Wie dit jaar naar Couleur Café afzakt, mag zich op een flinke portie afropop verlekkeren. De Afrikaanse muziekscene staat de laatste jaren steeds feller in bloei, en daar plukken we nu de vruchten van. “Het is geen ‘wereldmuziek’ meer, iederéén kan er zich in vinden.”
Yemi Alade is een van de jonge afropopsterren die de affiche van Couleur Café kleur mag geven
De afropopsterren van Couleur Café
Er staat veel jong Afrikaans geweld op de affiche van Couleur Café, maar met Youssou N’Dour heeft het festival meteen ook de peetvader van de afropop in huis. Heel symbolisch mag hij de spits afbijten op vrijdag op de Red Stage. Aan het einde van diezelfde dag trekt Fally Ipupa het gordijn toe. Ipupa is de Romelo Lukaku van de Congolese popscene, zijn komst gonst door de hele Afrikaanse gemeenschap, maar je hoeft niet zwart te zijn om op zijn moderne versie van de rumba te dansen.
Op zaterdag moet je beslist aan de Red Stage postvatten voor het jonge Nigeriaanse geweld genaamd Yemi Alade en Rema. Blijf dan nog even hangen voor de kuduro van de Angolese Pongo en laat, oh Carolina nog aan toe, de feestelijke dancehall van Shaggy aan je voorbijgaan en spurt naar de Green Stage voor de afrofusion en West-Afrikaanse highlife van de jonge Nigeriaan Omah Lay.
Na je zondagse pistolets en ontbijtgranen worden de bedrijven geopend door de met rap, ragga en soul afgezoomde afrobeats van de Zambiaanse Sampa the Great. Een paar dorstlessers later is het de beurt aan de Molenbeekse raïzanger TiiwTiiw om op de Green Stage te bewijzen waarom hij de meest bekeken Belg is op YouTube. Op datzelfde podium mag de Nigeriaanse hitsensatie Mr. Eazi dan weer aantonen waarom hij al een plek verdiende op het Amerikaanse Coachella-festival. BCUC, dat diezelfde avond afsluit, is ook een buitenbeentje: de Zuid-Afrikanen mixen traditionele Afrikaanse muziek met funk, punkrock en hiphop tot een opzwepende, alles verschroeiende hybride. Precies wat je van Couleur Café verwacht.
De wereldwijde populariteit van hiphop heeft het tot een gegeerd goedje gemaakt voor festivalorganisatoren. Ook voor Couleur Café, dat al een paar jaar inzet op het genre. “Hiphop is de nieuwe popmuziek geworden, maar dat maakt dat ook de prijzen voor artiesten de hoogte in gaan,” zegt Irene Rossi, programmator bij Couleur Café, dat er dit jaar met het CORE-festival een concurrent in ‘zijn’ Ossegempark bijkreeg. “Wij willen en kunnen niet meegaan in dat opbod. Daarom hebben we onze focus verlegd. De voorbije jaren heeft een nieuwe lichting interessante afropopartiesten de aandacht opgeëist. We hebben altijd al artiesten uit Afrika geprogrammeerd, vooral dan cross-overartiesten uit de steden, niet per se traditionele Afrikaanse muziek, en nu besteden we er extra aandacht aan.”
Dat is niet onverstandig, want afropop, of afrobeats, zit al een tijdje in de lift. Niet te verwarren met afrobeat, zonder s, de opzwepende mix tussen traditionele ritmes, jazz en funk die uit de koker kwam van de Nigeriaanse activist en muzikant Fela Kuti. Zijn erfenis is niet vergeten, maar er is intussen een hele nieuwe generatie jonge muzikanten opgestaan die niet meer bezig is met zijn politieke strijd. Muzikanten die hun traditie niet verloochenen, maar die wel resoluut vooruitkijken. Die het etiket ‘wereldmuziek’ definitief van zich af hebben geschud.
De vaandeldragers van die generatie heten onder meer Wizkid, Burna Boy, Rema, Yemi Alade, Omah Lay en Mr Eazi. Die laatste vier prijken op de affiche van Couleur Café en komen allemaal uit Nigeria, momenteel het brandpunt van de Afrikaanse scene. Maar ook in Angola, Ghana, Congo enzovoort broeit het van de creativiteit. Opvallend veel vernieuwende (dance)genres komen uit Zuid-Afrika, altijd al een haven voor goede muziek, met onder meer hybriden als gqom en amapiano die wereldwijd dansvloeren in lichterlaaie zetten.
