Dat een voetgangerszone meer horeca aantrekt, dat ligt binnen de lijn der verwachting. Maar in de Brusselse piétonnier kwamen er de voorbije jaren zoveel hamburger- en andere fastfoodrestaurants bij, dat zelfs experts soms verrast zijn. Een goede zaak? Daarover zijn de meningen verdeeld. “Meer diversiteit zou ook voor de fastfooduitbaters goed zijn.”
| Manhattn’s koos heel bewust voor een vestiging in de voetgangerszone. “Ik weet uit Hasselt dat horeca in zo’n zone gewoon goed werkt,” zegt CEO Jerome Vandermeulen.
Wandelt u even met ons mee door de voetgangerszone, van de Beurs tot De Brouckère? We vertrekken op een druilerige namiddag rond 15 uur aan de Manneken Gourmet Burger naast de Beurs. Het is meteen een eerste naam op onze lijst van hamburgerresto's. Oudgedienden Quick en McDonald's lopen we voorbij en we voegen HFC, BFC, Burger King én Black & White toe aan ons lijstje, allemaal nieuwkomers in dit stukje voetgangerszone. Ondanks het miezerige weer en het tijdstip blijken de meeste zaken overigens vrij goed bezocht, door een jong publiek. En voor de deur wachten vaak nog jongere fietskoeriers op een bestelling.
We keren nu op onze stappen terug en nemen er ook andere fastfoodzaken bij, inclusief het premiumsegment. Ons lijstje groeit aan met Wagamama, Thai Wok, The Avocado Show, You Wok, Wokosushi en rond de Beurs ook nog eens Umamido, Bobbi Bao, Balls & Glory, Manhattn's, de nieuwe vestiging van Le Nil en Patatak. De werkelijke lijst is wellicht langer en de kebabzaken, die er soms al langer zijn, laten we voor wat ze zijn.
De zaken die we net noemden, kwamen er allemaal pas na de invoering van de voetgangerszone in 2015 (toen nog zonder heraanleg). Dat de piétonnier meer horeca zou aantrekken, was verwacht. Dat is nu eenmaal wat ook gebeurt in andere steden. Horeca doet het goed bij veel voetgangerspassage en als er één ding is in dit deel van de voetgangerzone is het dat wel. Daarnaast kunnen die zaken nu ook meer terrassen plaatsen dan vroeger.
De voetgangerszone was dan ook de reden waarom Manhattn's als prille pionier naar zijn stek naast de Beurs trok. “Ik ben zelf Limburger en weet uit Hasselt dat horeca in een voetgangerszone gewoon goed werkt,” legt Jerome Vandermeulen, stichter en CEO van Manhanttn's, uit. “Fastfood is een logische keuze omdat je zo de hoge huurkosten kan compenseren door grote volumes. Maar dat er zoveel fastfoodrestaurants zouden openen, dat had ik nu ook niet verwacht.“ Het is ook de reactie van Benjamin Wayens (ULB), die onder meer de Brusselse handel bestudeert. “De groei van het fastfoodsegment is een algemeen fenomeen. Maar dat het hier zo omvangrijk zou worden, dat heeft me verrast.”
Opwarmen en klaar
Wat verklaart die explosie van fastfoodrestaurants? “De witte kassa en de hoge loonkosten zijn twee belangrijke factoren,” legt Gino Van Ossel, professor retail aan de Vlerick Business School uit. “Daardoor komen veel traditionele restaurants niet meer rond. Vooral premium fastfood is in dat gat gesprongen. Dat soort zaken slaagt erin om de loonkosten laag te houden, onder meer door met centraal gemaakte producten te werken. Neem nu een Balls & Glory: uiteindelijk moet men ter plaatse alleen nog de geleverde gehaktballen en stoemp opwarmen. De kwaliteit van zo'n premium fastfood is trouwens niet noodzakelijk minder.”
Een ander belangrijk voordeel: fastfoodgerechten worden makkelijker verkocht als afhaalmaaltijden dan gerechten bij een traditioneel restaurant. “Zelfs voor corona haalden zulke zaken tot vijftig procent van hun omzet uit dat soort buitenhuisbestellingen,” legt Van Ossel uit. “En dat is alleen maar meer geworden. Op die manier kan je de hoge huurkosten van zo'n centrumlocatie compenseren, terwijl traditionele restaurants veel minder van die maaltijden verkopen.”
