Elke zomer doorkruist Bertrand Estrangin in een 4x4 de meest desolate woestijnen van Australië op zoek naar interessant werk van Aboriginal-kunstenaars. Het resultaat van die exploratietochten toont hij in zijn galerie in Koekelberg, die enige in de Benelux die in Aboriginal-kunst handelt.
| Bertrand Estrangin in zijn galerij met Aboriginal Art.
Galerie Aboriginal Signature ligt enigszins verborgen in de rustige Jules Besmestraat. De charmante rijwoning met achterhuis deed vroeger dienst als drukkerij. Bertrand Estrangin verbouwde het pand tot een opvallend lichte galerie.
Voor hij kunsthandelaar werd, had Estrangin, Parijzenaar van geboorte, een heel andere carrière. Hij werkte achttien jaar lang als manager voor Solvay, eerst in Frankrijk, later in België. “Ik woon hier ondertussen zestien jaar,” vertelt hij.
Naast zijn werk bij de chemiereus had hij een andere passie: kunst van de inheemse bevolking van Australië verzamelen. Die passie ontstond toen hij in 2002 een bezoek bracht aan het vorig jaar opgedoekte Museum voor Aboriginal Art in Utrecht. “Het was een coup de foudre. Ik stond aan de grond genageld en ben uiteindelijk drie uur in dat kleine museum gebleven. Ik heb er ook mijn eerste kunstwerk gekocht, een werkje op papier.”
Sindsdien is niet alleen zijn collectie, maar ook zijn fascinatie voor Aboriginal Art steeds gegroeid. Zozeer dat hij vijf jaar geleden besloot om zijn baan bij Solvay op te zeggen en een galerie te beginnen. “Wat mij zo aantrekt in die kunst? Je voelt dat de inhoud van deze werken heel oud is. Het geheugen van een heel volk zit erin, een volk dat zwaar geleden heeft, maar toch kunst maakt die schittert.”
De Aboriginals wonen al zestigduizend jaar in Australië. Zij waren heer en meester van dit continent tot de Britten er in 1788 hun vlag plantten. Vandaag heeft dit volk nog altijd 80 verschillende talen, maar een schrift is er nooit geweest. De zo belangrijke verhalen van de voorouders werden telkens mondeling doorgegeven, of via liederen of tekeningen. Estrangin: “Het is wellicht het volk dat het langst schildert. Met natuurlijke pigmenten beeldden ze die verhalen af op de rotsen, op hun lichaam, op het zand en op boomschors. Op die manier eerden ze hun voorouders en hun heilige plekken. Aboriginals zijn nauw verbonden met de grond waarop ze leven.”
"Deze kunst is gemaakt in de zon en moet ook in zonlicht bekeken worden"
Landkaart van het leven
Pas eind jaren zestig van de vorige eeuw besloten schilders verspreid over het hele land om ook duurzamere, moderne dragers en middelen te gebruiken: papier, linnen, hardboard en acrylverf. Vanaf dat moment spreekt men van Aboriginal Art. De karakteristieke bonte stippeltjesschilderijen - dotpainting genoemd - werden wereldwijd bekend.
Dat Aboriginal Art veel meer is dan dotpainting, bewijst de jongste expo van Estrangin. Hij werkte hiervoor met een twintigtal artiesten – vrouwen en mannen, jong tot zeer oud - uit Arnhemland, in het uiterste noorden van Australië. Zij zijn altijd blijven werken op boomschors van de eucalyptusboom en gebruiken nog voornamelijk natuurlijke pigmenten: veel wit, zwart, oker en een streepje rood.
Net als alle Aboriginal-kunstenaars schilderen ze hun omgeving, meestal van bovenaf gezien, als een explosie van kronkellijnen, cirkels en arceringen. De cirkels verwijzen naar de waterbronnen, de kleur van de ragfijne arceringen naar de clans die in hun gebied wonen. “Je kan het zien als een landkaart van hun leven, niet alleen een geografische, maar ook een spirituele,” zegt Estrangin. “Ook vandaag is deze kunst nog altijd bedoeld als eerbetoon aan de heilige plaatsen en de voorouders. Elk werk heeft zijn verhaal, maar de toeschouwer krijgt er maar een deel van te horen, de diepere betekenis houdt de kunstenaar voor zich.”
