar dat is hoe de meeste mensen het wel bekijken. Daarom noemt Muntpunt dit ook al een controversieel boek. Als het dat is, dan alleen vanwege de manier waarop andere mensen tegenover het thema staan. Veel mensen vinden het zo delicaat dat ze heel snel in zwart-witdenken vervallen om het thema verteerbaar te maken.
Ik vind niet dat dit een boek over pedofilie is en dus ook niet dat ik het daar per se over moet hebben. Ook al zullen sommigen zich daarop blindstaren. Maar ik heb er wel over gelezen. En hoewel er niet vaak op een genuanceerde manier over gepraat of geschreven wordt, zijn er gelukkig ook andere mensen die er goed over kunnen praten. Patrice Toye bijvoorbeeld, naar aanleiding van haar film Muidhond.
Veel mensen weten ook niet wat pedofilie is. Genegenheid voelen voor kinderen mag je niet verwarren met pedoseksualiteit. De meeste mensen die seks hebben met kinderen zijn niet pedofiel. Het is vaak de omgeving die ervoor zorgt dat iemand zoals Aaron – een pedofiel die niet weet wat hij moet doen met zijn verlangens en die geen ondersteuning krijgt – uiteindelijk in wanhoop en depressie wordt geduwd, en van daaruit verkeerde stappen gaat zetten. Zij die wel rechtstreeks de stap naar pedoseksualiteit zetten, doen het vaak uit een soort van verveling of luiheid, hebben een beschadigde psyche of zijn psychopaat.
Een belangrijk deel van het boek wordt ingenomen door de kostelijk geschreven en geweldig getekende lichte pastiches op oude Amerikaanse comics over superhelden. Die zijn voor Aaron een vorm van escapisme, en zorgen met hun dynamiek en hun simpele goed-en-kwaadtegenstellingen voor een scherp maar welgekomen contrast met de stille zwaarte.
Gijsemans: Ik wilde van Aarons toevluchtsoord ook het toevluchtsoord van de lezer maken. Enerzijds om de lezer net zoals Aaron een break te gunnen van de onrust waar hij mee zit en die je als lezer ook moet aanschouwen. Anderzijds ook om de lezer een connectie te laten maken met het personage. Je leest samen met hem.
Tot mijn concept behoorde ook de manier waarop ik zelf aan het boek werkte. De delen waarin je Aaron zijn zomer ziet beleven, zijn enorm overdacht. Daar heb ik hard aan gewerkt. De superheldenverhalen wilde ik heel vrij en snel schrijven, zonder nadenken: prent na prent slechteriken slaan en vrouwen redden.
Een minder nauwgezette tekenaar zou die fragmenten uit oude comics wel onopvallend gejat hebben. Strips tekenen is voor u geen escapisme?
Gijsemans: Het is eerder het tegenovergestelde, omdat ik op verkenning ga. Zoals ik al zei, is mijn boek juist een onderzoek. Met Hubert deelde ik wel de liefde voor musea en schilderkunst. Hoe dat personage Brussel ervoer, was ook hoe ik Brussel ervoer in het begin, en ik vluchtte het museum binnen om daar te kunnen schrijven. Maar terwijl Aaron soms een break moet nemen van zijn dagelijkse onrust, moest ik ook een break nemen van het maken van het boek, en waren de ontspannen superhelden-passages heel welkom.
Ik vind niet dat ‘Aaron’ een boek over pedofilie is en dus ook niet dat ik het daar per se over moet hebben. Ook al zullen sommigen zich daarop blindstaren
Maar we mogen wel zeggen dat het fantastische resultaat behalve een zorgvuldig opgebouwde visie en een radicaal concept ook echt monnikenwerk heeft gekost?
Gijsemans: Die opmerking over monnikenwerk heb ik nog al gekregen. Maar ik noem het toewijding. De wereld rondom Aaron is een wereld die bestaat, dus ik wilde hem ook zo goed mogelijk in beeld brengen. En niet zomaar iets suggereren.
BEN GIJSEMANS: AARON
Uitgegeven bij Oogachtend, www.oogachtend.be
Boekvoorstelling: 10/9, 20.00, Muntpunt, www.muntpunt.be
Ben Gijsemans: Aaron
Lees meer over: Expo , Ben Gijsemans , Aaron
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.