Altijd al geweten dat Brecht Evens van een andere planeet kwam. Met Idulfania geeft hij een inkijk in zijn buitenissige geboorteplek, bevolkt door Orwalds en Orgbalds, sfinksen en heksen. Dat, of hij huldigt het fantasygenre. Mja, klinkt logischer.
Idulfania... Een mondvol aardse 'ulf' en etherische 'ania', die subtiel lijkt te verwijzen naar een versmelting van de woorden 'idool' en 'fan'. Ja, het hoofd wil al eens op hol slaan op zoek naar zingeving en betekenis, maar ter verdediging: op stripfestivals waar Brecht Evens verschijnt, is er altijd wel een beetje sprake van wat 'ge-mania' tussen fan en idool. Maar de in Hasselt geboren Parijzenaar, die lang geleden nog enkele jaren in Brussel toefde, ontkent enige vaste grond onder de titel van zijn nieuwe boek.
“Het klinkt alsof het ergens vandaan komt, hè. Maar volgens mij komt het van helemaal niks,” lacht Brecht Evens. “Ik zocht gewoon een goeie titel voor een fantasystripreeks. De naam van een fantasieland leek me wel gepast, iets als 'het koninkrijk van...' En zo heb ik dan een woordenbrij in mijn hoofd ontstoken: 'Blublumelania... Blawawamia... Iwulania... Idulfania!' Een propere reeks lettergrepen, die ook netjes googelbaar is. En een perfecte thuis biedt voor Orgbalds, Orwalds en Jonassen, lekker kitscherige namen die het statige van fantasy en het belachelijke verenigen.”
Prima fundamenten om een koninkrijk op te stichten dat zijn oude liefde voor het fantasygenre afstoft en tegelijk via het wel zeer aardse wedervaren van rare ridders, alledaagse heksen, chagrijnige sfinxen, kieskeurige rovers en andere fabelachtige creaturen als Strongulor het uitgelachen kakske, Hugo de kabouterboodschapper en het zoekgeraakte hoofd van Crodax, de ons zo bekende werkelijkheid dissecteert. Door die avonturen even vaak te laten eindigen in diepe teleurstelling, misverstanden, 'per ongelukjes', de aankoop van een klink en een spaghettifestijn als in een wrede dood. “De beweging die het meest in het boek zit, is die van een sprookjesachtige opwelling van enthousiasme, die heel snel wordt afgekapt. In drie vakjes ga je van een herkenbare feeërieke setting over een raar midden naar een derde akte die je met een hamer platslaat.”
EXTRA ZOUT
Aan de basis van de uitgave van Idulfania ligt een recente solotentoonstelling van Brecht Evens in het Cartoonmuseum Basel, waarvoor een nieuwe publicatie mooi meegenomen was, én de goesting om eindelijk eens iets te doen met de 56 stripjes die hij tussen 2009 en 2011 maakte voor Zazie, de voorloper van jongerenmagazine BRUZZket. “Dat was in die jaren mijn ene vaste deadline, de enige constante in mijn leven,” vertelt Brecht Evens. “Ik vond het heel leuk om te doen. Van dat jonge leespubliek, van 9 tot 13 jaar, heb ik me natuurlijk niets aangetrokken. (Lacht) Er zit dan wel geen expliciete seks in, denk ik, maar daarbuiten is het soms wel behoorlijk gewelddadig. Ach, het zijn gewoon goede grappen, die mooi op de leeftijd van negen jaar beginnen en eindigen in het diepe sarcasme van een dertienjarige. (Lacht) Het zijn allemaal moppen die de kleine Brecht vroeger zelf gemaakt kon hebben. De grote nu nog steeds, trouwens.”
Deze moppen had de kleine Brecht kunnen maken. De grote doet dat nog steeds, trouwens
“Vaak worden de scherpe kantjes eraf gevijld, uit angst om te choqueren. Dat is bijna altijd spijtig, want de dingen die de aandacht trekken van de censuur, zijn vaak het grappigst en meest gezouten. Vanwaar komt ook dat idee dat kinderen in een andere wereld opgroeien dan wij? De pijnlijke, moeilijke, gevaarlijke dingen aan het zicht van kinderen onttrekken, ze buiten de fictie houden die ze lezen en bekijken, zou uiteindelijk nog veel stresserender zijn, denk ik. Dat geeft er een gewicht en een donkerte aan die nog veel zwaarder valt.”
ZWAAR SPUL
Voor je het weet, maakt zoon- of dochterlief als zesjarige een stripje met als titel Bob het spook, om net als Brecht Evens uit te groeien tot een van de opwindendste beeldverhalenscheppers op de planeet. “Bob was mijn eerste stripfiguur, ja. Strips waren al heel vroeg heel hard deel van mijn identiteit. Ik kreeg er al snel complimenten over en droomde ervan een uitgegeven auteur te worden. Dat bleek uiteindelijk een stuk makkelijker dan gedacht.”
“Maar wat ik wil zeggen: zonder die ruige Hollandse kinderprogramma's waar mijn ouders mij altijd voor zetten, zonder de donkere maar ongelofelijke boeken van Roald Dahl die ik meermaals heb verslonden, was Idulfania er misschien nooit geweest. Niet dat mijn boek zelf zo'n radicaal kader aanreikt, maar je mag kinderen dat soort ruigheid niet ontzeggen. Of neem de strips van Urbanus. Ik vraag me nog altijd af hoe hij die boekjes ooit in de kinderafdelingen van elke supermarkt heeft weten te krijgen. Nummer 42: De depressie van Urbanus. Jezus! Een dorpsprostituee, zelfmoordpogingen, leven in de goot... heftig. Zwaar, zwaar spul. Maar zo goed!” Zo is het maar net.
BRECHT EVENS: IDULFANIA
Oogachtend, 76 p., €20, www.oogachtend.be
Brecht Evens: Idulfania
Lees meer over: Expo , Brecht Evens , Idulfania , Oogachtend