Toen we drie jaar geleden al eens enkele experts vroegen om in hun glazen bol te kijken, werd ook een groei van het aantal kledingwinkels voorspeld. Ook dat is immers typisch een sector die het van veel passage moet hebben. Maar een blik op de Anspachlaan leert dat die er vandaag amper zijn. Verbazen doet dat Van Ossel niet. “Kledingwinkels zitten vooral geclusterd, dicht bij andere modezaken. Vandaag heb je al zo'n concentratie in de Nieuwstraat en het verlengde richting Kleerkopersstraat. Een cluster verhuist niet zo snel.”
Erik Baptist, gids bij Brukselbinnenstebuiten en kenner van de centrumhandel, wijst ook op de rol van e-commerce, die het de kledingwinkels erg moeilijk maakt. “Er verdwijnen eerder winkels dan dat er bijkomen. En de plaats die zo vrijkomt of vrij blijft nemen andere zaken in, bijvoorbeeld fastfood.”
De andere voetgangerszone
We zetten onze wandeling nu voort en stappen van de Beurs richting Fontainas. Onze fastfoodteller hapert plots. Net na de Beurs is er nog wel wat horeca en passage, maar vanaf de Steenstraat komen we in een heel ander soort voetgangerszone: plots is er veel minder volk op straat en het handelsaanbod is verfrissend in zijn banaliteit: een copyshop, een winkel in naaiaccessoires, een kapper, een fietsenzaak en sporadisch nog eens horeca, zoals koffiebar Yuca of restaurant Rugantino.
“Voor een jong en stedelijk publiek zijn veel van die restaurants ontmoetingsplekken die niet al te duur zijn, zij zullen dat eerder als positief ervaren”
“Het handelsaanbod concentreert zich historisch rond de Beurs,” zegt gids Baptist. “Een belangrijk deel van de klanten kwam daarnaartoe via de Nieuwstraat, die zo tot winkelstraat is uitgegroeid. Maar veel verder dan de Beurs kwamen die niet en dat is nog steeds zo. Aan de zuidzijde van de centrale lanen heb je dan weer een heel ander soort handel, gelinkt aan de migratie. Het Fontainasplein vormt de overgang.” Baptist wijst erop dat de voetgangerszone in zekere zin een historische indeling benadrukt. “De uiteinden van de piétonnier zijn ook de plekken waar de eerste stadsomwalling passeerde. Fontainas en De Brouckère zijn vandaag een nieuw soort stadspoorten.”
Dat de trend naar fastfood zich niet beperkt tot voetgangerszone, blijkt als we nog verder stappen, de Lemonnierlaan op. Tonton Chami is er al langer, maar verderop illustreert onder meer Bro's Burger Kitchen die trend. Het is een beweging die je ook tussen Brouckère en Rogier ziet, waar bekende namen als O'Tacos, Five Guys en nu ook de KFC aan de Kleine Ring erbij kwamen (of in het geval van die laatste zaak verhuisden uit het Noordstation).
“De witte kassa en de hoge loonkosten zijn twee belangrijke factoren. Daardoor komen veel traditionele restaurants niet meer rond”
Is die evolutie naar meer fastfood nu een goede zaak of eerder een kwalijke trend? “Dat hangt er maar vanaf welk perspectief je inneemt,” vindt Benjamin Wayens (ULB). “Voor een jong en stedelijk publiek zijn veel van die restaurants ontmoetingsplekken die niet al te duur zijn, zij zullen dat eerder als positief ervaren. Al kan je je afvragen of er niet meer gratis ontmoetingsplekken zouden moeten zijn. Er zijn een paar banken in de voetgangerszone, maar voor de rest ben je verplicht te consumeren zodra je ergens wil zitten.”
Ook Van Ossel ziet vooral de positieve kanten. “Zeker de evolutie van het premium fastfoodsegment lijkt me positief. Het imago van de stad lijdt er alvast niet onder.”
Toch is niet iedereen fan. Handelaarsvereniging Shopera, die vooral winkels van de Nieuwstraat, het Muntplein en het drukke deel van de voetgangerszone verenigt, betreurt de trend naar steeds meer fastfood. “Er is veel van hetzelfde en iedereen zou uiteindelijk winnen mocht er wat meer diversiteit zijn, ook de fastfooduitbaters zelf trouwens,” vindt woordvoerder Quentin Huet.