Ter voorbereiding van deze tentoonstelling trok Estrangin afgelopen zomer naar de streek waar die artiesten wonen en werken. De Aboriginals, pas in 1967 door de Australische overheid als burgers erkend, kregen de afgelopen decennia mondjesmaat land terug. Inmiddels hebben ze hun eigen territoria, midden in de woestijn, ver van de hippe steden. “Alle stukken land samen vormen een gebied vijftig keer zo groot als België. Om erin te komen moet je toestemming hebben van de lokale bevolking.”
Estrangin bleef niet alleen in het noorden, maar maakte – met de nodige permits - een reis van zevenduizend kilometer langs verschillende kunstenaarscentra. Een maand was ie onderweg. Geen trip voor doetjes, zo blijkt. “Het gebied is extreem dunbevolkt. Je rijdt er soms drie dagen op zandwegen zonder iemand tegen te komen,” vertelt hij.
Ook ’s nachts ben je op jezelf aangewezen. “Ik heb in die maand misschien vijf keer in een dorp geslapen. Voor de rest altijd in de woestijn. Dan zoek je tegen vier uur ’s middags, vlak voor zonsondergang, een slaapplek. Je sprokkelt hout, want het is winter, dat betekent dat het ’s nachts kan vriezen. Vervolgens kruip je in je swag, dat is een soort slaapzak-, matrasje- en tent-in-één, en mag je al blij zijn met het gezelschap van een spin of een grappige hagedis. Het is magisch, maar je moet wel van de natuur houden.”
Ook in de dorpen die hij bezoekt, valt er naar westerse normen weinig te beleven: een twintigtal huisjes, zonder tv, bioscoop of ander vertier. Omdat ze midden in de woestijn gelegen zijn, is er amper economische bedrijvigheid. “De kunstenaars die werk verkopen, delen de opbrengst met de rest van hun gemeenschap. De artistieke activiteit is voor die mensen een manier om te kunnen blijven wonen in de buurt van hun heilige plekken. Dat is belangrijk voor dit volk. Aboriginals die om den brode wegtrekken uit hun geboorteland raken vaak helemaal ontworteld.”
"Alle kunstenaars op deze tentoonstelling zijn gevestigde waarden"
Redelijke prijzen
Estrangin werkt naar eigen zeggen op een ethische manier. Hij is een van de weinige kunsthandels in Aboriginal Art die in een partnerschap met de lokale kunstenaarscentra werkt. “Alles is transparant. Ik neem de werken in depot en verkoop ze voor de afgesproken prijs.” De onderhandelingen verlopen rechtstreeks met de artiesten of met de verantwoordelijke van het centrum. “Sommige schilders spreken zelf immers geen Engels en kunnen ook niet schrijven.”
De prijzen die hier in het Westen voor Aboriginal Art gevraagd worden, zijn nog altijd heel redelijk, zegt Estrangin. “Ze liggen een stuk lager dan werken van hedendaagse kunst uit andere continenten. Terwijl het absoluut hedendaagse kunst is. Dit is geen primitieve kunst die thuishoort in een etnografisch museum.
Alle kunstenaars op deze tentoonstelling zijn gevestigde waarden of hebben prijzen gewonnen. Sommigen hebben werk hangen in het British Museum, het Metropolitan of in Australische musea. Desondanks kosten de schilderijen tussen de duizend en tienduizend euro. Voor die prijs heb je een meesterwerk.”
Hij verkoopt aan klanten wereldwijd, tot in Washington en Tahiti. In de galerie in Koekelberg organiseert hij tien tentoonstellingen per jaar. Daarbij doet hij alles in zijn eentje, van de kunstwerken ophangen tot de publiciteit en de bezoekers ontvangen.
Hoe hij in Koekelberg terechtkwam? “Jaren geleden zocht ik een geschikt pand om mijn eigen collectie onderdak te geven. De vroegere drukkerij in de Jules Besmestraat was ideaal. Toen ik in 2013 besloot een galerie te beginnen, ben ik eerst nog op de Zavel gaan kijken. Dat was misschien een logischere locatie geweest. Maar ik had er nooit een plek met zoveel licht kunnen vinden. Deze kunst is gemaakt in de zon en moet ook in het zonlicht bekeken worden.”
Lees meer over: Koekelberg , Expo , kunstgalerij , Aboriginal
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.