Elke week serveren we een diepgaand gesprek dat de toogpraat overstijgt. Vandaag spreken Niels Coppens, ooit de bezieler van vzw Toestand, en zijn Zwitserse partner in crime Roman Luterbacher over hun sociaal bewogen kunstenaarsduo Leefwerk. De Europese tournee waarmee ze zichzelf in de markt en de musea willen zetten, vertrekt deze week op het Vossenplein.
| Roman Luterbacher (links) en Niels Coppens, de twee helften van kunstenaarsduo Leefwerk.
Niels Coppens (33) en Roman Luterbacher (37) beschouwen zichzelf lang niet alleen als kunstenaars. Het zijn ook managers, maatschappelijk werkers en toekomstontwerpers. In de spiegel zien ze zowel een stel amateurs als een professionele tandem. Dat heeft te maken met hun geschiedenis als sociaal-artistieke projectontwikkelaars en hun anti-autoritaire karakter. Coppens was medestichter van Toestand, de Brusselse vzw die leegstaande panden tijdelijk perspectief geeft. Luterbacher hield zich in zijn thuisbasis, het Zwitserse Biel, bezig met soortgelijke residentieprojecten. Een ontmoeting in Brussel, waar de laatste stage had gelopen bij Recyclart, leidde geleidelijk aan naar een gezamenlijke droom. Er was al een kunstproject in Kassel op de vijfjaarlijkse tentoonstelling voor hedendaagse kunsten Documenta, waar het duo ontdekte dat tijdelijke bezetting ook een plaats heeft in de hedendaagse kunsten. Nadien volgden residenties in Biel, Pristina, Athene, op een Grieks schiereiland en in Kortrijk.
“Vertrekken bij Toestand was een bijzonder moeilijke stap, maar ik was er opgebrand,” zegt Coppens. “In het begin nam niemand ons ernstig. Maar toen we een boek geschreven hadden, werkten met een vijftienkoppig team en over grote budgetten beschikten, deed iedereen alsof ik de grote expert was, wat natuurlijk ook absurd is.” Het was kortom tijd voor iets nieuws en Coppens vertrok naar Griekenland, waar hij samen met Luterbacher verscheidene kunstprojecten opzette. “We waren op zoek naar een plek om onze artistieke praktijk een kans te geven. In eerste instantie dachten we dat die een afkooksel zou zijn van wat ik bij Toestand gedaan had en Roman bijvoorbeeld met een leegstaand voetbalstadion in Biel. Een residentieplek, maar dan meer kunstgericht. Tijdens de eerste twee maanden van de pandemie hebben we al onze ideeën uitgeschreven en subsidies aangevraagd. Eigenlijk was het best moeilijk om ervoor uit te komen dat we ‘werk’ wilden maken. Op een bepaald moment hebben we gewoon beslist: nu zijn we kunstenaars, dit is ons atelier en we zullen onderweg wel ontdekken wat we maken.”
Eigenlijk was het best moeilijk om ervoor uit te komen dat we ‘werk’ wilden maken. Op een bepaald moment hebben we gewoon beslist: nu zijn we kunstenaars, dit is ons atelier en we zullen onderweg wel ontdekken wat we maken
Het duo verzamelde 50.000 euro, genoeg voor twee jaar ‘werk’, huur en eten. In Athene werden zes grote projecten opgezet. In samenwerking met de Kortrijkse Schouwburg bouwden Coppens en Luterbacher vorige zomer een tijdelijke constructie op het Schouwburgplein. Voor deze ‘stad op planken’ was een budget van nog eens 45.000 euro voorzien, waarmee ze zich voor het eerst ook een salaris konden uitbetalen. “We waren er toen inmiddels achter wat voor werk we precies maakten,” zegt Coppens. “Enerzijds bouwen we monumentale maquettes met ruimtes voor sociale interactie, die inspelen op pertinente maatschappelijke problemen. Terwijl we die grote sculpturen maken, bouwen we anderzijds ook een tekst op.”
Punchlines
De bouwstenen van die tekst zijn punchlines die tijdens het fysieke werk ontstaan. Naïeve dromen, doemscenario’s en radicale oprispingen krijgen gestalte in filosofische, bij wijlen poëtische bespiegelingen én finaal ook politieke strijdpunten, die de staat van onze samenleving counteren, van “Worlds aren’t made for discipline” over “I secretly dress up as a flag to hide from many structures” tot “If you don’t understand, just act that you do”. (We kozen er bewust enkele punchlines uit waarvan de kunstenaars aangaven dat ze hen typeren.)
De tekst zal later ook het enige restant van het werk zijn, omdat de fysieke sculpturen een tijdelijk karakter hebben. “Ons werk is dus een gigantische omweg om alleen wat tekst over te houden.” De A4’s met punchlines komen uiteindelijk terecht op T-shirts en petjes, op een vinylplaat (zodat je ze ook kan beluisteren) en in een monumentaal naslagwerk dat de eerste levens- en werkfase van Leefwerk documenteert. Al die merchandising wil het duo straks letterlijk in de markt zetten tijdens een ruim twee maanden durende Europese tournee, die hen van Brussel via onder meer Parijs, Kassel, Sarajevo, Pristina en Athene naar Biel brengt.