Belgian Avenue bis
Dat laatste wordt alvast bevestigd door hamburgerpionier Vandermeulen van Manhattn's. “In Parijs heb je fantastische bistro's in het centrum. Dat zou hier zeker een meerwaarde zijn. Maar misschien moeten we dan eerst meer doen voor de veiligheid in de buurt. De heraanleg is echt geslaagd, maar mijn vriendinnen komen niet graag in de buurt rond de Beurs na 11 uur 's avonds.”
De woordvoerder van Shopera vindt dat er een visie nodig is voor de handel, die focust op Belgische producten. “We verliezen dat Belgische horeca-aanbod hier geleidelijk, waardoor we steeds meer op andere steden gaan lijken,” stelt Huet vast. “Maar waarom zou je als toerist naar Brussel komen als je precies hetzelfde aanbod in Amsterdam vindt?”
De woorden van Huet klinken als een echo van een ouder plan. De vorige handelsschepen Marion Lemesre wou van de Anspachlaan graag een 'Belgian Avenue' maken, met een handels- en horeca-aanbod dat focust op Belgische specialiteiten. Van dat plan werd daarna nog maar weinig vernomen. Nochtans heeft het stadsbestuur als eigenaar van honderden panden in het centrum een forse hefboom in handen. Veel van die panden bevinden zich trouwens op de Anspachlaan.
Waar is de Stad?
De roep om een ander handelsaanbod, werpt een andere vraag op: waar was het stadsbestuur de voorbije zeven jaar? Hoewel de voetgangerszone al begin 2014 werd beslist, leek er nooit sprake van een echt beleid voor de handel in die zone. Het gevolg is dat die handel zich dan maar spontaan ontwikkelt en de marge om nog bij te sturen afneemt. Dat valt ook onze experts op. “Het minste dat je kan zeggen is dat er geen duidelijke strategie was de afgelopen jaren,” vindt Wayens.
“De Stad heeft de troef van haar vele centrumpanden. Maar wat is het nut daarvan als je dat instrument niet gebruikt in je beleid?”
Ook bij Shopera hopen ze dat de Stad het heft wat duidelijker in handen neemt. “De Stad heeft de troef van haar vele centrumpanden. Maar wat is het nut daarvan als je dat instrument niet gebruikt in je beleid? Dan gedraag je je toch gewoon als privé-investeerder?”
We hadden de vraag ook graag gesteld aan schepen van Handel Fabian Maingain (Défi), die ondertussen drie jaar in functie is. Die werkt aan een nieuw handelsplan voor de voetgangerszone. Zijn kabinet laat weten dat het plan bijna af is en voor algemene richtlijnen moet zorgen voor privé- en openbare spelers in het gebied. “We zaten ook niet stil en bewaken nu al de commerciële mix via contracten en vergunningen.” De schepen zelf was niet bereikbaar.
Stadsgids Baptist roept alvast verzachtende omstandigheden in voor de Stad. “We hadden de afgelopen jaren veel ingrijpende gebeurtenissen, met de aanslagen en hun nasleep, en nu corona. De handelsschepen zal zijn handen vol gehad hebben met de epidemie.”
Genoeg eigenheid
Niet iedereen is ervan overtuigd dat de Stad de handel makkelijk kan bijsturen. “Als je een bepaalde huurder weigert, moet je daar al goeie redenen voor hebben,” merkt Baptist op. “Anders kan je in juridische procedures verzeilen.” Gino Van Ossel waarschuwt dan weer dat we de maakbaarheid van het handelsaanbod niet mogen overschatten. “Als de huurder die je wil niet toehapt, dan kan het best zijn dat je plan gewoon niet lukt.”
Dat de voetgangerszone steeds uniformer wordt en ook op buitenlandse centra gaat lijken, vindt van Ossel niet zo'n groot probleem. “De stad is meer dan de piétonnier en op andere plekken is die eigenheid net wél heel duidelijk. Kijk naar de nieuwe foodmarkt in de Gare Maritime of de dynamiek in de Dansaertstraat. Brussel heeft nog genoeg unieke wijken.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Resto & Bar , Stedenbouw , hamburgerrestaurant , fastfood , voetgangerszone , piétonnier
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.