Wat valt er te zeggen over België? Wat is typisch Belgisch? Wat is een Belg? Vijf Belgische theatermakers proberen het ons in Bronks te vertellen op basis van interviews met meer dan veertig waarde landgenoten.
Lees ook: Babyparadijs in Elsense kazernes
Voor België ondertiteld/La Belgique sous-titrée, een meertalige nieuwe Bronks-productie, trokken actrices Greet Jacobs en Julie Delrue het afgelopen jaar letterlijk het hele land rond. Tussen Oostende en de Oostkantons zochten ze tientallen Belgen op in hun woonkamer en lieten hen vertellen over België en over hun leven. Op basis van die levensverhalen monteerden ze vervolgens een groepsportret van ons land, waaruit blijkt dat die Belgen uiteindelijk meestal ook maar gewone mensen zijn.
Jacobs en Delrue zijn beide ex-RITCS-studenten die samen Mieren slapen nooit maakten bij Villanella. Jacobs won voorts met Metamorphosen de Debuutprijs op het ITS-festival in Amsterdam, en stond ook in Bonte nacht van Tuning People & De Maan, en de monoloog Misschien Marieke van Lieve Blancquaert. Delrue kan u kennen van De man, de vrouw en de beer (Bronks) of Zoutloos en Chasse patate van Studio Orka. De twee initiators van dit project krijgen in dit interview het gezelschap van hun Luikse medeacteur Jean-Baptiste Szézot van het Raoul Collectif en het Ramdam Collectif. Op het podium wordt dat drietal nog eens versterkt door de scenografen/performers Arber Aliaj (LUCA School of Arts en RITCS) en Rachid Laachir, die eerder werkte met Marijs Boulogne, Lotte van den Berg, Tuning People en fABULEUS. De hele onderneming wordt gecoacht door regisseur Peter Monsaert, die eerder de films Offline en Le ciel flamand maakte.
“België wordt vaak gedefinieerd vanuit het negatieve. Het is geen land waar mensen heel trots op zijn”
Jullie zijn al even met de voorbereiding van dit stuk bezig. Wat wilden jullie doen?
Julie Delrue: We wilden iets maken over België. Een soort portret. Omdat we toch een liefde voelden voor het land, al is die dan moeilijk te omschrijven. Want wat is België, en wat vinden we er bijzonder aan?
Greet Jacobs: Het idee zat al heel lang in mijn hoofd. Van toen ik vijf jaar geleden in het laatste jaar van het RITCS zat. Door ouder te worden en meer op reis te gaan naar het buitenland, begin je meer van op een afstand naar je land te kijken. Als kind of puber haal je je identiteit niet uit het vanzelfsprekende feit dat je Belg bent. Maar als je reist en weer terugkomt, voel je toch dat dit je thuisland is en vraag je je af waarom dat dan zo is. Met Brussel als ultieme voorbeeld van hoe alles op een rare manier samenwerkt of juist niet samenwerkt. Waarom voel ik me hier thuis? Waarom ben ik hier graag en herken ik mezelf in andere mensen die hier wonen?
Het gaat ons dus niet om een of andere gebeurtenis van korte duur zoals een WK. Ik vertrok meer vanuit de vaststelling dat ik hier echt graag woon, en me makkelijk vereenzelvig met de mensen en de dingen hier. Een beetje bescheiden, een beetje verscholen. Prachtige huizen naast lelijke… We wilden daar iets schoons over vertellen, omdat er ook heel vaak verteld wordt wat België allemaal niet is of wat er niet kan.
Delrue: België wordt vaak gedefinieerd vanuit het negatieve. Het is geen land waar mensen heel trots op zijn.
Jacobs: Het is ook geen supermooi land. We hebben geen ongelofelijke natuur. Alles is maar zozo. Er zijn maar weinig landen die op die manier worden gedefinieerd.
Hoe begin je daar dan een voorstelling over te maken?