Black Lives Matter
De westerse popscene heeft die opkomst van de afropop al een tijd in het snotje. De Canadese superster Drake scoorde in 2016 een wereldhit met ‘One dance’, een nummer waarvoor hij samenwerkte met Wizkid. En voor zijn nieuwe, vorige week uitgebrachte album Honestly, nevermind liet hij de Zuid-Afrikaanse dj en producer Black Coffee een paar tracks producen en mocht de Congolese zanger Tresor meezingen in de achtergrond. Voor haar soundtrack The lion king: the gift ging Beyoncé dan weer aankloppen bij onder meer Burna Boy, Yemi Alade en de Zuid-Afrikaanse Moonchild Sanelly. Hier in België verstevigden Stromae en Damso de banden met hun Afrikaanse roots.
Nog belangrijker is dat er ook in de andere richting wordt gepusht. De Nigeriaanse r&b-zanger Fireboy DML liet een van zijn nummers remixen door Ed Sheeran, dat leverde winst op zowel voor hem als voor de Britse superster. Wizkid deed hetzelfde met Justin Bieber, en werd vorige zomer de eerste Nigeriaanse zanger die in de VS op nummer één belandde. Bieber werkte begin dit jaar ook samen met de Nigeriaanse singer-songwriter Omah Lay. Burna Boy ging zijn heil zoeken in de UK en werkte er samen met de neosoulzangeres Jorja Smith. P-Square, pionier van de nieuwe Nigeriaanse afropopscene, nodigde een paar jaar geleden al Amerikaanse rappers als Akon en Rick Ross uit om samen te werken.
“Het belangrijkste was dat die artiesten uit de UK en de VS zich aanpasten aan de Afrikaanse artiesten, en niet omgekeerd,” zegt Gailor Kiaku, radiohost bij BRUZZ en medeoprichter van het Brusselse label Jeunes Boss. “Dat was cool: artiesten die hier bekend zijn, stonden open om zich in een andere stijl onder te dompelen.”
Jongeren uit de Afrikaanse diaspora hebben altijd naar afropop geluisterd, vertelt Kiaku, die zelf Angolese roots heeft. “Maar dat afropop nu wereldwijd doorbreekt, is een nieuw fenomeen.” Dat heeft onder meer te maken met de manier waarop die jongeren die muziek zijn beginnen te percipiëren: de connectie met hun roots werd belangrijker. Black Lives Matter was een wake-upcall, een katalysator. Een nieuw bewustzijn groeide, niet alleen bij de zwarte bevolking. “Je zag dat mensen zich meer gingen interesseren in de Afrikaanse cultuur, en zeker ook in de Afrikaanse popmuziek.” Ze ontdekten dat er revolutionaire sounds uit Zuid-Afrika komen, dat Ghana hard in de drill gaat. “Dingen die allang sudderden, maar door de gebeurtenissen van de voorbije jaren naar de oppervlakte werden gestuwd.”
De link met de muziekstijlen uit Latijns-Amerika die de voorbije jaren de wereld hebben veroverd is snel gelegd. “Net als ginds hebben Afrikaanse muzikanten hun muziek heel modern en appealing gemaakt,” knikt Kiaku. Ze zijn opgegroeid met internet en social media, ze weten waar ze nieuwe muziekstromingen kunnen checken, wat het goed doet op platformen als TikTok. “Aan iemand als Rema zie je dat hij goed naar Amerikaanse r&b heeft geluisterd en naar clips van grote sterren heeft gekeken.”
De populariteit van afrobeats is voorlopig grenzeloos. “Afrobeats zal op gelijke voet staan met hiphop, want wat hiphop groot maakt is niet dat het erkend wordt als genre, het wordt ook gezien als een cultuur,” vertelde Fireboy DML daarover aan het Amerikaanse magazine Rolling Stone.
Amapiano
Dreigen die artiesten niets van die cultuur te verliezen door zo openlijk westerse sounds op te vrijen? “Ja en nee,” zegt Kiaku. “Er zijn muzikanten die zich helemaal losgekoppeld hebben van de afrobeats, zoals Apollo G uit Angola, die rapt echt zoals in de States. Alleen uit de lyrics kan je nog opmaken waar hij vandaan komt. Maar grosso modo kan je altijd dat stukje Afrika herkennen, in de beats, in de instrumenten. Kijk naar een dancegenre als amapiano, dat is een perfecte middenweg tussen traditie en elektronica. Vergelijk het met de Belgische en de Franse scene: de Fransen gaan ons altijd benijden om dat tikkeltje Belgische eigenheid dat ons onderscheidt van al de rest. Dat zullen we nooit kwijtspelen.”
