Schrijver Hans Depelchin debuteerde afgelopen najaar, in corona's hoogtijdagen als romanschrijver met Weekdier. Omdat we dat boek nu wel al even uit hebben, heeft hij nog wat tips voor cultureel verzet tijdens de aanslepende lockdown.
Van Lanthimos tot Lous and the Yakuza: de lockdowntips van Hans Depelchin
Lees ook: Cabin fever: Lubiana
Vrijdag kan je Hans Depelchin online meemaken tijdens het literaire minifestival Let Love Rule van deBuren in KAAP Oostende. Voor ons lijst hij vandaag zijn cultuurtips op. Op onze vraag, beginnend met de solotentoonstelling The great god Pan van zijn Brusselse broer Peter Depelchin in de Husk Gallery (Rivoli #12) in Ukkel. “Het is een tamelijk kleine expo met grafisch werk, maar dat werk is wel monumentaal en gedetailleerd. In de grote werken zitten eigenlijk verschillende kleinere werkjes verborgen en er is altijd veel te ontrafelen. Er zitten veel kunsthistorische referenties in, maar ook verwijzingen naar literatuur en mythologie, zoals naar Pan – de liederlijke god die de nimfjes achternazit, om het even kort door de bocht samen te vatten. Wat me ook heel erg aanspreekt, is dat hij heel architecturaal werkt, met motieven die zijn werk zowel figuratief als ruimtelijk maken, bijna als maquettes. Dat vind ik heel boeiend.”
Nu reizen niet meer mag, is het fijn om met muziek te kunnen reizen
VAN BOCKSTAEL TOT BERLIJN
Behalve zijn broer wil Depelchin ook nog twee vrienden tippen, en terecht. “Schrijvers Yelena Schmitz en Arno Boey maakten de literaire wandeling 1020 Stories in de Bockstael-wijk in Laken. Met eigen verhalen en volkse verhalen bij plekken, gebouwen als het huis waar Willem Elsschot heeft gewoond, maar ook cafés die al verdwenen zijn of nog bestaan. 'We geven de poëzie terug aan de wijk,' zeggen ze zelf, en ze hebben het ook allemaal zeer mooi vormgegeven op een website (1020stories.be), op Facebook en op Instagram. Bovendien in drie talen – een goede manier om die wijk te ontdekken die misschien niet iedereen kent.”
Gevraagd naar de platen die het personeel van Spotify achter de schermen voor hem aan het grijsdraaien is, noemt Depelchin alles van Sault, door de eigentijdse revolutionaire vibe en het enigmatische van het project, maar ook Lous and the Yakuza. “Zij heeft op mij een beetje hetzelfde effect als Angèle in het begin, maar ik vind haar nog interessanter. Misschien door haar roots, of het rauwe Brusselse dat internationale allure heeft. De sound is heel fijn, ook al zijn de verhalen dat zeker niet altijd.”
Een monument als Gabriel García Marquez mag met grote woorden schrijven
Naar hiphop en rap luistert Depelchin vooral als hij niet met iets anders bezig is, omdat hij de teksten wil horen. Tijdens het werk is er dan klassiek, en wat dat betreft wil hij de Franse componist en pianist Sofiane Pamart tippen. “Hij heeft zichzelf als doel gesteld de elitaire codes van de Franse muziek te doorbreken, en heeft met Planet en daarop aansluitend Planet Gold twee mooie albums uit. De pianostukken dragen de naam van miljoenensteden als Havana, Caïro, Berlijn enzovoort en baden ook in de sfeer van die stad. Het is fijn om met die muziek te reizen, zeker in een tijd dat echt reizen niet mag.”
MAGISCH EN MYTHISCH
Voor televisieseries moeten we dan weer niet bij Depelchin zijn. "Sinds Breaking bad heb ik niet echt meer iets gezien dat daaraan kan tippen. Bij Netflix heb ik vaak het gevoel dat de series eenzelfde soort esthetiek en opbouw hebben, die ook doorzichtig wordt. Als het over films gaat, tip ik wel altijd de Griekse regisseur Yorgos Lanthimos. Hij werd echt bekend door het kostuumdrama The favourite over Queen Anne, maar eigenlijk vind ik zijn vroegere werk interessanter. The lobster bijvoorbeeld, maar vooral het aangrijpende The killing of a sacred deer en Dogtooth, over een vader die zijn kinderen afzondert van de samenleving en hun zelfs een nieuwe taal aanleert. Het zijn altijd interessante gedachteoefeningen. Over Lanthimos' films hangt altijd een magische en absurde sfeer, en ze baden steevast in een bizarre esthetiek, met langzame beelden waarin weinig wordt gezegd, maar waar toch weerhaakjes aan zitten die kleine schrammetjes achterlaten. Die bedrieglijke eenvoud resoneert voor mij altijd op een diep niveau.”
Daarmee zitten we bij de literatuur. Depelchin leest boeken ter voorbereiding van zijn eigen werk, maar ook gewoon ter ontspanning. In de eerste categorie past het herlezen van de Metamorfosen van Ovidius. “Ik ben zelf bezig met vijvers en oevers als mythologisch motief, en in de Metamorfosen gebeurt er daar wel het een en ander, zoals Narcissus die in een bloem verandert of de nimf Syrinx die in een rietstengel verandert zodat Pan haar niet kan grijpen. In dat verband wil ik ook wijzen op het essay De andere mythe, waarin de Nederlandse theatermaakster Hélène Vrijdag schrijft hoe we de vaak machistische en seksistische mythes ook anders kunnen lezen.”
In de categorie ontspanning vallen dan weer Liefde in tijden van cholera van Gabriel García Márquez en L'étranger van Albert Camus. “Hoewel ik op het conservatorium altijd heb geleerd dat je de grote woorden maar beter mijdt in teksten, schrijft Márquez zo monumentaal dat het niet stoort dat woorden als liefde en waanzin zo prominent voorkomen. Helemaal anders is dan weer de van emotie ontdane, onsentimentele manier waarop Camus zijn gruwelijke verhaal vertelt en waar ik op de een of andere manier ook troost uit haal.”
Omdat Depelchin ook dichter is, en het onlangs nog Poëzieweek was, geeft hij ons tot slot ook nog het piepkleine boekje Zuigelingen mee, van de Nederlandse Jorina van der Laan. “Een heel klein chapbook met korte gedichten, tekstflarden en beelden. Vaak weer met de mythologische inslag waar we het hier al een paar keer over hebben gehad. Ook Van der Laan maakt een magisch-realistisch vlechtwerk van mens, dier, ding en natuur. Er zit een hele wereld in dat kleine bundeltje tekst.”
LET LOVE RULE
met Emma Lesuis, Alex Deforce, Charlotte Jacobs, Hans Depelchin, Anne Vegter en Johannes Verschaeve: 12/2, 20.00, www.deburen.eu, Facebook
Lees meer over: Expo , cabin fever