Ruben Östlund won voor de tweede keer een Gouden Palm op het filmfestival van Cannes. Als juryvoorzitter mag hij eind deze maand zelf een Gouden Palm uitdelen, maar eerst staat Brussel op zijn programma. Het perfecte moment om naar het recept van zijn cocktail van sociologie, cinema en satire te hengelen.
| Ruben Östlund en de cast van Triangle of sadness op het 75e Cannes Film Festival.
Mensen aan het denken zetten over wat voor sociaal dier de mens nu is: dat is het handelsmerk van Ruben Östlund. De Zweedse scenarist en regisseur beleeft er gouden tijden mee. Hij komt ze toelichten in Bozar terwijl Cinematek heel zijn oeuvre erdoor jaagt, inclusief de freestyleskifilms waarmee het voor hem allemaal begon.
Östlund geniet nog na van het grote succes van Triangle of sadness. De film won vorig jaar de Gouden Palm, deed het in najaar uitstekend in de bioscopen en versierde dit voorjaar nominaties voor de Oscar voor beste regie, beste film en beste scenario. En dat ondanks een minutenlange orgie van kots en andere lichaamssappen.
“Overlevingsinstinct schakelt cultuur uit en daar moeten we over durven praten”
In de groteske, bewust provocerende satire begeven twee modellen en influencers zich tussen de miljonairs op een luxecruiseschip. De marxistische kapitein grijpt naar de fles om niet te hoeven aanzien hoe de gefortuneerden de niet-gefortuneerden behandelen. Een schipbreuk verandert nauwelijks wat aan het wanstaltige festijn van ongemak en machtsmisbruik. Alleen worden de rollen op het onbewoonde eiland omgedraaid: de miljonairs moeten nu naar de pijpen dansen van de loonslaaf die dankzij haar overlevingstechnieken de macht heeft. “Ik erger me aan mensen die Triangle of sadness enkel lezen als een satire op de superrijken,” zegt Ruben Östlund. “Ik wilde juist een andere richting uit en voorbijgaan aan de conventie dat personages uit de hoogste klasse eikels zijn en de arme mensen lieverdjes. Zo kan je geen interessante discussie over de wereld hebben. Als je begint te wijzen naar individuen, wordt het moeilijk om het te hebben over wat er echt toe doet: de context, de economische- en de staatsstructuren, de machtsverdeling en hoe macht corrumpeert.”
The square, de film die aan Triangle of sadness voorafging, was eveneens een gewiekste mix van venijnige sociologie, cinema en humor. Hiermee won Östlund in 2017 ook al de zo felbegeerde Gouden Palm. Hij behoort nu net als Michael Haneke, Ken Loach en de broers Dardenne tot de exclusieve club van tweevoudige winnaars.
Wat is de mens voor een dier? Wat is de kunstwereld voor een zoo? Wanneer en waarom handelen we niet naar onze idealen? Rond die vragen draaide The square. Een idealistische museumdirecteur gebruikt veel dure woorden. Maar de ongelukkige manier waarop hij met situaties in zijn leven omgaat, de diefstal van een telefoon, een onenightstand met een journaliste, een promocampagne die om de verkeerde reden viraal gaat en de grensoverschrijdende performance van een artiest die zich als een aap gedraagt, bewijzen dat er weinig nodig is om beschamend fel af te wijken van de luid verkondigde idealen, het gekoesterde burgerlijke fatsoen of de gepropageerde morele ethiek.
Sociaal experiment
Als een echte socioloog denkt regisseur Ruben Östlund na over mens en maatschappij, al verwerkt hij zijn bevindingen en analyses niet in ongelezen rapporten maar in speelfilms. Aanvankelijk in brutale, formalistische arthousefilms, sinds Turist (2014) in films die meer rekening houden met de kijker.
Om de mens in zijn blootje te zetten, valt Östlund vaak terug op sociale experimenten. Die fascineren hem sinds de dag dat zijn moeder, een geliefde lerares en kenner van de leer van Karl Marx, vertelde dat ze met haar klas in de lagere school het Solomon Asch - Conformity Experiment had uitgevoerd. De proefpersoon moet de langste van twee lijnen aanduiden, maar conformeert zich in veel gevallen aan de rest van de groep die de kortste lijn als de langste aanduidt. Kinderen die tot het experiment gedwongen worden, zien we terug in een van de vijf vignetten in Involuntary (2008). Met die debuutfilm toonde hij hoe makkelijk het individu zich door groepsdruk laat verleiden tot laakbaar gedrag. In het confronterende, formalistische Play (2011) berooft een groepje zwarte kinderen op klaarlichte dag een groepje witte kinderen, zonder dat er volwassenen tussenbeide komen. Rollen die ons worden opgedrongen en waar we ons naar gedragen, zijn een van Östlunds stokpaardjes.
In Turist kijkt een man tijdens een vermeende noodsituatie in het skiresort niet om naar zijn vrouw en kinderen, maar denkt enkel aan zijn eigen hachje. Het gezin raakt er volledig door ontregeld. Östlund: “Overlevingsinstinct schakelt cultuur uit en daar moeten we over durven praten.” De regisseur vindt het jammer dat we niet durven te kijken naar hoe we echt zijn en hoe we ons werkelijk gedragen.
Met plezier blikt hij in Brussel terug op het reeds afgelegde parcours. “Het kan met mijn persoonlijkheid te maken hebben, maar ik ben best trots op mijn films. Ik hou van ze mét al hun gebreken. Ik heb het grote geluk gehad altijd te kunnen werken rond mijn eigen ideeën en eigen scenario's. Alles vloeit voort uit wie ik ben en uit discussies met vrienden en collega's. Bovendien praat ik gráág over mijn films. Het is wel degelijk een ambitie om iets in beweging te zetten, om de mensen anders naar mens en maatschappij te laten kijken en aan te sporen tot een discussie.”
Ruben Östlund komt naar Bozar op 8 mei, meer info op www.bozar.be. In Cinematek loop een retrospectieve van 9 tot 23 mei, meer info op www.cinematek.be
Lees meer over: Brussel , Film , Ruben Östlund , gouden palm , filmfestival van cannes , Bozar
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.