“Op die trip doen we met onze omgebouwde Fiat Scudo zowel musea voor hedendaagse kunst als openbare markten aan in de hoop op nieuwe opportuniteiten te stuiten,” vervolgt Coppens. “Zo is dit naast een einde ook een nieuw begin. Onze presentatie is bewust laagdrempelig. Ze houdt het midden tussen een promopraatje, een TED Talk, een marktkraam en een spelletje balletje-balletje, want hoe je het ook draait of keert, het blijft een vorm van blufpoker. Terwijl we ons kraam opstellen, leggen we via microfoontjes uit wie we zijn en wat we doen. De performance duurt een uur en daarna kan iedereen kopen wat hij wil in ruil voor een vrije donatie.”
Lasagne & friet
Het veelgelaagde karakter van hun ‘leefwerk’ - Luterbacher heeft het voortdurend over een lasagne - vond een vruchtbare voedingsbodem in hun parcours in de sociaal-culturele sector. “We maken nooit iets zonder er ook een hele context rond te bedenken. Elke drie jaar willen we daar ook een resultaat van voorleggen. Dat kan een boek zijn, zoals nu. Maar ook een film of nog iets anders.”
Luterbacher zette na zijn Recyclart-stage van een tiental jaar geleden City Night Line op, een muzikaal uitwisselingsproject met zijn thuisstad Biel. In Pristina vormde hij samen met Coppens een leegstaand gebouw om tot een cultureel centrum dat nog altijd bestaat. Hij was ook de drijvende kracht achter een leegstandsproject in het verlaten voetbalstadion van FC Biel-Bienne, waar hij Coppens in 2018 uitnodigde voor een residentie. Die bracht er een hommage aan de Belgische frietkotcultuur. “Mijn reactie op de beslissing van de toenmalige Brusselse Schepen van Economische Zaken Marion Lemesre (MR) om de frietkoten te uniformiseren,” klinkt het.
Niet alles moet afgelijnd zijn. In een stad moet er ook ruimte overblijven voor plekken die ietwat ruig of zelfs lelijk zijn. Wat heb je eraan om een frietkot te ‘moderniseren’ als de uitbaters onvriendelijk zijn en de frieten niet te eten en te duur
“Niet alles moet afgelijnd zijn,” komt Coppens op dreef. “In een stad moet er ook ruimte overblijven voor plekken die ietwat ruig of zelfs lelijk zijn. Achter de lelijkheid van een frituur schuilt dan nog veel schoonheid, precies omdat het een van de weinige plekken is waar mensen van elke rang en stand elkaar ontmoeten. Wat heb je eraan om een frietkot te ‘moderniseren’ als de uitbaters onvriendelijk zijn en de frieten niet te eten en te duur, zoals in dat (spiegel)frietkot vlak bij de Flamingo? Als iets marcheert, blijf er dan vooral af!” Om maar te zeggen dat ook het voorspel van Leefwerk al sociaal, laagdrempelig en politiek geladen was.
Ramkraak
Het artistieke project van Leefwerk gaat uiteindelijk over het artiest worden zelf. “Dat dat ook een project kan zijn, luidt een van onze punchlines. Ze beschrijft het pure experiment dat we voorstaan,” zegt Luterbacher.
“In die zin is onze performance en ons kunstenaarschap eveneens een kritiek op het huidige cultuurbeleid. Op het feit dat er altijd return on investment moet zijn om geld te krijgen als kunstenaar en je iedereen dus moet laten denken dat je het echt gaat maken,” schetst Coppens het liberale gedachtegoed dat de subsidiewereld is binnengeslopen. “Als artiest moet je dus keihard kunnen bluffen, of je haalt het niet.”
We schipperen voortdurend tussen ernst en onnozelheid, tussen amateurisme en professionalisme. We spelen het liefst met grijze zones, zoals een tijdelijke bezetting dat ook is. Veel organisaties beginnen te stressen als iets onzeker is. Wij leven ervan op
“Het is allemaal erg dubbel in een maatschappij die geen of amper budget uittrekt om echt mee te experimenteren. We beseffen dus maar al te goed dat er iets niet klopt als we al die gerenommeerde kunstinstellingen binnenrijden om onze ludieke show op te voeren. Ons kunstboek mag er dan uitzien alsof het uit de museumshop van het S.M.A.K. komt, symbolisch ramkraken we het met onze Fiat Scudo.”
“We schipperen voortdurend tussen ernst en onnozelheid, tussen amateurisme en professionalisme,” besluit Luterbacher. “We spelen dan ook het liefst met grijze zones, zoals een tijdelijke bezetting dat ook is. Veel organisaties beginnen te stressen als iets onzeker is. Wij leven ervan op. Eigenlijk structureert Leefwerk de onzekerheid die in deze wereld met al zijn doemscenario’s steeds prominenter om zich heen grijpt.”
Artists On Tour, Leefwerk
2/9, 20.00, Vossenplein, www.leefwerk.org
Lees meer over: Expo , Leefwerk , Niels Coppens , Roman Luterbacher , smalltalk/longread