Dat maakt afropop wellicht zo aantrekkelijk en toegankelijk: die gouden mix tussen wat vertrouwd is, en zijn feel voor nieuwerwetse popstromingen. “Vroeger was Afrikaanse popmuziek enkel iets waar de Afrikaanse diaspora zich in kon terugvinden, maar opeens was er een generatie die én de sounds van hier én de traditie uit hun thuisland subtiel combineerde. Dat verhoogde de aantrekkingskracht. Iederéén kon er zich in vinden.”
Die belangrijke vaststelling is ook de platenbonzen niet ontgaan. Afrika en Azië zijn de snelste groeiers op de muziekmarkt. “De Afrikaanse bevolking is gemiddeld tussen de 18 en 24 jaar,” knikt Kiaku. “Dat is een grote potentiële streamingmarkt, een generatie die ook in tune is met de rest van de wereld. Major labels zijn daarom gaan investeren in die Afrikaanse muziekscene. De artiesten krijgen meer middelen, er zijn nieuwe studio’s gebouwd. De auteursrechten zijn geregulariseerd.”
Kortom, het is interessanter geworden om artiest te zijn in Afrika. “Smaakmakers doen de rest,” zegt Kiaku. “Zij zijn uit op nieuwe stijlen en artiesten, zij willen van in het begin mee zijn en posten hun ontdekkingen online. Mensen pikken daar op in, en zo ontstaat een nieuwe ‘game’, zoals wij zeggen. Het is een sneeuwbaleffect.”
Het internet speelt natuurlijk een grote rol. Kijk naar de Ghanese zangeres Amaarae die met de remix van Kali Uchis van haar nummer ‘Sad girlz luv money’ een enorme hit scoorde op TikTok. “Zij heeft mij amapiano leren kennen,” vertelt Kiaku. “Ondertussen zie je die stijl in de UK en in Frankrijk wordt opgepikt. Ook hier slaat het aan. Het Brusselse dj-collectief Brikabrak zet er hard op in. Zelfs in een club als Mirano heb je nu een amapiano-concept, met dj’s uit de Afrikaanse diaspora.” Die diversifiëring in de overwegend witte dj-scene was drie, vier jaar geleden dat nog ondenkbaar, zegt Kiaku, die zelf ook af en toe achter de draaitafels kruipt. “Ik heb onlangs een dj-set gedaan in Plein Publiek, daar kon ik vroeger alleen maar van dromen.”
Een miljard views
Nu komt het er ook op aan om een divers publiek naar Couleur Café te lokken. “We hebben daar dit jaar hard op ingezet,” zegt Irene Rossi. “We hebben voor het eerst aparte affiches en leaflets laten drukken die focussen op de artiesten uit de afropopscene. Die zijn we gaan plakken en uitdelen in Matongé, Molenbeek, Anderlecht, maar ook in community's in Antwerpen. Daartoe hebben we mensen aangetrokken die die gemeenschappen goed kennen. We werken er ook op via social media. Het is geen evident publiek dat naar festivals gaat.”
Dat publiek komt niet alleen uit eigen land. Voor de Congolese superster Fally Ipupa zakt de gemeenschap af vanuit Parijs en Amsterdam. Ook voor de Brussels-Marokkaanse raïzanger Iliass Barnia alias TiiwTiiw heeft Rossi een speciale affiche gemaakt. “Op YouTube is hij de meest gestreamde Belgische artiest, met meer dan een miljard views. Hij werkt samen met internationale artiesten uit de hiphop en de trap. Maar buiten de Maghrebijnse gemeenschap kennen weinig mensen hem. Wij willen die gemeenschap naar Couleur Café krijgen, maar we willen TiiwTiiw ook bij een breder publiek introduceren.”
Tussen raï uit Marokko en amapiano uit Zuid-Afrika zit een hemelsbreed verschil, maar die diversiteit maakt de Afrikaanse scene net zo rijk en interessant. “Jonge mensen hebben vandaag sowieso een brede smaak,” zeg Rossi. “Ze kunnen van Led Zeppelin houden, maar ook van Burna Boy. Wij willen vooral diversifiëren en reflecteren wat er leeft in Brussel. Buiten afropop zetten wij ook in op hiphop, reggae en dub. Dat werkt allemaal erg goed. Zolang het live een feest is. Dat is tenslotte het DNA van Couleur Café.”
Couleur Café 2022
Lees meer over: Events & Festivals , Muziek , Ice , Couleur Café 2022 , Couleur Café , Afropop , afrobeats , burna boy , wizkid , rema , omah lay , Yemi Alade , fally ipupa , pongo , sampa the great , mr. eazi , tiiwtiiw