BIG CITY: Waarom zijn spruitjes Brussels?

Franstaligen noemen ze Choux de Bruxelles, Polen zeggen brukselka en in het Turks heten ze Brüksel lahanas. Maar waarom zijn Brusselse spruitjes eigenlijk Brussels?

Voor het begin van spruitjes moeten we naar de gemeente Sint-Gillis. Vroeger heette dat gebied Obbrussel (Hoog-Brussel). Het lag toen nog buiten de stad op een heuvel. Het was een landbouw-gebied. Boeren kweekten er voedsel voor de stad Brussel. In de winter kweekten ze kolen. Maar omdat de bevolking steeds meer groeide, was er meer voedsel nodig. De boeren zochten naar manieren om meer te kweken op minder grond. Ze kweekten een verticale plant met kleine kooltjes aan de stam. Zo ontstonden de eerste spruitjes.

Verstedelijking

De spuitjes-teelt werd een succes. De inwoners van Obbrussel kregen toen de bijnaam Kuulkappers (kolenkappers). Maar meer mensen in de stad betekende ook dat de stad zelf moest uitbreiden. Het dorp Obbrussel en de velden verdwenen beetje bij beetje. Begin twintigste eeuw verdween het laatste grote spruitjesveld in Sint-Gillis.

Traditie in ere

Na de oorlogsjaren waren spruitjes minder populair. De geur en smaak deed mensen aan de oorlog denken. Ondertussen zijn de kleine groene bolletjes wel weer geliefd. Ook in het buitenland. In Duitsland en Groot-­Brittannië zijn ze op heel wat borden terug te vinden. Maar ook Amerika heeft veel interesse in spruitjes. Brussels sprouts worden bijvoorbeeld gegeten bij Thanksgiving.

Ze worden niet meer op grote schaal in Brussel gekweekt, maar hun naam blijft wel naar Brussel verwijzen. Daar zorgt ook de Orde van de Kuulkappers voor. Dat is een Brusselse organisatie die het erfgoed van spruitjes wil bewaken.

Gezond

Spruitjes zijn ook gezond. Ze zouden tot drie keer meer vitamine C bevatten dan een sinaasappel. Nog een smakelijke tip: spruiten zouden in het begin van het seizoen bitterder smaken dan tegen het einde van het seizoen. En de typische spruitjes-lucht, die kan je vermijden door ze niet te koken, maar te stoven.

Lees hier het originele artikel.

Dit artikel kadert in een samenwerking met het Huis van het Nederlands rond Eenvoudig Nederlands. Meer over dit project vind je hier terug.