Delrue: We kwamen snel tot de conclusie dat het de inwoners zijn die een land maken. Dus wilden Greet en ik een jaar lang zoveel mogelijk verschillende Belgen in België interviewen. Die gesprekken voerden we bij die mensen thuis. We hadden een paar vragen over België. Voel je je Belg? Wat betekent België voor u? Wat is er typisch Belgisch? Maar we stelden evengoed levensvragen. Heb je ergens spijt van? Wat betekent het leven voor u? Wat betekent de liefde voor u? Daardoor waren we soms tot twee uur lang bij iemand thuis aan het luisteren naar zijn verhaal. Dat was heel intens. Er kwam veel op ons af. De mensen kenden ons toch niet en hadden daardoor soms het gevoel dat ze ons alles konden vertellen.
Wat hadden ze allemaal over België te zeggen?
Delrue: Dat was heel gevarieerd. Sommige mensen waren overtuigd Belg. Anderen eerst Vlaming en dan Belg. Nog anderen voelden zich eerst mens, of Europeaan.
Jacobs: Sommige mensen die hier nog maar pas zijn komen wonen, voelen zich vol overtuiging Belg. Anderen die hier al hun hele leven wonen, wisten het niet of dachten daar nooit over na.
Delrue: Er waren er ook die zich geen Belg voelden. Door het feit dat identiteit vaak ook iets is wat andere mensen op je plakken. En sommige mensen hebben het gevoel dat ze niet als Belg, maar als buitenstaander benaderd worden, en voor die mensen is het moeilijk om je te identificeren met dat land. Mensen die hier geboren zijn, maar telkens opnieuw de vraag krijgen waar ze oorspronkelijk vandaan komen… Dat heb we een paar keer gehoord: hoeveel keer nog? Hoe lang gaat het nog duren voor je mij als Belg ziet. Dat heeft ons wel gepakt. Je had zelfs mensen die zeiden: “Ik denk dat ik mij minder en minder Belg ga voelen.”
Jacobs: Je leert ook kritisch naar de clichés te kijken. Een Palestijn die in Brussel samenwoont met een West-Vlaamse – waarvan de kinderen West-Vlaams en Arabisch spreken (lacht) – zei dat het hem opviel dat Belgen zo trots zijn. Je zou dat op het eerste gezicht misschien inderdaad niet zeggen, zei hij, maar je voelt onderhuids toch vaak hoe Belgen vinden dat de manier waarop zij de dingen aanpakken de beste is.
Jullie ambitieuze plan was om zo honderd mensen te interviewen.
Jacobs: Maar na veertig zijn we gestopt omdat we meer dan genoeg materiaal hadden. Alle Belgen interviewen kon toch niet en we hadden snel genoeg interessante stemmen. Een Ierse gitaarbouwer die al jaren als arbeider in de haven van Oostende werkte, de minister-president van de Duitstalige gemeenschap, een kind van acht dat in Genk woont en waarvan de vader drie kebabzaken heeft, een aantal Brusselse jongeren…
“Nationaliteit is iets begrenzends en dat is helemaal niet hoe mensen zijn en hoe ze samen functioneren”
Hoe maken jullie daar een voorstelling van?
Jean-Baptiste Szézot: We staan met vijf op het toneel. Van sommige van die veertig getuigenissen hebben we maar een paar zinnetjes of woorden geselecteerd, maar van andere gebruiken we heel veel. Er zijn altijd personages waarvoor je meteen veel empathie hebt. In het begin wilden we de mensen bijna exact nabootsen. Uiteindelijk zijn we daar iets losser in geworden en gaan we een beetje aan de haal met tics en de manier van praten van die mensen.
Delrue: We hebben zelf ook wat scènes geschreven en beelden gemaakt, en we gebruiken waarschijnlijk ook de beelden van de interieurs van de mensen die we hebben gefilmd. Zo krijg je de plekken te zien waar we zijn geweest. De mensen zelf zie je alleen in de persoon van de acteurs die hen met veel precisie en liefde proberen na te spelen. Zo kan je ook je eigen verbeelding aan het werk zetten. En als een mannelijke acteur het levensverhaal vertelt van een oma uit Limburg, past dat in een voorstelling die gaat over identiteit, en kan dat ook iets ontroerends hebben. Het is voor een acteur ook een mooie manier van spelen. Meestal gebruik je als acteur de houdingen en bewegingen die bij je eigen lichaam horen. Nu kruipen we echt in het lichaam van een ander.
Zouden de geïnterviewde mensen die komen kijken zich nog kunnen herkennen?
Jacobs: Zeker. De namen van de geïnterviewden zijn wel veranderd, maar we blijven redelijk dicht bij de werkelijkheid omdat die zo mooi is. Er zitten echt bijzondere verhalen tussen, dus daar hoeven wij als theatermaker niet veel meer bij te verzinnen. Op een onnavolgbare manier vertellen ze allemaal samen wat België betekent. Daar komen natuurlijk oude clichés bij kijken, maar zo gaat het ook heel erg over het België van vandaag, in al zijn variëteit en met al zijn contradicties.
Wat heb je zelf tijdens de research nog ontdekt over dat België van vandaag?
Delrue: Voor mij waren de Oostkantons echt een ontdekking. We zijn daar drie dagen in juni geweest toen het mooi weer was. Een prachtig stuk van ons land dat we allebei niet kenden. De Duitstalige gemeenschap komt niet vaak in het nieuws, maar ze zijn allemaal supertrots om Belg te zijn en wilden graag geïnterviewd worden.
Szézot: Ik kende Eddy Wally niet, maar zij kenden Grand Jojo dan weer niet. (Lacht) Wat me ook verraste, waren de vele accenten en dialecten die in Vlaanderen bestaan. Veel meer dan in Wallonië. In de voorstelling spreken we verschillende talen, maar ik beleef ook veel plezier aan het herkennen van de verschillen tussen het Oost-Vlaams en het Limburgs. Maar vooral viel me op dat iedereen – van de Oostkantons tot West-Vlaanderen en Wallonië – het wel over frieten en chocola heeft, maar dat niemand een supergrote nationale trots heeft. In Frankrijk moet je niet ver zoeken om dat chauvinisme aan te treffen, maar hier heb je dat niet en dat lijkt me goed. Zo wordt België ondertiteld ook minder een stuk over de Belgische identiteit dan een stuk over de mensen in het algemeen.
We hebben gemerkt dat de term identiteit heel beperkend is. Het leidt ertoe dat je mensen stigmatiseert en hen herleidt tot één bepaald type, één groep. Initieel wilden wij op zoek gaan naar zaken die de communautaire verdeeldheid in België overstegen en die ons toelaten toch één groep te vormen, maar uiteindelijk hebben we ons gerealiseerd dat het onmogelijk is om die Belgische identiteit te vinden, en dat het ook niet interessant of belangrijk is. Wat belangrijk is, is de veelheid, het verschil.
Jacobs: Nationaliteit is iets begrenzends en dat is helemaal niet hoe mensen zijn en hoe ze samen functioneren. Het gaat niet over die grenslijn die iemand op de grond getekend heeft. We hopen dat we door iets te vertellen over identiteit, iets vertellen over de mens. Omdat het zo’n algemeen en universeel thema is.
Hebben jullie tijdens het maken ook specifiek gedacht aan de jeugd in het publiek?
Jacobs: Zeker, omdat het thema identiteit ook heel erg speelt bij de jeugd en hoe die opgroeit.
Delrue: Die gasten zijn ook bezig met de groepen waar ze al dan niet bij willen horen. Velen denken dan dat zij de enigen zijn die daarmee in de knoop liggen, en dat zullen we kunnen relativeren. Dat iedereen daarmee worstelt en dat identiteit niet per se verbonden is aan de plek waar je vandaan komt, maar dat een vrouw van vijftig die haar man verliest ook in een identiteitscrisis kan terechtkomen en zich afvragen wie ze nu is.
Jacobs: We hebben ook jongeren geïnterviewd. Die getuigenissen kunnen naast die van een vrouw van tachtig die op haar zestigste nog de liefde van haar leven vindt, komen te staan. Als de balans goed zit, kan iedereen zich met iedereen identificeren. We zouden het fijn vinden als met deze voorstelling een paar van de hokjes waarin we elkaar indelen, zouden sneuvelen.
Szézot: Of dat je op zijn minst eens in zo’n hokje naar binnen gluurt.
> België ondertiteld/La Belgique sous-titrée. 15 & 16/2, 20.00, 12+, Bronks
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.